zondag 15 mei 2011

Schubert Breedhovens 9e

Halverwege de jaren '70 heb ik een schooljaar doorgebracht in de eerste klas van de Pedagogische Academie. In die tijd bestond Inholland nog niet en kon je nog gewoon het dringende advies krijgen om maar met de studie te stoppen, omdat het toch niks zou worden.

Dat advies heb ik in juni 1975 opgevolgd, net voor ik aan mijn kaken werd geopereerd.
Veel mensen zullen dit "Een verloren jaar" noemen, maar zo denk ik er absoluut niet over. Een jaar Pedagogische Academie is sowieso zeer vormend. Je komt met allerlei vakken in aanraking, die je op de gewone middelbare school niet krijgt. Ook de creativiteit krijgt alle ruimte. In die jaren was macramé erg hip....

Daarnaast kreeg je op Pedagogische Academie "De la Salle" erg veel muziek. Een van de muziekdocenten was Cees Thissen. Op 19-jarige leeftijd leerde hij me blokfluiten aan, het begin van een glanzende muzikale carrière.

Halverwege het jaar moesten we een compositie van minimaal 8 maten schrijven. Bescheiden als ik ben, ondertekende ik het met Schubert Breedhoven.


Nu was dit trouwens niet geheel een eigen vondst. Mijn vriend Bas zat op "De la Salle" een jaar boven mij, en hij ondertekende zijn composities steevast met Bach Warnink.

Maar goed, vandaag ging het niet over compositieleer, maar wel over tempo en cadans. De marathon van Leiden stond op het programma. Mijn 9e alweer!
Om 6 uur was ik al wakker en dan ga je liggen hanewaken. Ada sliep rustig door. Om half 8 verlieten we de echtelijke sponde, terwijl het buiten een beetje spetterde.
De sportkleding werd aangetrokken, de tepels en de schuurplekken in het kruis werden met vaseline ingesmeerd. Uiteindelijk zou ik bij de marathon toch twee bloedende tepels oplopen.
Beneden gingen gingen we samen ontbijten. Om een uur of 9 fietste ik over een gedeelte van het parcours naar het huis van Carl Flaman, mijn speciale verzorgingspost voor de tweede ronde. Kobus Turk kwam net vanaf Zoeterwoude aangefietst. Met Kobus reed ik naar het centrum van Leiden, waar ik richting Jaap de Gorter reed.
Om 5 over 10 wandelden we naar de Breestraat, waar we in het startvak veel verder naar achteren stonden, dan we gedacht hadden. Het startschot of een soortgelijk sein om te vertrekken hadden we niet gehoord. Vooraan kennelijk wel, want op een gegeven moment kwam er ruimte voor ons. Daar we toch die kant op moesten, zijn we ook maar gaan lopen.

Het begin van de marathon gebruik ik altijd om in te lopen. Alle energie, die je hiermee uit kunt sparen, kun je op de laatste kilometers prima gebruiken. Jaap liep de halve marathon, dus 100 meter voorbij de start liep hij al van mij weg. Op de Breestraat werd ik al aangemoedigd door mijn oudste zus An.
Daar we behoorlijk ver naar achteren gestart waren, kon de inhaalrace gaan beginnen. Op de Lammenschansweg was er genoeg ruimte om in te halen, op de Vrouwenweg was dat al wat minder. Toch achterhaalde ik hier de pacers van 4.10, zodat ik op schema lag voor een tijd rond de 4 uur.
In Zoeterwoude zag ik twee trainingsmaten tussen het publiek: Boy van Dijk en Sjaak Stuijt, terwijl bij eerste drinkpost Bas Koster de derde was. Aan het eind van de eerste ronde kon ik het kwartet pas volmaken, toen ik Mart Moraal mij aan hoorde moedigen. Vanaf Zoeterwoude liep het parcours over een vrij smal weggetje. Ik zat net achter de pacers van 2 uur, dus inhalen was hier uitgesloten.
Een Hagenees dacht hier anders over. Hij riep: "Opzij!", maar er was geen plek om dat te kunnen doen. Dus haalde de haastige Hagenaar met blote benen door de brandnetels langs ons.

Nu moet je voor het lopen van de marathon een beetje masochistisch zijn, maar je kunt het ook overdrijven....
Bij de Vlietlanden kwam ik voor de pacers van 4 uur te lopen, dus het ging vooralsnog prima. Vlak voor de ijsbaan van Voorschoten stond Ada klaar met een paar krentenbollen en een flesje energiedrank. Het eerste kwart zat er bijna op. Langs de Korte Vliet en de rand van de Stevenshof hadden we de wind tegen, maar in een grote groep kun je regelmatig wat beschutting zoeken. Het was met wisselende bewolking en 15 graden trouwens erg lekker weer om hard te lopen.
In het Morskwartier begon ik mijn rechterkuit een beetje te voelen. Ietsje temporiseren en ontspannen lopen en gewoon door gaan. Een paar kilometer verder kwam je in de meest swingende straat: de Jacob Catslaan. Hier is de doorkomst van de marathon een heus volksfeest.

De eerste ronde ging in een brutotijd van 2.00.42. Ik schatte, dat ik op een nettotijd van 1.56 zat. Onder toeziend oog van speaker Teun de Reede kon ik gaan beginnen aan de tweede ronde. Het was ineens veel stiller, nu de grote groep van de halve marathon gefinisht was.

Enkelingen en kleine groepjes liepen over de parallelbaan van de Lammenschansweg. Bij het begin van de Vrouwenweg kreeg een vrouw, met wie ik opliep, te horen: "Je bent de 10e vrouw!" Dat hield tevens in, dat mijn klassering ook niet zo slecht kon zijn. Maar ik leverde al snel een paar minuten in. Eerst door een praatje te maken met Carl Flaman, terwijl ik het blikje cafeïnedrank leegdronk, een kilometer verder voor mijn enige plaspauze.
Inmiddels was de groep, die met de pacers van 4 uur meeliep, behoorlijk op mij ingelopen.

Na het feestgedruis bij de muziekband op het "brandnetelweggetje" gepasseerd te hebben, zaten de roze ballonnen nog maar 100 meter achter me. Bij de Vlietlanden werd ik ingerekend.
Met deze groep liep ik verder. Eigenlijk liepen ze net iets te hard voor me, maar in de luwte lopen van een groep kost minder kracht dan in je eentje tegen de wind in lopen. Desondanks kwam Ada, zoals wel vaker in mijn leven, als geroepen. Ik dronk het flesje energiedrank leeg en lag een meter of 25 achter de groep met de pacers. Zo'n gat loop je in je eentje niet meer dicht.
Het gaatje werd allengs wat groter, maar daardoor liep ik wel weer in mijn eigen tempo en forceerde ik nergens. Bij de rand van de Stevenshof haalde ik een stuk of 4 mensen uit deze groep in, die zich wel geforceerd hadden. Ada was weer eens "a blessing in disguise" geweest.
Nu moet je als sporter altijd zorgen voor een evenwichtige trainingsopbouw. Had ik de eerste ronde een beetje last van mijn rechterkuit, nu was mijn linkerkuit aan de beurt. Maar de compressiekousen deden hun werk goed. Even iets temporiseren en ontspannen lopen en het herstelt zich vrij snel.
Met nog 3 kilometer te gaan kon ik weer mensen inhalen en volgens de tussentijd bij de Jacob Catslaan zat ik nog steeds op het schema van een tijd onder de 4 uur. Het parcours ging langs de IJshal. En dan weet je, waarvoor je het allemaal doet. Vooral als je onderweg een kind langs de weg hoort zeggen: "Daar gaat mijn schaatstrainer!"
Een stukje verderop zat mijn collega Joke Prins.
Na de tunnel onder het spoor door konden we aan de laatste kilometer beginnen, allereerst langs het feestgewoel bij café "De Bijlen". Bij de finishstraat zag ik eerst Jaap de Gorter en Juul Mentink en een stukje verderop Ada en Annie. Met nog 250 meter te gaan hoorde ik, dat de groep met de pacers de marathon in een brutotijd van 4.02 gelopen had. Ik had nog de kracht om er iets, wat voor een eindsprint door moest gaan, uit te persen.

Onder elektronisch versterkte aanmoedigingen van Teun de Reede ging ik in 4.04.21 over de eindstreep.



Thuis gekomen bleek dit goed te zijn voor een nettotijd onder de 4 uur: 3.58.38. Waarmee ik met mijn 211e plaats van de 324 gefinishte marathonlopers uiteindelijk de pacers, die ik achter de eindstreep gesproken had, voorgebleven was. Zij hadden een netto eindtijd van 3.59.11. Jaap had trouwens een goede nettotijd met 1.45.24. Voor de start had hij gezegd: "Ik zou wel weer eens een tijd van 1.45 willen lopen." Waarvan akte.

Met Ada, Annie, Jaap en Juul kletste ik bij, voor Ada mijn zus naar het station ging brengen. En ja, schaatsers zijn dol op ijs, dus met een Italiaans ijsje in de hand wandelden we naar de Pieterskerk, waar ik het traditionele t-shirt kocht.
Maar het mooiste van de dag moest nog komen. Terwijl op t.v. de Chinezen Wang en Zhang met enorme balbeheersing de finale van het wereldkampioenschap tafeltennis speelden, kreeg deze Ajax-fan in het huis van Feyenoord-fan Jaap de Gorter live op de radio te horen, hoe Ajax voor de 30e keer landskampioen werd.

Beethoven wist het een kleine 2 eeuwen geleden muzikaal goed te verwoorden in het slotstuk van zijn 9e: "Ode an die Freude"!



3 opmerkingen:

Joke Prins zei

Super prestatie hoor Bert!! Je zag er op het eind nog fris en fruitig uit....

Hans zei

Hoi Bert, gefeliciteerd met je prima resultaat. Ik doe het je zeker niet na! Groetjes Hans

23breed zei

Het voelde alleen niet meer helemaal fris en fruitig....