zaterdag 17 augustus 2013

Stand alone

De Nederlandse taal is in de loop der eeuwen een mengelmoes van diverse andere talen geworden. Leenwoorden uit het Frans en in mindere mate het Duits en het Latijn hebben hun weg in onze taal gevonden. Na de Tweede Wereldoorlog heeft vooral het Engels veel invloed op onze taal gekregen.
Zo heeft Rijnsburg sinds begin april een bibliotheek, waar de werknemers in hun eentje uitleendiensten draaien. In het vakjargon heet dit een stand alone-bibliotheek.
Het heeft er dus niets mee te maken, dat niemand met mij wilde werken, dat ik vanochtend in mijn eentje in de Rijnsburgse bibliotheek mijn werk deed.

Het was de slotdag van de Rijnsburgse feestweek. Ik wist dus helemaal niet, wat ik kon verwachten. Het kon extreem rustig worden, maar net zo goed extreem druk.
Het eerste uur was vrij stil. Dat kwam mooi uit. Daar dit de eerste keer was, dat ik daar in mijn eentje stond, kon ik rustig uitzoeken, waar alles stond. Om 11 uur werd het lekker loperig tot half 1, waarna het weer inzakte met de drukte. Met een keurig leeggeruimde kast van teruggekomen boeken verliet ik het pand.
Met een paar stalpoten. Wat dat aangaat kun je het stand alone zeer letterlijk nemen. Voor het personeel is er geen enkele mogelijkheid om te kunnen zitten. Het is de bedoeling, dat we door de uitleenruimte lopen en opruimen. Daar ben ik het mee eens.
Maar er zijn ook momenten, dat je leden in moet schrijven of iets op de catalogus of op internet op moet zoeken. Het lijkt me heel gezond, dat je dan even op een kruk kunt zitten en je benen even kunt ontspannen. Een knipperlicht gaat langer mee dan een lamp, die constant brandt!
Komende week ga ik als preventiemedewerker even uitzoeken, wat de ARBO-wetgeving hierover zegt.
Mijn fiets had ik buiten het feestgedruis gestald: onder het afdak van de oude bibliotheek aan de Smidstraat. Daar vandaan reed ik naar de volkstuin, waar ik met Ada zou lunchen. Op het fietspad vlak bij de tuin kwam ik Douwe Kinkel tegen. Uiteraard stopten we even om met elkaar te praten. In de zomer zien we elkaar niet zo vaak, maar met natuurijs ligt dat een slag anders.

We hebben samen heel wat toertochten gereden, zoals de 200 km op de Weissensee.
Gezelligheid kent geen tijd. Ik kwam dus wat later op de tuin aan. Ada had de hele ochtend al op de tuin gewerkt, dus zij was hongerig.
Na de lunch hielp ik haar nog met een kleine klus, waarna ik naar huis fietste. Na de w.c's schoongemaakt te hebben ging ik hardlopen. Geheel in de geest van stand alone liep ik een rondje Korte Vliet. In mijn eentje.

Geen opmerkingen: