Over het hoge bruggetje over de Vliet trapte ik naar de Doezastraat, waar ik bij Van der Horst met het oog op het volgende schaatsseizoen alvast een pasfoto liet maken voor het abonnement van de Leidse IJshal.

Op de officiële pasfoto's moet je chagrijnig kijken en als er nou iets is wat ik niet doe als ik mag schaatsen.....
Na bij "De Helianth" de voedselvoorraad ingeslagen te hebben, fietste ik weer huiswaarts, waar ik mijn schaatsen sleep alvorens in een half uur een rondje van 6 kilometer langs de nu nog groene rand van de Stevenshof te lopen.

Na met Ada geluncht te hebben gingen we naar de Lokhorstkerk, waar we onder leiding van Wim de Ru gingen repeteren met de Leidse Koorprojecten. Bij binnenkomst kregen we een aantal nieuwe muziekstukken, waarvan we terstond begonnen met "Pater Noster" van Hendrik Andriessen.
Opvallend was de opkomst van de bassen: we waren slechts met 5 man! De dirigent liet wijselijk de splitsing in eerste en tweede bassen maar achterwege. Desondanks zouden de Groningers, net als met de gaswinning, zeggen: "'t Kon minder!"
In de pauze konden we in het maartzonnetje buiten zitten op het binnenpleintje achter de Lokhorstkerk. Na van de buitenlucht genoten te hebben, gingen we aan de sla met "False love" van Edward Elgar.
De repetitie werd besloten met het eerste gedeelte van "Blest pair of Sirens" van Charles Hubert Parry. Door de lage opkomst der bassen, hetgeen natuurlijk volledig klopt, want bas betekent "laag", werd het achtstemmige stuk zevenstemmig.

Maar goed, bij de verkiezingen van de Provinciale Staten zal de opkomst ook niet al te hoog zijn. Dus wat dat aangaat hebben we de tijdgeest mee.
Het vreemde was, dat het oefenen van de drie afzonderlijke delen wel goed ging, maar dat bij het achter elkaar doorzingen de aansluitingen niet bepaald vlekkeloos verliepen. Er is dus nog wat werk aan de winkel.

Dat geldt niet voor Koen Verweij. Voor hem zit het seizoen er op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten