Onze Poolse buren waren om half 7 al vertrokken. Ik had er niets van gemerkt. Daar de tent nagenoeg droog was, besloten we het voorbeeld van de Oosterburen van onze Oosterburen te volgen. Om half 8 verlieten we Campingplatz Rhein-Mosel.
Schuin tegenover de camping was een bakkerij, die net openging. Ada haalde een gesneden brood en 2 chocoladecroissants, die we meteen nuttigden.
We begonnen met een omleiding, die duurde tot de binnenhaven, waar we omheen moesten rijden. Aan der Rhein werd het tijd voor een ontbijt.
In Kesselheim vonden we een bank aan het water met uitzicht op Vallendar, dat aan de overzijde hoog op de heuvel lag.
We fietsten langs Weissenturm naar Andernach, waar we probeerden koffie te bestellen, maar wel snel. De diverse koffiemachines moesten nog worden afgesteld.
We reden door naar Namedy, waar we "Der Beulendoktor" aantroffen. Dat schept verwachtingen....
Via Bad Breisig en Knipp reden we Remagen binnen langs de pilaren van de brug, die in de Tweede Wereldoorlog een beslissende rol speelde bij de bevrijding van Europa.
In Remagen moesten wij ook een beslissing nemen: gaan we via Keulen en nemen daar de trein naar Aken, of fietsen we naar Aken toe? Bij een boekhandel vonden we de juiste kaart. Met Rheinland-Eifel moesten we er kunnen komen. Bij een Bäckerei hakten we bij een Mandelstamm de knoop door: we zouden de Rijn volgen naar Wesseling en daar vandaan via lokale fietsroutes op een camping bij Düren aankoersen.
Bij Oberwinter konden we aan de overkant de 185 meter hoge Leidenberg zien liggen.
Het was inmiddels erg druk op het fietspad, zodat we meer aandacht moesten geven aan de vele tegenliggers en iets minder aandacht konden besteden aan de mooie omgeving, zoals Königswinter (wat een prachtige naam!) en het Siebengebirge op de oostzijde.
Rond een uur of 1 reden we Bonn binnen, het voormalige regeringscentrum van toen nog West-Duitsland. In het kilometerslange park stonden meer dan 100 banken. We zouden rond die tijd gaan eten, maar Ada karde maar door. Zij wilde aan het water zitten. Die kans kwam op nog geen 100 meter van de Autobahn, die hier de rivier over een zeer hoge brug passeerde. Dat leek mij niet zo'n geslaagd plan, vooral omdat de opgang steil naar beneden liep.
We reden verder. Ada dacht, dat we niet verder mochten, terwijl de route hier liep.
"We kunnen even terug naar het eerste bankje", zei ze. Het eerste bankje lag pal onder de Autobahn....
Als Ada kan jagen, dan kan ik het ook.
Ik fietste door tot we de haven van Glanzheindorf gepasseerd waren. Op de eerste bank streek ik neer voor een niet al te gezellige lunch.
We fietsten door langs de rivier tot we bij Wesseling waren. We verlieten de Rijn, die we vanaf Plittersdorf bij Raststatt gevolgd hadden.
Aanvankelijk lukte het behoorlijk goed om de route te volgen, maar in Brühl ging het volledig mis. De route voerde door een park langs Schloss Falkenlust regelrecht het drukke centrum in. Net alsof je je op een drukke zaterdagmiddag door het winkelend publiek in de Haarlemmerstraat moet wurmen.
En de richtingsborden? Nergens te bekennen. We reden dus fout het centrum uit. En probeer dan maar eens de juiste route te vinden!
Na 3 keer navragen vonden we een bordje met Librarer See. We klommen behoorlijk en kwamen uit op een doodlopend woonerf. We moesten een pad omlaag hebben, maar konden het niet vinden. Een autochtoon hielp ons. Het bleek, dat een volle struik het richtingsbord aan het zicht onttrok. Hoezo, Deutsche Gründlichkeit?
We daalden af op een onverhard bospad en kwamen uit bij een driesprong, uiteraard zonder richtingbordjes. Op goed geluk kozen we per ongeluk het juiste pad: een steile afdaling naar de beek.
Een nog steilere klim volgde. Met een fiets met bepakking te steil voor mijn benen. Nadat een bosbouwer met tractor ons nogmaals op weg geholpen had, kwamen we uit bij de Librarer See, waar we vorig jaar gekampeerd hadden.
Vanaf hier fietsten we door het centrum van Erftstadt en wilden doorsteken naar Lechenich, maar we hadden met al 100 km op de teller onze dag niet. Weer ontbrekende bordjes, weer vragen, weer misrijden.
Uiteindelijk kwamen we in Lechenich en volgden de borden naar Nörvenich via Herrig. Het eerste plaatsje, dat we tegenkwamen, was echter Dirmerzheim. Weer terug. Mijn humeur was ver onder nul!
We reden op een soort lichtglooiende hoogvlakte en hadden op dit vrij kale boerenland de wind vrijwel steeds pal tegen. Het schoot dus niet op.
In Nörvenich troffen we vlak bij het Middeleeuwse kasteel een Italiaanse ijssalon. Een meevaller temidden van de tegenvallers.
Het was inmiddels bewolkt geworden en we trokken op deze wisselend bewolkte dag ons trainingsjack weer aan. Via Girbersrath reden we naar Düren. De stad bleek echter groter dan we dachten en daar de camping nog een stukje verder was, besloten we om een hotel te zoeken. Een taxichauffeur wees ons een goed hotel om de hoek. Zo kwamen we uit bij Hotel Post. Voor € 88,- hadden we een tweepersoonskamer. De fietsen stonden in de afgesloten parkeergarage.
Na 135 km fietsen konden we ons om kwart voor 7 douchen. We wandelden naar het centrum van Düren, waar de keuze in restaurants zeer beperkt bleek.
Uiteindelijk kwamen we terecht in een Mexicaans restaurant aan het enige tafeltje met 2 leren fauteuils pal voor een spiegel van 2 meter bij 1 meter.
We namen allebei hetzelfde menu: maïssoep vooraf en een verrassingsschotel met allerlei Mexicaanse gerechten. De muziek was toepasselijk in het genre van de Buena Vista Social Club.
Na een wandeling door het centrum waren we om 10 uur terug bij Hotel Post.
Voor we in slaap konden vallen, moest er eerst een ruzie beslecht worden. In de doorgang naar de parkeergarage stonden een man en een vrouw elkaar schreeuwend verwijten te maken. Op een gegeven moment kwamen ook anderen zich ermee bemoeien. Toen ze eindelijk hun kop hielden, zakten we weg in een diepe, diepe slaap.
Om 20 voor 8 stapten we uit bed. We namen een ochtenddouche en begaven ons naar de ontbijttafel. Het leek wel, of we in het hotel in Dartmoor waren, zoveel keuze was er. Kwark met muesli, fruit, croissantjes, bolletjes in allerlei vormen, beleg te kust en te keur en er was zelfs gebakken bacon.
Om 9 uur fietsten we weer door Düren. Het eerste reisdoel was Langerwehe. We zaten in de uitlopers van de Eifel en dat betekende klimmen en dalen. In Eschweiler namen we op het terras van "Der Grieche" koffie en chocolademelk. Vanaf hier volgde de een lange, vrij steile klim, de zwaarste van de dag.
Via Würstelen reden we naar Herzogenrath, waar een pittige klim ons bij klooster Rolduc weer in Nederland terugbracht.
Via knooppunt 43 fietsten we naar Kasteel Erenstein en daalden we af op een steile weg, die bekalkt was met veel namen van wielrenners. We zaten dus op het parcours van het NK wielrennen.
Op een grote kei in de schaduw lunchten we. Bij het wegrijden kwam Ada er achter, dat ze haar wielerhandschoen verloren had, toen we de eerste klim achter de rug hadden. Ze reed terug en vond hem. Die handschoenen willen wat deze vakantie!
Om kwart voor 2 hadden we de trein naar Utrecht, om 5 uur waren we terug van 3 weken fietsvakantie. De dagteller stond op 62 km, waarmee we in totaal op 1732 km uitkwamen. De rondreis door Nederland, Duitsland, België, Luxemburg, Zwitserland en Frankrijk is verreweg de verste fietsvakantie, die Ada en ik ooit gemaakt hebben.
dinsdag 10 september 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten