zondag 30 augustus 2009

De onvermijdelijke Erica Terpstra


Iedere zichzelf respecterende sporter komt, behalve de man met de hamer, ook Erica Terpstra een keer tegen. Er is in Nederland immers niemand te vinden, die vaker startschoten lost, stempelt of op andere wijze duidelijk aanwezig is bij aansprekende sportevenementen.
Zo ook op 8 maart 2001, bij de start van de 24 uur van de Uithof, waar Douwe Kinkel en ondergetekende het genoegen mochten smaken om de IJVL te vertegenwoordigen bij een in de ogen van Erica Terpstra belangwekkend sportevenement. Als de triatloncommissie nog iemand zoekt voor het startschot geeft bij de run-skate-run van 2010.....

In een mistige Uithof vertrokken zo'n 50 doordouwers om 8 uur, een tiental voor een etmaal schaatsen, de rest voor wat realistischer afstanden. Douwe had een blessure als gevolg van een val op het ijs en hij zou wel zien, waar het schip zou stranden. Dit bleek ruim 50 ronden verder te zijn.
De mist beloofde snel uitgeslagen ijs, hetgeen uitkwam, dus een half uur glad ijs en anderhalf uur werkijs. Ik zat in een treintje met 6 Scheveningers, die in januari voor niets naar de Weissensee gereden waren, waar ze geen meter geschaatst hadden. Eén persoon hield de rondetijden van gemiddeld 59 seconden bij. Om de 10 ronden nam een ander kop. Zelf draaide ik ook mee in het kopwerk.
De eerste 10 km ging in 26.08, 3 minuten langzamer dan vorig jaar, maar na 270 rondjes had ik mijn eerste p.r. van het seizoen te pakken: 4 uur 28.27 op de 100 km, ruim 3 minuten sneller. Vlak voor de 300e ronde ging mijn voorganger onderuit. Ik kon hem niet meer ontwijken en viel over hem heen. Meteen schoten mijn benen "vol". Ik kreeg een heuse inzinking.
Een extra eet- en drinkpauze genomen en proberen de man met de hamer te overwinnen door langzaam 5 rondjes te rijden voor de volgende pauze. Meestal ovewin je een inzinking zo na 10 á 15 km, maar vandaag kwam dit punt echter niet. De vorm was redelijk, maar de scherpte van vorig jaar ontbrak, ondanks een duidelijk verbeterde techniek. De oorzaak: twee zweepslagen tijdens de droogtraining. Gelukkig was er sprake van een evenwichtige trainingsopbouw: in juni de linkerkuit, in september de rechterkuit. Al met al was mijn zomertraining behoorlijk in de war gestuurd.
Dat was dit hele seizoen merkbaar in een duidelijk mindere vorm. Wie nog twijfelt aan het nut van droogtraining, moet maar eens met me komen praten.
De inzinking bleef dus, dus ook het "schema" van 5 rondjes rijden en dan pauzeren. Vooral het linkerbeen wilde niet meer. Druk zetten op de linkerschaats lukte niet meer goed. Maar stukje bij beetje vorderde de tocht op de Uithof. Toen ik nog 50 km te gaan had, kwam de IJVL-jeugd trainen. Zij gaven me net die stimulans om door te zetten, toen ik het het hardste nodig had.
Vermoeidheid heeft effect op het concentratievermogen. Ik vergat mijn schaatsbeschermers uit te doen, toen ik een paar rondjes met Ada Breeuwer op wilde schaatsen. Een fraaie smak op het ijs volgde.
Intussen waren de ronden veel ruimer geworden: van de binnenbaan naar de buitenban. Het was dus verantwoord om het schema te veranderen van 372 meter per ronde naar 400 per ronde. Dat betekende dus 500 ronden in plaats van 540. Dat past ook in het beeld van het hele seizoen: net niet! De volle 200 km werd een kleine 200, maar zo kon ik me toch een beetje sparen voor de wintertriatlon van 18 maart. Op die zondagmorgen bleek het rijden van 500 ronden vlak voor de triatlon geen succes. Ik kon absoluut geen kracht uit de benen laten komen. Het verlies ten opzichte van mijn p.r. bedroeg dan ook 23 minuten.
Tergend traag vorderde de tocht. Om 8 uur 's avonds had ik de 1000 bochten doorgeworsteld. De officiële tijd stond op 10 uur 50.23. Het verval in de tweede helft was enorm. Maar ja, een inzinking van 80 km maak je ook niet iedere dag mee. Als je mij voor de keuze stelt, wie ik liever tegenkom, de man met de hamer of Erica Terpstra, nou, dan weet ik het wel.....

Geen opmerkingen: