zondag 15 november 2015

Elfstedenhal


Met de droogtrainingsgroep van de IJVL doen we na het zomerseizoen meestal iets leuks. Zoals bijvoorbeeld Drakenbootroeien. Dit keer was de keuze gevallen op de Elfstedenhal in Leeuwarden, die deze week op de elfde van de elfde officieel is geopend. Niet door een bobo, ook niet door een van de winnaars van de Elfstedentocht, maar door Wim Weenk, de laatst binnengekomen toerschaatser in de Tocht der Tochten van 1997.

Samen met Jos Drabbels fietste ik met de harde wind in de rug naar de Leidse IJshal, waar vandaan we om even over 9 vertrokken naar Fryslân.

Met Jos, Jaap de Gorter, Aart-Jan Schakenbos en Tom-Tom reed ik met Hans Boers mee. Tijdens de heenreis was de hoofdrol weggelegd voor Tom-Tom. Terwijl Hans reed, voerde Jaap het adres van de nieuwe kunstijsbaan in Ljouwert in. Dit leidde tot enkele opzienbarende resultaten. Op de A44 verscheen opeens een route via Rotterdam naar Norwich in Engeland! Een ongetwijfeld mooie route, maar voor ons schaatsers niet de meest praktische.
Dat gold ook voor onze aankomst bij de hoofdstad van Fryslân. De afslag naar de ijsbaan werd door Tom-Tom niet aangegeven. In plaats daarvan zag je op onze Tom-Tom de auto door de weilanden rijden en soms zelfs door sloten en vaarten. En wij maar denken, dat we op een nieuwe snelweg reden. Bij Goutum konden we keren en alsnog naar de Elfstedenhal rijden.

De bewegwijzering hier naar toe ontbrak. Eigenlijk moet je komend vanaf de Afsluitdijk de eerste afslag in Leeuwarden hebben. De glazen piramide is een mooi herkenningspunt. De Elfstedenhal ligt hier pal om de hoek. Voor de ingang staat het beroemde standbeeld "De Elfstedenrijder" met op de sokkel de namen van alle winnaars van de Elfstedentochten, op die van 1956 na dan.

Na de koffie en warme chocolademelk begaven we ons naar de hal, waar we onder leiding van Pieter Smit eerst twee rondjes inliepen, voordat we het ijs op gingen.

Het moet gezegd: Leeuwarden heeft een prachtige overdekte baan met spiegelglad ijs. Een van de aanwezigen gebruikte het woord "Heerenveenijs" en daar is geen woord van gelogen.

Op dat ijs kregen we een serie technische oefeningen oefeningen voorgeschoteld. Voor de lunchpauze lag de nadruk op het rechte eind. Vooral het laten hangen van het been achter de knie van het standbeen kreeg de volle aandacht. Van hieruit volgde een aantal andere oefeningen, die op deze uitgangshouding voortborduurden.

Onder de lunchpauze vertelde Henk Eveleens over de hoogteziekte, die hij tijdens een klimvakantie had opgelopen, toen hij in één dag van 1800 naar 3200 meter hoogte was gegaan.

Tijdens zijn verhaal maakte hij een opmerking, die je bij mij in de buurt beter niet kunt maken: "Ik was helemaal in de war."
Met dit intikkertje wist ik wel raad: "Dat denken wij al jaren, Henk!"
Toen zijn partner dit aanvulde met "Ik merkte geen verschil", toen klonk mijn schaterlach door de kantine van de Elfstedenhal.
Voordat ik mijn kluunschaatsen weer aantrok praatte ik een kwartiertje bij met Jelle Sybesma, met wie ik ooit twee weken langs de Loire heb gefietst.

Jelle had nog niet in de Elfstedenhal geschaatst, maar hij was absoluut van plan om het binnenkort te gaan doen. Ik kan het iedere Fries, en niet alleen hen, van harte aanbevelen.

Bij de middagsessie stond de bochtentechniek in het middelpunt van de belangstelling. Als huiswerk hadden we het bekijken van dit filmpje van Haralds Silovs opgekregen.

Voor jullie heb ik dat ook: zoek de 7 verschillen.

Met deze techniek van Silovs gingen wij aan de slag. Op ons niveau dan. Een belangrijke aanwijzing was, dat je met rechts kort moet afzetten in de bocht. Doe je het te lang, dan komt het afzetbeen veel te ver van het lichaamszwaartepunt af te staan en wordt het lastig om het been daarna goed te plaatsen. Geheel per ongeluk deed ik dit deel van de bochtentechniek al jaren goed. Of dat voor de rest ook geldt?

Tijdens de dweilpauze zagen Jaap en ik het bordje Boksumerdam, in 1997 en in 2012 ons opstappunt bij de enige echte Elfstedentocht voor alternatievelingen.

De slotoefening was zo stil mogelijk schaatsen. Met klapschaatsen kun je dan horen, of iemand goed zijwaarts afzet. Hoe harder je hoort klappen, hoe verder iemand naar achteren afzet. In de loop van de dag had ik Hans, Jante Vernhout en Gera van Duijvenvoorde hier al op gewezen. Bij het stil schaatsen pikte Gera het heel goed op. Haar slag werd veel rustiger en effectiever.
Met Hans schaatste ik door tot we om 4 uur gesommeerd werden om het ijs te verlaten. Na de warme douche bedankten we de trainer met een bierpakket en superdelegeerder Jaap met het boek "Echte winters".

Het bezoek aan de Elfstedentocht is voor herhaling vatbaar. In de stromende regen reden we terug naar Leiden, terwijl we luisterden naar het nieuws over de afschuwelijke aanslagen in Parijs met het bloedbad bij het optreden van "The Eagles of Death Metal" als absoluut dieptepunt.

Bij de IJshal aangekomen fietste ik in de regen naar huis, waarna we naar Leiden Centraal fietsten. Ike vierde haar verjaardag. Ik raakte in gesprek met Matthea, die zich nog goed wist te herinneren, dat ze op 3 januari 1997 bij ons logeerde en toen in de polders en op de Rijn geschaatst had. Vooral de uitzending van het Jeugdjournaal was haar bijgebleven, met dank aan de ijspegels aan mijn snor.

En zo kwamen we na een dagje Elfstedenhal uit bij waar het bij het schaatsen echt om gaat.

Geen opmerkingen: