vrijdag 15 augustus 2014

Eggegebirge en Weser

Ik had heel vast geslapen tot de haan het nodig vond om te gaan kraaien.

De slaap wilde niet meer komen. Ik bleef heel stil liggen om Ada niet wakker te maken. Ze werd om half 8 wakker en was goed uitgeslapen. Ze begon vrijwel meteen over de shampoo, die ik in de douche had laten staan. Het stond er niet meer. Het was nota bene Ike's cadeau voor Ada's verjaardag en het was niet de eerste keer, dat ik iets liet staan.
Om 10 over 9 verlieten we "Stauterrassen" en fietsten over de weg naar Schloss Neuhaus, waarmee we een bocht uitspaarden. Langs de Tallesee reden we naar Marienloh en vandaar naar Bad Lippspring.


In dit stadje zagen we de bron van de rivier, die we de afgelopen dagen gevolgd hadden: de Lippe.


Het klimmen ging beginnen. Aanvankelijk was het vals plat. Kilometerslang voelde het fietsen niet lekker, terwijl het er vlak uit zag, maar vanaf Schlangen begon het echte klimmen richting Kohlstadt.
Hier dachten we wat te kunnen drinken, maar helaas, we zagen geen Gasthaus. We moesten dus verder langs de beek door het Eggegebirgte, de zuidelijke uitloper van het Teutoburger Wald. Er zaten enkele pittige stukken in waarbij we tot 350 meter hoogte klommen.

Vlak voor Horn kruisten we de R1 naar Berlijn. Door de bossen reden we oostwaarts, waarbij we op het aan het water gelegen terras van restaurant "Silbermühle" stuitten. Hier namen we 2 Himbeertorte met cappuccino en een glas koude melk.
Via Leopoldstal fietsten we naar Vinsebeck. De weg slingerde en ging op en af. Uiteindelijk kwamen we in een prachtig gebied, waar bos en akkers elkaar in een hoog tempo afwisselden. Langs een beek klommen we etage na etage iets hoger. Dientengevolge werd het uitzicht steeds wat mooier.

Onder een oeroude linde genoten we hiervan, terwijl we lunchten.


Na de hele dag in de zon te hebben gereden, begon het steeds bewolkter te worden. In de verte zag je wolken van een bedenkelijke kleur.

"Het zal toch niet?", dacht ik, want 4 jaar geleden moesten we in dit deel van de R1 schuilen voor een wolkbreuk. De schuur tussen Bredenborn en Vörden werd snel gevonden en het droge uitzicht werd op de foto gezet.

Het verschil met 2010 is duidelijk te zien.



De donkere lucht leek langs ons heen te trekken, toen we na de lange klim bij Eilversen aan de lange afdaling begonnen. We daalden over vals plat zo'n 10 kilometer lang. Halverwege bereikte de regen ons. Bij een speeltuin konden we schuilen. Een vrouw uit Nijmegen volgde ons voorbeeld.
Met een kwartier vertraging bereikten we Höxter, waar we bij een bakkerij wat dronken bij een heerlijke koek. In onze regenjas fietsten we langs de Weser naar Holzminden.
Het was net droog, toen we na 88 kilometer fietsen het Mobilpark bereikten. Op deze groe camperplaats mochten we aan de oever van de Weser staan. Ada deed boodschappen, terwijl ik de tent inruimde en de € 7,50 stageld betaalde.
Om half 8 aten we tortellini's met een groenteprutje en schapenkaas met yoghurt met aardbeien toe. Ik keek naar het zuiden en had niet in de gaten, dat achter mij zich donkere wolken samenpakten. We deden alles snel in de tent, waarna ik ging afwassen om aansluitend in de tent het dagboek bij te werken.

Geen opmerkingen: