zaterdag 11 april 2020

Vastentijd

In de Katholieke traditie gaat aan Pasen een vastentijd van 40 dagen vooraf. Voorafgaand aan de vastentijd gaan nog even alle of in ieder geval de meeste remmen los met Carnaval. Daarvoor hoef je trouwens niet naar het Zuiden des lands. In Leiden lukt dat ook heel aardig.
Dit jaar begon de uitbraak van het coronavirus met Carnaval met Noord-Brabant als eerste brandhaard. Achteraf hebben we geluk gehad, dat door de storm heel veel carnavalsoptochten werden afgelast!
In Engeland zeggen ze dan "Every cloud has a silver lining!" of  ook wel "A blessing in disguise!"
Het aantal carnavalsvierders is meestal een stuk hoger dan degenen, die 40 dagen vasten. Het is ook moeilijk om je leuke dingen te ontzeggen.
Maar door de coronacrisis is er ineens een soort vastentijd aangebroken. Geen café's, geen restaurants, geen terrasjes met mooi weer, niet naar de film of naar een optreden van muzikanten, geen vrienden of familie, die je kunt ontmoeten. Wie dat in januari had voorspeld, was vermoedelijk in een dwangbuis afgevoerd.
Wie had kunnen denken, dat alle 500 uitvoeringen van de "Matthäus Passion" zouden worden afgelast?
Ook alle sportwedstrijden moesten er aan geloven. Trainen kan alleen nog maar in je eentje of hooguit met één trainingsmaat. Als dat geen vasten is!
Dit ging alle voorstellingsvermogen te boven. Vandaar dat geen enkele paragnost in 2019 DE pandemie, die de hele wereld op zijn kop zet, voorspeld heeft.
Geen enkele ziener? Wellicht toch eentje....
Op de laatste dag van de vastentijd had ik zeer vast geslapen. Ik werd pas om half 8 wakker. Om kwart over 9 fietste ik met mijn vrouw naar "De Helianth". Daar er slechts een van ons naar binnen mocht, reed ik door naar het Rapenburg, waar ik bij Jeugdboekhandel "Silvester" het bestelde boek "Door wilskracht zegevieren" van Jurryt van de Vooren ophaalde.
Dan kunnen wij wel doen of we het moeilijk hebben, maar 75 jaar geleden was het toch echt onnoemelijk veel zwaarder.
Om half 12 begon ik aan mijn vaste loop van 11 kilometer met viermaal een stille weg van 900 meter op en neer. Drie tractoren en eenzelfde aantal auto's passeerden mij. Verder genoot ik in het zonnetje van de gele gloed van koolzaadplanten in de berm en paardenbloemen in het weiland.
Thuis douchte ik me, waarna ik lunchte en via de Papelaan naar de volkstuin fietste. Ik was niet de enige fietser, maar iedereen hield zoveel mogelijk afstand van elkaar. Het nieuwe normaal.
Op de volkstuin had ik mijn vaste ritueel: takken knippen en planten water geven. Deze vastentijd leidt tot nieuwe vaste gewoonten.

Geen opmerkingen: