Stilte na de storm.
Om 5 uur werd ik wakker voor een toiletbezoek. De slaap kwam niet meer terug en op wat gekwetter van de vogels na was het stil. Ada sliep de slaap der rechtvaardigen.
Om half 7 ontwaakte ook zij en konden we de tent leegruimen en kletsnat opruimen. De buitentent was kletsnat aan de binnenzijde. Toen de tent in de rekken zat, wandelden we naar het clubgebouw van de Fivel Scoutinggroep. Daar bleek het brood bijna op. We konden nog net wat brood smeren voor onderweg.
Het bestond uit een tweetal borden havermoutpap. Wie mij altijd al een papkindje vond, vandaag kan ik dat niet ontkennen....
Desondanks maakte ik als specialist de grote pan schoon en hielp een reisgenoot bij het afbreken van haar tent.
Om 9 uur vetrokken we naar het centrum van Delfzijl met de hele groep. Vandaar trapten we naar het industrieterrein bij Farmsum, waarvan een journalist onlangs ontdekte, dat er via een pijpleiding van FrieslandCampina anderhalve kilometer uit de kust illegaal afvalwater werd geloosd met allerhande chemische stoffen.
Hier hielden we met ruim 40 Luchtfietsers een kleine demonstratie, waarbij de beveiliging snel een oogje in het zeil kwam houden. Na een ritje langs de chemische industrie kwamen we bij de Dollarddijk, waar de dollartekens in de ogen niet meer telden.
We passeerden het pittoreske Termunterzijl en over dijken met veel grazende schapen trapten we naar de Punt van Reide. Daar stopte de groep, waar ik mee reed, bij een plek, waar je naar zeehonden kon kijken. Eén van de medefietsers telde er maar liefst 45.
(Klik op de foto om te vergroten)
Daar de zwemgroep, die gekscherend de Baptisten werden genoemd, een kilometer eerder waren gestopt, fietste ik terug voor een frisse duik in de Dollard. Toen ik zag, dat het minimaal 300 meter lopen was naar de plek, waar je het water in kon, besloot ik om met Ada naar de zeehonden te gaan kijken.
Vandaar fietsten we in kleine groepjes naar Nieuwe Statenzijl, waar we koffie en warme chocolademelk dronken. Na een klein half uur rust reden we ongemerkt Deutschland binnen.
Over stille weggetjes pedaleerden we naar Ditzum, waar we het veerpont over de Eems naar Petkum zouden nemen.
Het lied van Drs. P. schoot me onmiddellijk te binnen, toen ik de overvolle boot met ruim 50 fietsers zag. We konden geen kant meer op.
De boot zelf gelukkig wel en zodoende bereikten we een kwartier later veilig de overkant van de rivier.
Op een drietal Luchtfietsers na, die niet meer mee konden met de boot van 1 uur, reden we vanaf Petkum naar Emden. Een deel ging direct naar de Volkshochschule, een ander deel naar het Ökowerk. In een oude boomgaard met veel biodiversiteit en een variëteit aan ecologische tuinbouw kregen we een rondleiding.
De zon was doorgebroken en het was meteen behoorlijk warm.
Na een uur in de tuin fietsten we ook naar de Volkshochschule.
Daar werden we gastvrij onthaald met een verse wafel, krentenbrood, koffie, thee en diverse vruchtensappen. Als dank zongen we "Das Wattenlied" met een blokfluit en lepels als instrumentarium. Dat ging dusdanig goed, dat we het nogmaals mochten zingen.
In kleine groepen verlieten we Emden, hoewel sommigen na een rondrit van 6 kilometer wederom bij de Volkshochschule uitkwamen. Met Ada als kaartlezer wist ik, dat het met ons groepje wel goed zou komen.
Ik heb op dat vlak 42 jaar ervaring. Zelfs een originele Umleitung bracht haar niet uit haar evenwicht. Over veel stille weggetjes en soms over zeer drukke wegen waar keihard werd gereden. Gelukkig konden we deze wegen snel verlaten voor zeer stille fietspaden.
Om half 7 waren we bij de Wassersportverein Norden, waar we langs een riviertje onze tent konden opzetten onder een oude linde.
Deze had de storm ongeschonden overleefd. Dat konden diverse bomen op onze route niet zeggen gezien de grote hoeveelheid afgerukte takken.
Ik douchte me en kon meteen aanschuiven bij de venkelsoep en de rijst met tuinbonen. In de gezellige keuken schreef ik het dagboek bij na 91 kilometer fietsen om de Dollard heen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten