Het was bewolkt maar droog weer, toen we om half 10 vertrokken voor onze jaarlijkse Mergellandroute.
Vanaf ons tijdelijke onderkomen in Terlinden reden we met zijn negenen naar Noorbeek, waar we de route oppikten. Hier werden de verschillen al snel duidelijk. Zoals gebruikelijk was ik met afstand de langzaamste daler. In de beklimming van de Wolfsberg kroop ik naar Hen toe, die met klimmen de rest van de groep niet bij kon houden. We zouden het grootste deel van de dag vlak bij elkaar rijden, zodat ik tijdens de route vaak de "66" op Hens wielershirt zag.
We reden naar het mooiste deel van de route toe: de omgeving van Epen. Door een vakantie in 1991 met het hele gezin, waarbij we 3 weken een stacaravan gehuurd hadden bij "De Rozenhof" op de Camerig, ken ik de omgeving behoorlijk goed.
Ik vind het ook een heerlijke klim. Vanaf de watermolen is het even steil, maar nadat je deze 14% gehad hebt, volgt een lange lekker lopende klim met een paar kleine afzinken. Hier zagen we de eerste groepen deelnemers aan Cycle for Hope. We zouden er tijdens de tocht nog zeer veel tegenkomen.
Bij Vaalsbroek bogen we af naar Vijlen om via Mechelen en Wittem naar de Eyserbosweg te rijden, de lastigste klim van de Mergellandroute.
Zonder tripel is het laatste stuk zwaar, maar het is net te toen.
Bij de Bernardushoeve, waar we ooit ook een week met het gezing gebivakkeerd hadden, sloegen we af naar de Fromberg. Zoals gebruikelijk lag ik in de afdaling ver achter, maar ik had Hen in het vizier, tot de groep een bocht indraaide. Daar vlak achter lag een afslag. Op de klim zag ik iemand rijden met een wit shirt en een zwarte wielerbroek. In de veronderstelling achter de groep aan te gaan beklom ik de Colmont. Boven gekomen zag ik niemand.
Ik zag niemand, terwijl op de top een boerderij stond, die ik niet thuis kon brengen. Ik had een afslag te vroeg genomen!
Ik daalde maar weer af en vervolgde de weg naar de minder zware Fromberg. Boven gekomen zag ik niemand meer. Ik wist echter, waar we hadden afgesproken. Ik fietste door naar de Keutenberg, waar bij het opdraaien van het stuk van 22% de weg geblokkeerd was. Een fiets stond dwars op de weg, terwijl de eigenaar de ketting er weer op legde. Aan weerszijde van hem stapten zijn trainingsmaten af. Ik reed de fuik in en moest wandelen tot het eerste wat vlakkere stuk.
Onder een dreigende hemel trapte ik via Scheulder naar Sibbe, waar op het terras van het wielercafé de andere 8 IJVL-ers net hun bestelling hadden geplaatst. De kruisbessenvlaai was heerlijk!
We reden via de Sibbegrubbe naar Schin op Geul en vandaar naar Klimmen, waar Jaap, Letty, Frank en Hen op mij stonden te wachten. Op weg naar Hulsberg waren we Jaap kwijt, die zijn eigen Mergellandroute had gepland.
Met zijn vieren reden we door tot Moorveld, waar we even wat aten en dronken om via het mooie Maasdal naar Berg en Terblijt te fietsen. Op de Kuitenbergweg kreeg Hen een lekke band. Een nieuwe band werd er in gelegd. Met een klein pompje werd de band zo hard mogelijk opgepompt. In Berg zochten we een fietsenmaker op. Er bleek 2 bar in de band te zitten, met een goede fietspomp werd de luchtdruk op 8 bar gebracht.
We beklommen de Bemelerberg en daalden af naar Cadier en Keer, waar de finish van "Cycle for Hope" werd gefilmd.
Over golvende wegen klommen en daalden we via Honthem en Eckelrade naar Gronsveld, met 52 km als mijn hoogste topsnelheid. Bij Oost-Maarland kwamen we bij de Maas. We reden door naar Eijsden, waar we bij Angelati koffie en chocolademelk bestelden. Toen Letty naar het toilet was, hadden we de mogelijkheid om ongezien een doosje eigengemaakte bonbons te kopen als onze blijk van waardering voor het prima organiseren van dit fietsweekeinde.
De stayer in me kwam naar boven op de Meschberg. Ik klom steeds makkelijker. Via Moerslag en Sint Geertruid trapten we naar Mheer, tot we bij de afslag naar Bergenhuizen kwamen. Hier vandaan was het maar een klein stukje naar Terlinden, waar de snelle groep al was. Ook zij hadden op de Kuitenberg pech gehad. Bij Jos was een spaak gebroken.
We hadden onwijs veel geluk gehad op deze bewolkte, vrij frisse dag. We hadden iedere keer precies tussen de buien door gereden.
Mijn kilometerteller stond na een rondje om de schuur, precies op 200 km. Vanmorgen was de stand 56 km, dus ik had volgens de teller 144 gereden. Nu had ik wel een bonusberg meegepikt, maar vergeleken bij de anderen heeft mijn teller een kleine afwijking. Boze tongen beweren, dat dat ook voor de schrijver van dit blog geldt....
Om beurten douchten we ons, terwijl er op de televisie een documentaire was over Cornelis Vreeswijk.
Wij vertrokken schoongedoucht om half 8 naar Gronsveld, waar we op deze onvergetelijke avond in "De Grenadier" af en toe onbedaarlijk moesten lachen. Het was een afsluiting, die perfect bij dit leuke fietsweekeinde paste.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten