Dit deed ik met een van Mart Moraal geleende transponder. Iedere keer als ik de finishlijn passeerde verscheen op het scorebord "Tandje erbij" met de rondetijd erbij.
Een kleine week later was in de Leidse IJshal de laatste seizoenstraining van de "Krasse knarren", die we altijd gezellig afsluiten.
Bij het afscheid zei ik tegen trainingsmaat Arthur van Winsen, die als regulier tandarts is gestopt, maar nog een dag in de week werkt voor de lastige behandelingen: "Ik hoop, dat ik nooit bij jou terecht kom."
Nog geen maand later fietste ik naar zijn tandartspraktijk toe....
Er moest een hoektand getrokken worden. Het was dus in een maand tijd van een tandje erbij naar een tandje minder. Wat dat aangaat wordt het met mij steeds minder.
Om half 10 stapte ik de praktijkruimte binnen en eerst hadden we het over schaatsen, skeeleren en hardlopen, voordat de verdoving zijn heilzame werking deed en Arthur kon gaan wrikken. Een minuut of 10 later was de hoektand eruit. Ik had er niets van gevoeld. Nadat de hechtingen eveneens vakkundig waren aangebracht, kon deze bikkel van de stoel stappen.
Wat dat aangaat is mijn gebit te vergelijken met de Notre Dame: de restauratie gaat tientallen jaren duren. Anders gezegd: het is een gebed zonder end.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten