woensdag 15 augustus 2012

Zomerse Molentocht

Het was gisteren mijn laatste vakantiedag. Ada was al aan het werk. Nu is deze week Ana's broer José bij ons te gast, dus dan worden de highlights van Nederland bezocht. Zondag was Siebe met hen naar de Zaanse Schans gegaan, maandag waren broer en zus naar Mokum afgereisd.
En als je de meest karakteristieke plekken van Nederland wilt zien, dan mag een rondje Kaag natuurlijk niet ontbreken. En hoewel mijn voorkeur uitgaat naar de winterse Molen- en Merentocht, vind ik de zomerse variant ook niet te versmaden.

Ik had 's ochtends gebeld, of mijn zus Trees thuis was. Dat was het geval, dus wij hadden meteen een prima plek voor een koffiestop.
Om 11 uur vertrokken wij met sluierbewolking, maar het was behoorlijk warm. Langs de Leidse IJshal fietsten we naar de Zijlpoort om langs "'t Dobbertje" naar camping "'t Haasje", waar we om 12 aankwamen. We moesten een kwartier wachten op het pontje over de Kaag. Er stonden nog 3 fietsers voor ons te wachten. In die 15 minuten kwamen er nog minimaal 10 andere fietsers aangereden. Er kunnen slechts 12 fietsen mee. De laatst aangekomenen moesten dus een half uur wachten.
In een minuut of 10 staken we de Kaag over, ongeveer op dezelfde plek, waarop we in februari ook dit meer overstaken.

Maar eerlijk is eerlijk: ook in de zomer is het mooi!
Na een fietstocht over Kaageiland volgde het tweede pontje: dat naar de Buitenkaag. En nu volgde voor mij als geboren en getogen Hollander iets bijzonders. José maakte heel enthousiast een foto. Voor ons is zo'n pontje iets heel gewoons, voor iemand uit de bergen van Asturias is het heel bijzonder.
Wat ook heel bijzonder was, was het weer. Bij de overtocht over De Kaag zagen we het al betrekken, en gezeten onder een zonnescherm bij Cor en Trees zag het er naar uit, dat we een flinke bui zouden kunnen krijgen. Verder dan een paar druppels kwamen we niet, maar we hoorden wel de donder diverse keren.
Hoezeer dat het geval was geweest, bleek toen we de Ringvaartdijk op draaiden. Ik kwam Alie en Martien Wijnands tegen. Mijn vaste trainingsmaat bij de "krasse knarren" op donderdagmorgen en zijn vrouw waren drijfnat. Bij Nieuwe Wetering was het flink tekeer gegaan. Een plaatselijke bui heet dat in jargon.
We moesten naar Nieuwe Wetering trouwens weer met een pontje. De brug over de Ringvaart wordt momenteel vervangen.

Via de molens en het beeld van Joop Zoetemelk bij Rijpwetering, Hoogmade met de plek, waar het geboortehuis van mijn moeder stond en de Ruigekade reden we Leiderdorp in, waar we een ijsje namen. Daar we een toeristische route namen, deed ik op onze tocht dwars door Leiden uiteraard ook het Rapenburg aan. Om kwart over 4 waren we weer thuis na een mooie, 40 km lange zomerse Molentocht.

Om 7 uur zat ik weer op de fiets om naar de wekelijkse droogtraining van de IJVL te gaan. Droog hielden we het niet. De combinatie van warmte en hoge luchtvochtigheid zorgde er voor, dat we flink moesten zweten. Vooral omdat we een pittige training hadden met sprongen op de trappen van Leiden Lammenschans, gevolgd door de touwladder in Cronesteyn, waar we ook een vijftal Steigerungen en een piramide met redelijk voluit hardlopen deden met tussendoor 30 seconden dribbelen.


Als uitsmijter kregen we een sprintoefening in de elastieken, zoals Usain Bolt deze ook uitvoert. Bij deze is deze Jamaïcaan gewaarschuwd.


Wij deden het met zoveel kracht, dat een van de elastieken knapte.

Daar de herenkleedkamer van Swift dichtgeschroefd zat, moesten we de kleedkamer met de dames delen. Teneinde krantenkoppen als "Scheve schaatsen bij IJssportvereniging" in het Leidsch Dagblad te voorkomen, gingen de dames douchen, terwijl wij nog een partijtje blokjesvoetbal speelden, met halfgevulde bidons als blokjes. De meesten van ons hadden dit voor het laatst op de lagere school gespeeld. Best afmattend, doordat je constant mooest kappen, draaien en keren.
Na een training van 2 uur was het luie zweet er wel uit!

Geen opmerkingen: