zondag 8 september 2013

Jeker

Vrijdag vertrokken we naar het uiterste zuiden des lands voor het fietsen van de jaarlijkse Mergellandroute. Er was een huisje gehuurd in Terlinden in de buurt van Noorbeek. We konden hier pas om 3 uur terecht.
Ik fietste naar het huis van Frank Damen, waar Wil Verbeij ook naar toe kwam. Met zijn drieën reden we zonder noemenswaardig oponthoud naar Eijsden. Op het terras van "Aon 't Bat" namen we een uitsmijter. De lucht was eerst dreigend, maar de zon kwam weer door. Toen we net op het punt stonden om te vertrekken, trok de donkere bewolking over ons heen en gingen de hemelsluizen wagenwijd open. Onder de grote parasols raakte Wil in gesprek met 2 kleurig en keurig geklede Maastrichtse dames, die iedere vrijdag naar de kapper gingen.
Na een kwartier was de bui weer over. We haalden de fietsen van de twinny-load en wachtten nog even op Jaap de Gorter en Jos Drabbels, die ook naar Eijsden kwamen.
Na ons in fietskledij te hebben gehesen daalden we af naar de Maas, waar we de verzande rivier met een pontje overstaken.

We fietsten tussen de Maas en het Albertkanaal door naar Neerkanne, waar we de Jeker voor de eerste maal passeerden. Onderweg hadden we het effect van de korte, maar hevige bui al aan den lijve ondervonden. Bij de brug, die we over moesten steken, werd een sluizencomplex uitgegraven van wel 20 meter diep. Er lag dus slik op de weg, die door de bui alle kanten op spatte. Onze zorgvuldig schoongemaakte racefietsen waren binnen een kwartier bemodderd als een crossfiets. Zelf zagen we er ook niet geheel brandschoon meer uit.
Maar dat was nog het minste probleem. In België zijn veel wegen met betonplaten. De combinatie betonplaten, natte slik en remmen in de afdaling bleek niet ideaal. Je achterwiel slipte gewoon weg. In het havengebied gebeurde dit een paar keer bij deze of gene. Later op de dag remde Jaap, toen we in een afdaling linksaf moesten. Met zijn achterwiel maakte hij een haakse bocht. De schrik zat er daarna goed in bij hem.
Voor het zo ver was, reden we over wegen en fietspaden van alle gradaties. Van goed tot superslecht. Vanaf de Muizenberg trapten we naar Kesselt, waar we westwaarts reden naar Riemst. Het terrein was glooiend. Dit voor ons onbekende stukje België is zeker niet onaardig te noemen, zeker niet als je op een top van een lage heuvel stond en uitzicht had op het Mergelland in het oosten.
We kregen nog een keer te maken met een korte regenbui, maar deze was zo hevig, dat we een minuut of 5 schuilden. Een enkele donderklap begeleidde de bui. Een paar minuten later reden we weer door de glooiende Haspengouw.

Op het gevaar af verkeerd begrepen te worden: we reden over Zussen.

Zo kwamen we na een steile afdaling met wel 12 haarspeldbochten bij Opkanne uit. Hier begonnen we aan een prachtige tocht langs de Jeker. Het wegdek hield helaas geen gelijke tred met het prachtige natuurschoon. Via Eben-Emael en Wonck reden we naar Bassenge.
Bij Roclenge-sur-Geer verlieten we de Jeker en klommen naar Hautain Saint-Siméon, waar we na een poging om een rustige weg naar Eijsden te vinden, over een drukke provinciale weg afdaalden naar Haccourt.
Frank, Wil en Jos vormden de kop van de afdaling, ik zat als hekkensluiter een meter of 100 achter Jaap. Vlak voor me kwam een beladen tractor de weg op gereden, waardoor ik af moest remmen en Jaap uit het zicht verloor op het enige bochtige gedeelte van de drukbereden weg.
Ik had gezien, dat er een splitsing aankwam: een weg ging naar Maastricht, de andere naar Visé. Ik sloeg af naar Maastricht en zag daar het voorste trio staan. Mijn eerste vraag was: "Waar is Jaap?"
Zij hadden Jaap niet gezien, omdat ze net over de GPS-en gebogen stonden voor het bestuderen van de route. De conclusie was duidelijk. Jaap was verder afgedaald naar Visé. Dat deden wij dus ook maar. Maar bij de grote rotonde aangekomen zagen we hem niet.
We fietsten dus maar door naar Eijsden, de enige plek, waarvan we zeker waren, dat we Jaap konden terugvinden. En dat klopte. We waren koud 5 minuten in Eijsden, of we zagen hem aan de overzijde van de Maas naar het pontje fietsen.
Maar als je je dag niet hebt, dan heb je vaak pech. Vlak voor Jaaps neus voer het voetveer de rivier over. Daar wij een klein half uur moesten wachten, namen we op het zonnige terras van "Aon 't Bat" als afsluiting van een prachtige tocht door België een Belgisch biertje: Carolus.
Jos en Wil fietsten naar het huisje bij Terlinden, terwijl de anderen met de auto er naar toe reden.
We werden verwelkomd in huisje 29 door Pieter en Letty, die alles piekfijn georganiseerd hadden. Hen van den Haak en Robert Nozeman waren ook al aanwezig bij het gloednieuwe vakantiehuis met een schitterend uitzicht over het Mergelland.
Met het oog op de 130 km, die we de volgende dag door het Mergelland zouden fietsen, stapelden we flink wat koolhydraten bij de gezellige spaghettimaaltijd met veel lachsalvo's na 56 km fietsen rondom de Jeker.

Geen opmerkingen: