zaterdag 22 december 2012

Vreemde vogels van de Apocalyps

Zo, weer een Apocalyps overleefd. Hoeveel dat er zijn in mijn leven, weet ik niet precies meer. Wel dat er op gezette tijden wat mensen rond gaan bazuinen, dat het laatste uur geslagen heeft.
De meest serieuze bedreiging was de Cuba-crisis, dit jaar een halve eeuw geleden, waarbij de USA en de USSR op het randje van een atoomoorlog hebben gebalanceerd. Als kind van 7 ontging mij dat volledig. Volkomen naïef genoot ik een paar maanden later van de strengste winter in de Koude oorlog. In 1962-1963 heb ik op de Hoofdvaart in Nieuw-Vennep leren schaatsen.
Daar speelde een paar jaar later zich het volgende tafereel af. Ik was met mijn toenmalige schoolvriendje, Frans van Vlimmeren, die op 13-jarige leeftijd tragisch is overleden, Indiaantje aan het spelen bij ons thuis. Op deze zondagmiddag kwamen een paar Jehova's getuigen bij ons aan de deur om het einde der tijden aan te kondigen.
Frans en ik waren met een lasso aan het oefenen en zowaar, ik ving een Jehova's getuige! Ik had geen profetische gaven nodig om te zien, dat hij dit niet zo waardeerde. Als het aan hem gelegen had, zou ik niet behoren tot de 144.000 uitverkorenen, die gered zouden worden. Daar ik toch reddeloos verloren was, maakte hij maar rechtsomkeer zonder bij onze huisdeur aangebeld te hebben.
De volgende onheilsprofeet was Hal Lindsay, die in de jaren '70 schatrijk geworden is met de verkoop van "De planeet, die Aarde heette" en meer van dit soort vakliteratuur voor doemdenkers.
Daarna was er om de paar jaar wel iemand, die op grond van vage berekeningen precies wist aan te geven, wanneer het einde der tijden aan zou breken. Het aflopen van de Mayakalender was de zoveelste voorspelling in dit genre.

Ik werd gisterenochtende dus gewoon wakker naast mijn eigen Calender girl voor de zoveelste regendag in december. Op deze kortste dag van het jaar was er geen sprake van, dat de hemel kraakte in zijn voegen.

Wel kwamen er wat vreemde vogels langs op de eerste dag van de winter. Allereerst moest ik op mijn werk een vrouw helpen met het vergroot kopiëren van foto's. Een ervan was van een pestvogel, vaak maar helaas niet altijd de aankondiging van een koude winter(periode), die eerder deze week in Katwijk was gefotografeerd door haar schoonzoon.
Op weg naar huis kwam bij het opdraaien van de Kooltuinweg een grote vogel vlak voor me uit vliegen. Het was onmiskenbaar een roofvogel. Vorige week donderdag had ik, rijdend op de Cantineweg, deze roofvogel weggejaagd zien worden door een drietal eksters. Ze vlogen echter te ver weg om te kunnen zien, welke roofvogel het was.
Gisteren was het duidelijk, toen de roofvogel boven op een verkeersbord ging zitten.
Het was een havik. Zo dichtbij zie je ze meestal niet in de vrije natuur.

Een paar uur later was ik bij de Leidse IJshal, waar ik les mocht geven aan kinderen van de IJVL. Zoals gewoonlijk bij het begin van een schoolvakantie ontbraken er een aantal. Er zijn altijd gezinnen, die op vakantie gaan.

Na de langste nacht ging ik vanmorgen met Ada boodschappen doen, om 's middags samen naar Voorschoten te fietsen. Ada's moeder was jarig. Om 10 over 2 waren we er, 3 kwartier later ging ik er alweer vandoor. Ik had om 3 uur met Hans Boers, net zomin als Ada een doemdenker, afgesproken bij station Voorschoten. We zouden een rondje door "de Horsten" gaan lopen.
In de langdurige regen zagen we zowaar nog een andere hardloper. Wandelaars zijn we niet tegengekomen, net zo min als vreemde vogels.

Die zijn in de aanloop naar het einde van de Mayakalender al genoeg op de beeldbuis geweest.

Geen opmerkingen: