vrijdag 19 april 2013

Loslopende honden

Het is een ongemakkelijke combinatie: fietsen en loslopende honden. Tijdens fietsvakanties op het platteland krijg je soms te maken met waakse honden, die de boerderij met hand en tand denken te moeten verdedigen.

Daar mijn vader een verwoed jager was, waren er bij ons thuis altijd honden, dus angst voor honden heb ik niet.

Desondanks is zo'n keffertje toch link. Voor je het weet, komt de waakhond voor je voorwiel en loop je kans over de kop te slaan.
Menig wielrenner heeft dit aan den lijve ondervonden.

Zelf heb ik iets dergelijks een paar jaar geleden meegemaakt, toen ik op de racefiets langs de Wijde Aa achtervolgd werd door een viertal vechthonden. Door een van de honden werd ik ingehaald en om te voorkomen, dat ik over de kop zou slaan, remde ik en hield mijn fiets tussen mij en de leider van de roedel in.
In mijn leven ben ik slechts 1 keer gebeten door een hond. Dat was tijdens een collecte in Nieuw-Vennep. We verkochten kaarsen en flessen wijn voor een vredesproject voor Noord-Ierse kinderen, die een aantal weken zouden komen logeren in ons polderdorp. Een katholiek en een protestants kind zouden samen bij een gastgezin verblijven en zo kunnen ervaren, dat "the other side" ook uit gewone mensen bestond.

Bij een van de eengezinswoningen deed een kind de deur open. Een grote herder stormde naar voren en voor ik er erg in had was ik in mijn arm gebeten. Een half uur later haalde ik een tetanusprik bij dr. Van Nugteren. In die jaren kon je, ook al had hij geen dienst, toch "gewoon" op zaterdagmiddag bij je huisarts terecht.
Maar dit terzijde. Vandaag was het dan zo ver. Een tweetal vrouwen liep in de Stevenshof luid beppend hun honden uit te laten op het fietspad. Een van de vrouwen had mij in de gaten en bleef staan. Met een boog reed ik om haar heen, maar de tweede vrouw keek nergens naar en stak schuin het fietspad over.

Ik remde flink af, en dat was mijn redding, want de vrouw riep haar loslopende hond, die goed luisterde en zo precies voor mijn voorwiel liep. Ik kon de hond niet meer ontwijken, maar doordat ik niet hard meer reed, was de botsing gelukkig ook niet hard en sloeg ik niet over de kop.
Het liep met een sisser af. Zowel de hond als ik hadden geluk.

Geen opmerkingen: