Vandaag was het in weerkundig opzicht een bijzondere dag. In het zuiden van het land kwam de regen met bakken uit de lucht vallen, hier vertrok ik onder een dreigend wolkendek naar mijn werk in Hoornes/Rijnsoever, maar je kon zien, dat de bui net ten zuiden van ons zou langstrekken.
Zoals je aan het weer niets kunt veranderen, kun je dat aan het verleden ook niet. De schandvlek van het slavernijverleden is inderdaad een zwarte bladzijde in onze geschiedenis. Vandaag wordt de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 herdacht op Ketikoti.
Het Hollandse poldermodel kwam daarbij duidelijk naar voren. De slavenhouders werden schadeloos gesteld en kregen 300 gulden voor iedere slaaf, omdat ze werden beroofd van hun "verdienmodel".
De vrijgemaakte slaven werden verplicht nog 10 jaar op contractbasis te blijven werken. In gewoon Nederlands is hier sprake van onvervalste dwangarbeid.
Dit jaar was "Black lives matter" prominent aanwezig bij Ketikoti, dat "Ketenen gebroken" betekent.
Ik ga de psychologische effecten van de slavernij niet bagatelliseren, want trauma's van een paar generaties terug kunnen mensenlevens nog steeds nadelig beïnvloeden.
Ik ga ook niet beweren, dat iedereen in Nederland gelijke kansen heeft. Dat is niet zo. En dat is ook nooit zo geweest. Pas in de jaren '60 werd het gewoon, dat arbeiderskinderen gingen studeren. Het heeft geleid tot een hoogopgeleide bevolking. Maar ook dit leidde niet automatisch tot gelijke kansen. Voor sommige functies lijkt het hebben van kennissen belangrijker dan het hebben van kennis.
Het is zonneklaar, dat nieuwkomers in Nederland met een achterstand moeten beginnen, doordat zij dit netwerk ontberen. Toch biedt dit kleine landje hen wel degelijk kansen om naar de top door te breken. Wie rond de eeuwwisseling voorspeld had, dat de burgemeesters van Rotterdam en Arnhem en de voorzitter van de Tweede Kamer van Marokkaanse afkomst zouden zijn, die zou vermoedelijk voor gek zijn verklaard.
En toch is dit gebeurd! Een teken, dat Nederland wel degelijk open staat voor het bieden van kansen, ook al is er van kansengelijkheid lang niet altijd sprake. Dat was in de tijd van Jan Pieterszoon Coen wel anders.
De Slachter van Banda zou heden ten dage aangeklaagd worden wegens genocide. De Zeven Provinciën waren in die tijd een geduchte zeemacht en de slavenhandel was een winstgevende bezigheid, waarbij de koopman het op alle fronten won van de dominee.
Er is in die tijd grof geld verdiend met grof geweld. Toch leidde de Gouden Eeuw niet bepaald tot rijkdom voor iedereen. Voor de meeste Nederlanders was het gewoon sappelen.
Breng eens een bezoek aan de Lakenhal in ons mooie Leiden. Daar kunt u met eigen ogen aanschouwen, dat de lakenindustrie voornamelijk draaide op flink onderbetaalde huisvlijt.
Op de dag van Ketikoti werd er in de Tweede Kamer fel gediscussieerd over het slavernijverleden. Excuses van de regering zullen er niet komen, want daar hangt een prijskaartje aan. En verder kan niemand persoonlijk aangesproken worden over de slavernij, die ruim anderhalve eeuw geleden is afgeschaft. Er is grof aan verdiend, maar het grootste deel van de Nederlandse bevolking had toen ook niets in de melk te brokkelen.
De nazaten van de slaven en van de kleine luyden zullen het samen moeten zien te rooien in dit lage land aan de Noordzee. Het verleden kunnen we niet veranderen, maar de toekomst maken we zelf!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten