Wij hadden heerlijk geslapen in deze vorstrijke winternacht.
Op klomphoogte was er sprake van matige vorst.
Terwijl wij op één oor lagen, werd er door een groep vrijwilligers van de Warmondse IJsclub hard gewerkt om de dunne ijsvloer op de skeelerbaan weer schaatsbaar te maken.
Om 7 uur stonden we naast ons bed en trokken we onze schaatskleding aan om na het ontbijt naar Warmond toe te gaan. De bevestiging, hoe laat de ijsbaan open zou gaan, konden we om half 8 niet vinden, zodat we er maar op gokten, dat we om 9 uur zouden kunnen schaatsen.
Bij aankomst was het al flink druk op het ijs. Veel drukker dan bij het kwartiertje schaatsen van gisteren. Op de lagere school was ik immers ook op mijn best tijdens het speelkwartier.
Er was een behoorlijk grote groep "Krasse knarren" aanwezig, dus in IJshal De Vliet zal het vanmorgen wel rustig geweest zijn. Met Bauke Dooper in mijn kielzog vormde ik al snel een treintje, dat allengs groter werd. Vanaf de eerste ronde reed ik op kop van dit peloton.
Het was een echte natuurijstraining. Je moest je spoor zoeken. Daar ik hier redelijk bedreven in ben, loodste ik het pelotonnetje veilig tussen de pylonen door, die op een gegeven bij zwakke plekken op het ijs gezet werden.
Inmiddels reed Edwin Minnee achter me in het winterzonnetje, waar we een schaterlach niet konden onderdrukken. Toen ik een klein uurtje op kop gereden had zei een man, die ook in ons treintje meereed: "Die vrouw rijdt wel erg lang op kop!"
Edwin zei: "Dat is een man."
Daarop kreeg hij als antwoord: Ik dacht dat het een vrouw was door het lange grijze haar, dat onder de helm uit kwam."
De Katwijkse kapper maakte het vakkundig af: "Het ergste van alles is: ik ben zijn kapper...."
René Strelzyn maakte een mooi filmpje, dat de heerlijke schaatsochtend goed samenvatte.
Ik reed 2 uur lang op kop bij het rijden van de rondjes van 300 meter. Halverwege dacht ik, dat mijn rechterschaats bot was. Deze gleed steeds weg. Toen ik wat verder van de binnenkant van de baan af ging rijden, kreeg ik weer meer grip op het ijs. Door het witte schaafsel bleef dit ijs gek genoeg langer goed. Aan de binnenrand zag je het al een klein beetje dooien.
Na 2 uur kopwerk stopte ik, daar de blaas geleegd moest worden. Het was een prima training voor de Bert Grotenhuis Bokaal, die over een kleine maand weer op het programma staat. Na 40 kilometer schaatsen nam ik een warme chocolademelk en een gevulde koek en praatte ik een half uur met een groepje "Krasse knarren" in de kantine.
Van het plan om nog een keer het ijs op te gaan zag ik maar af. Ik had mijn vrouw beloofd, dat ik op de volkstuin zou komen lunchen. Ik zou thuis het brood klaar maken....
Ik wilde niet te laat komen.
Na de lunch in het zonnetje op de tuin, hielp ik Ada, die vanmorgen veel met Nicolien van der Hoorn had geschaatst, met allerlei sjouwklusjes.
Ada heeft groene vingers, ik kreeg vuile vingers....
dinsdag 18 februari 2025
"Die vrouw rijdt wel erg lang op kop!"
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten