Om half 8 was het droog en er stond een waterig zonnetje. We braken de buitentent af en hingen deze te drogen over de heg, terwijl we zelf ontbeten. Rond 9 uur verlieten we de camping om op zoek te gaan naar de route. Deze vonden we vrij snel. Het was daarna niet ver meer naar Ludwigshafen.
We besloten via de binnenstad te fietsen. Na 6 km door het drukke verkeer te hebben gereden, moesten we er ook weer uit. En dat was een heel ander verhaal in deze typische industriestad.
We hadden de route naar Worms vrij snel te pakken, maar net als de dag ervoor was er sprake van een Umleitung. Via een trap moesten we omlaag met een bepakte fiets. Via een trap met een goot konden we weer omhoog. Een kilometer verder konden we weer oversteken via stoplichten bij de BASF-fabrieken.
De eerste 5 km reden we constant langs het terrein van deze chemiegigant, die in de jaren '70 de beste cassettebandjes produceerde. Het duurde behoorlijk lang, voordat we in enigszins landelijk gebied waren. Overal kruisten wegen onze route naar Worms, waar we om 11 uur na 34 km fietsen arriveerden.
Bij het Tourist Information stond alles in het teken van de Reformatie in 1517, over 4 jaar 5 eeuwen geleden. Op de lagere school was het één van de historische schoolplaten: Maarten Luther verschijnt bij de Rijksdag te Worms in 1521.
Hoe anders was de geschiedenis verlopen, als Luther toen was verschenen voor een gezelschap in Ubach over Worms en onthaald werd met Limburgse vlaai....
De befaamde Dom van Worms stond in de steigers, kennelijk met het oog op 2017. Deze konden we dus lastig bezoeken. We fietsten en wandelden een klein stukje door de binnenstad om op het terras van een Italiaan koffie, échte chocolademelk en 2 vruchtenkoeken te nuttigen.
Na geld te hebben gepind verlieten we de Stadt der Nibelungen.
We kozen voor de Rheinterrassenroute.
Dit betrof geen fietstocht van terrasje naar terrasje langs de Rijn, maar het betrof een licht glooiende route langs licht glooiende heuvels, waar op terrassen aan wijnbouw werd gedaan. We sneden zo een flinke bocht in de Rijn af, die we deels over een drukke weg zouden moeten rijden.
Tot Osthofen was het een vrij saai stuk, maar na dit leuke stadje doorkruist te hebben, werd het glooiender en afwisselender. Bij Mettenheim namen we op een bank langs het fietspad een lunchpauze.
Er hingen veel rijpe bramen langs het fietspad en de weg.
Ik mocht voor "De rijke bramenplukker" spelen en verraste Ada met een zonnehoed vol bramen. Ondanks de vele druivenstruiken, die in rechte rijen op de heuvels stonden, was de tijd van "De druivenplukkers" nog niet aangebroken.
We fietsten door plaatsjes als Alsheim, Gunthersblum, Ludwigshöhe en Dienheim, stuk voor stuk aardige plaatsjes, en kwamen zo in het mooiste plaatsje, Oppenheim, aan de Rijn.
De heuvels waren hier vrij hoog langs de boorden van de rivier, dus hier was het klassieke beeld zichtbaar van de Rijn als wijnrivier. Aan de overzijde van het water zagen we een camping liggen. Ada was al doorgereden voor ik het er serieus met haar over kon hebben, of we niet even terug zouden rijden naar het pontje. Ada fietste het oude centrum in van Nierstein. Het betrof geen ziekenbezoek aan Duitse nierpatiënten, maar een historisch wijnstadje, dat het centrum is van de Rheinhessische Rieslings.
In het stadje met zijn wijnhuizen klommen we dusdanig, dat we op een lichtglooiende weg tussen de druivenvelden vrij hoog boven trein en Rijn reden.
Bij Nackenheim daalden we af en na een minuut of 3 gewacht te hebben voor de trein verscheen, fietsten we eerst pal langs het spoor om uiteindelijk vlak langs de rivier terecht te komen.
Nu hadden we aardig wat slechte onverharde wegen gehad deze vakantie, maar dit was de op één na slechtste. Alleen die in de buurt van het Franse St. Hubert was nog slechter. Een paar km reden we over een dikke laag losse stenen. Aan alles komt een eind, dus ook aan dit gehots en geklots.
Vlak voor Mainz fietsten we langs een gesloten camping en kregen we te maken met een omleiding, maar uiteindelijk wisten we in der Stadtmitte via een lift in een parkeergarage de Tourist Information te bereiken.
Er was nog plek op de camping aan de overzijde van de Rijn. In het drukke, maar mooie centrum van Mainz deed Ada boodschappen bij Rewe, terwijl ik op de fietsen paste. Na een ijsje genomen te hebben, zochten we een weg naar de zeer hoge Rijnbrug.
Vandaar was het maar 2 km naar de op een eiland gelegen camping Maaraue, waar we na 92 km fietsen de tent op konden zetten.
Het was inmiddels al weer 6 uur. Een uur later stond de tent en laadden we allebei een douche genomen.
We aten aardappels met broccoli, kaas en vleessalade, met een vruchtenyoghurt toe.
Onder een prachtige avondschemering met zicht op het Waterfront van Mainz brachten we op deze koudste avond van de fietsvakantie de avond door met lezen, dagboek schrijven en niet te vergeten fotograferen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten