De weg naar de Zevenheuvelenloop was er een met veel hobbels en obstakels. Het begon met een buikgriep vorige week. Iedere sporter weet, dat je na een griep conditioneel een jasje uit doet.
Daar achteraan kwam een flinke verkoudheid. Ik hield het op de been, maar daar was alles ook mee gezegd. Een ideale voorbereiding ziet er totaal anders uit.
Het weer daarentegen was wel prima. Zeker voor een winterliefhebber. Aan de grond had het in vrijwel het hele land gevroren. Het zou een koude maar zonnige loop worden.Waar normaal gesproken een treinreis naar Nijmegen geen noemenswaardige hindernissen met zich meebrengt, daar lag het vandaag een slagje anders.
Doordat zowel de Schiphollijn als de spoorlijn tussen Den Haag eruit lag, net als de lijn tussen Rotterdam en Dordrecht, was er feitelijk slecht de spoorlijn van Leiden naar Utrecht beschikbaar. Waar andere jaren De Vink mijn startstation was, fietste ik nu naar Leiden Centraal, waar ik met Walter en Marnix Boon afgesproken had.
Gezamenlijk reisden we naar Nijmegen toe. Behalve in Utrecht moesten we ook in Arnhem overstappen. Er was tussen Arnhem en Nijmegen een sein- en wisselstoring, zodat er minder treinen reden. De weg naar de Zevenheuvelenloop was in meerdere opzichten een hindernisrace.
In een parkeergarage konden we ons omkleden. Walter en ik bleven hier zo lang mogelijk. Warm was het er niet, maar toch wel behaaglijker dan in de koude wind.
Ik zocht een plekje in de zon. Doordat deze ook nog eens in de luwte lag, was het er goed uit te houden.
Toen de hekken van startvak groen open gingen, sprintte ik langs de kant naar voren in het oranje vak voor me. Ik wurmde me daar een klein beetje naar voren. Soms ik het handig als je klein bent.
Na eer kwartier, toen de wedstrijdlopers al bij Groesbeek waren, kon ik beginnen aan mijn Zevenheuvelenloop.
Ondanks de niet bepaald vlekkeloze voorbereiding liep ik toch wel gemakkelijk. Zelden ging een kilometer in meer dan 5 minuten. Het was een behoorlijk vlakke race. De snelste kilometer ging in 4.44, de langzaamste in 5.10.
Bij het 10 kilomertepunt hoorde ik, dat Joshua Cheptegui een wereldrecord op de 15 kilometer had gelopen. De omstandigheden waren dus goed.
Zelf deed ik zo'n 48.37 over de 10 kilometer. Geen supertijd, maar wel gewoon heel degelijk. De eerste en de tweede 5 kilometer gingen precies even snel.
Met name in de slotkilometers had ik wat tijd verloren. Ik had toch wat minder kracht als gebruikelijk. Ik kon gewoon niet extra aanzetten, ondanks dat het parcours grotendeels dalend was.
In exact 25 minuten rondde ik de laatste 5 kilometer van de Zevenheuvelenloop af. Vooraf had ik voor die tijd getekend, achteraf zag ik nog wel wat puntjes voor verbetering.
Ik haalde mijn hardloopjack van het spijlenhek af en wandelde naar de parkeergarage, waar ik de gebroeders Boon tegenkwam. Marnix had de 15 kilometer in 1.02.34 afgerond en Walter in 1.09.10.
We hadden de trein van 15.13. Het treinverkeer reed weer volgens het boekje.
Ik reisde door naar Haarlem, waar ik Ada ontmoette. We wandelden naar de parkeergarage in de De Witstraat, waar we met de vriendengroep , die naar "Emily" geweest waren, aten in "De Dakkas".
We hadden een prachtig uitzicht over de Haarlemse binnenstad bij een prachtige zonsondergang.
Het was ook een bijzondere gelegenheid. Het was de eerste keer na de crematie van Tim de Beer, dat we in dit gezelschap bij elkaar waren. Het was reuze gezellig, maar tegelijkertijd voelde je het gemis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten