donderdag 15 augustus 2013

Lotharingen

We zaten weer op de route naar Rome, die uitgestippeld was door Paul Benjaminse.

Ons plan was om het gedeelte tot Bazel te fietsen, dat in Frankrijk door Lotharingen, de Vogezen en de Elzas zou voeren.

De donkere lucht beloofde niet veel goeds.

Op het moment, dat we van de camping af wilden rijden, begon het te regenen. We trokken onze regenpakken aan en reden naar de bakker in Malling. Met een stokbrood begaven we ons naar een terras, waar een paar grote bomen verhinderden, dat we kletsnat werden.
Om 10 uur zetten we ons in beweging richting Metrich en Oudrenne. Het regende gestadig door, terwijl we constant klommen en daalden. Na Lemestroff volgde een lange afdaling, waardoor de rechterschroef van mijn voorbagagedrager lostrilde. Met een inbussleutel draaide ik het zo vast mogelijk.
Het was inmiddels droog en met de regenkleding achterop fietsten we door het dal van de Canner naar Kédange, waar we geld pinden en wat brood kochten voor onderweg. De plaatselijke bibliotheek was echter op dat moment gesloten!

Terwijl wij in het plaatselijke café aan de koffie en warme chocolademelk zaten, kwam er een Nederlands gezin aan, dat met 2 kinderen naar Rome ging fietsen en even later nog een Nederlands paar met het boek van Paul Benjaminse als leidraad.
"Tot ziens", zeiden wij dan ook.
We reden in het steeds warmer wordende weer door het golvend boerenland met zijn groen-gele schaakbord naar Budange en over Aboncourt naar St. Hubert. Hier reden we 2 km over een onverharde weg. De kleine stenen lagen schots en scheef over het door de regen modderige pad. Je hotste en klotste alle kanten op. Voor de tweede keer moest ik de schroef aandraaien.
Via Vigy en Vry fietsten we af op het dal van La Nied. In een bos namen we een lunchpauze: even uit de brandende zon.
Ik maakte mijn voorbagagedrager vast met een tie-wrap en deed hetzelfde als bij de Oranjeroute in 2011: de snelbinder voor de slaapzak om het frame heen om het te verstevigen. Een probaat middel. Vanaf dat moment hoefde ik de schroef niet meer aan te draaien.
We klommen weer een stukje vanaf Les Etangs en daalden naar Vaize, waar we ons insmeerden met zonnebrand. Door een golvend boerenland met weinig schaduw reden we via Bionville naar Guinglange, waar een vrouw onze bidons vulde met ijskoud water.
We klommen naar Hemilly, waarna we tot Arriance door de bossen reden. We daalden af naar Arraincourt, waar we La Rotte gingen volgen tot Basse en Haue Suisse.

In Harpich kwamen we een Nederlands paar tegen van de camping in Malling, die net als wij op weg waren naar Basel. We fietsten naar de camping aan het Etang de Mutche.
Helaas: Le camping est fermé.
Ada en ik namen een ijsje, voordat we om half 6 begonnen aan de avondetappe. Via Bertring, Grostenquin en Erstroff fietsten we naar Francaltroff, waar we om 10 over 7 eindelijk op camping Etang de la Fensch op konden zetten na 114 km lange tocht door Lotharingen, of zoals de Fransen zeggen: Lorraine.

Daar de douche om 8 uur dicht ging, ging Ada douchen, toen de tent stond en ik daarna. Het was een koude douche, maar dat vonden we helemaal niet erg, daar we op deze bloedhete middag toch nog her en der verbrand waren.
Na de tent ingeruimd te hebben, wandelden we naar het restaurant. Buiten aten we een pizza en macaroni met gerookte zalm met een crepe met gecaramelliseerde appel als toetje. Het Ackerland van de tap smaakte na 3 bidons water prima. Na het afzien op deze langste etappe tot dan toe hadden we dat wel verdiend.
Bij het restaurant was een Fransman druk bezig een vrouw te versieren met lieve woordjes en zeer veel mimiek. Het leek wel een mimespeler. Slijmbal is in het Frans niet het juiste woord. Daar heet het charmeur.

Geen opmerkingen: