zondag 8 maart 2020

Lepelaarsloop

Drie keer uit eten in 2 dagen tijd hakt er aardig in. Zeker als je normaal gesproken zo zoutarm mogelijk eet. Dan krijg je in iets meer dan 24 uur meer zout binnen dan anders in een hele week.
Afgelopen vrijdag aten we met de kinderen van de IJVL patat in de kantine van de Leidse IJshal. Thuisgekomen wachtte mij nog een maaltijd. Onze kleinzoon bleef een nachtje logeren en hij is dol op boerenkool. Ja, en dan kan opa het natuurlijk niet maken om niet gezellig mee te eten. Dus ik prikte een vorkje mee. Dit noemen ze nou van twee walletjes eten!
Gisterenmiddag stond er een lunch in de agenda in het Panbos met Rens en Mieke, terwijl we 's avonds met Saskia, Jan, Cobie en Martin bij een Indisch restaurant in Den Haag gingen eten. Gelukkig was er Bintang-bier om de pittige kruiden enigszins te kunnen blussen.
Het was dan ook niet verbazingwekkend, dat ik in een weekeinde met veel eten en drinken en betrekkelijk weinig inspanning op de fiets  2 kilo was aangekomen. De weegschaal liegt niet.
Het spreekt voor zich, dat ik hier wat aan wilde doen. Vanmiddag ging ik 10 kilometer hardlopen. De buien waren net weggetrokken en onder een bewolkte hemel liep ik naar de Maaldrift. Er stond nog wel een aardige bries tegen op weg naar KNMI-meetpunt Voorschoten.
Bij de manege keerde om na onderweg ter hoogte van de Schenksloot een merkwaardig tafereel te hebben gezien. Een valk en een grotere kraai zaten naast elkaar op een lantaarnpaal. Beide vogels vlogen weg, toen ik aan kwam lopen in marathontempo.
Ik liep over dezelfde weg terug naar de Stevenshof, waar ik over het fietspad aan de rand van de wijk langs de weilanden de 10 kilometer volmaakte. Op de heenweg had ik al een grote zilverreiger gezien. Vlak bij de Dobbewetering zag ik in het weiland twee witte vogels staan. Ik keek op hun rug. In eerste instantie dacht ik, dat het twee kleine zilverreigers waren, maar een van de vogels was zo vriendelijk zich om te draaien. Onmiskenbaar een lepelaar. Het waren dus twee lepelaars.
Eentje had ik wel eens gezien, maar meerdere nog niet. Wat is het toch een voorrecht om te kunnen sporten met de natuur om de hoek!

vrijdag 6 maart 2020

Sjas patat

Bij het wielrennen hoor je de term "Sjas patat" wel eens langskomen. Daarmee bedoelt met een renner, die in zijn eentje tussen het peloton en de kopgroep rijdt. De uitdrukking komt oorspronkelijk uit het Frans: "Chasse patate".
Vandaag stond mijn sportdag in het teken van patat. We zouden vanmiddag de schaatstraining  van de IJVL in de Leidse IJshal afsluiten met het uitreiken van de schaatsdiploma's. Een vrij jonge traditie daarbij is, dat we gezamenlijk met de kinderen patat eten in de kantine van de IJshal.
Voordat het zo ver was, mocht ik voor de laatste keer dit seizoen een schaatsles verzorgen. Het thema lag voor de hand: patat.
We begonnen met een paar rondjes patat eten aan een tafel. De eerste oefeningen in diep zitten.
Aansluitend reden we een paar rondjes met een dienblad vol patat. Een prima balansoefening.
Helaas was er toch wat patat van het dienblad afgevallen. Dat moest opgeraapt worden.Door door je knieën te zakken rijd je veel dieper dan normaal. Niet verklappen hoor!
Alle van het ijs geraapte virtuele patat werd in een grote zak gedaan. Met deze zak op de rug schaatste je een paar rondjes. De befaamde "kattenrug" bij het schaatsen.
Door het vele eten had iedereen een volle maag. Dat werd een paar rondjes schaatsen met een bolle buik. Ongemerkt schaats je dan met je gewicht achter op de schaats, precies zoals het hoort. Niet verder vertellen hoor!
Daarna moest iedereen een rondje naar de w.c. sprinten. Start en snelheid geoefend.
Wat een pech. Deze w.c. was bezet. Nog een rondje sprinten.
De nood was nu zo hoog, dat de kinderen de broekspijpen aan de achterzijde vlak boven de enkel vast moesten houden om te voorkomen, dat de inhoud uit de broekspijp zou lopen.
Deze oefening is niet fijn als je snel wil schaatsen, maar draagt wel perfectie in zich. Je zit diep en je hebt de druk achterop je ijzers.
Daarna kon men zich een paar rondjes terugtrekken op het toilet, terwijl er een boek werd gelezen. Inderdaad, wederom diep zitten.
Er volgde een rondje billen afvegen. Ongemerkt hadden de kinderen vrijwel de hele ronden de armen op de rug, waarbij een hand wat kleine bewegingen maakte.
In deze tijd van het coronavirus volgde een paar rondjes handen wassen. Een slinkse balansoefening.
De slotronde reden we als een lange slang, waarbij ik de 9 kinderen trok. Zo kwamen we uit bij ijsmeester Piet Schip, die we konden bedanken, voor het goede ijs, dat hij weer verzorgd had.
En daarna konden we eindelijk aan de patat....

donderdag 5 maart 2020

Uitnodiging

Maandag zette ik mijn marathonschema op dit blog, maar nu kan ik dat al wijzigen. Onze kleinzoon is aan het eind van deze maand jarig en we kregen een uitnodiging om op 29 maart langs te komen.
De eerste 30 kilometer kan ik derhalve nu al schrappen. Als ik de Braassemloop ga doen, dan kan ik onmogelijk op tijd in Rotterdam zijn en mist opa Breed een flink deel van het feest.
Dit betekent, dat ik de 3 weken erop driemaal een 30 kilometer ga lopen. Het voordeel is wel, dat ik nu 2 weken rust heb na de Bert Grotenhuis Bokaal.
Ik hoef de marathontraining dus niet meteen met een dertiger te beginnen. Ik vind het prima. Het blok van 3 dertigers in 2 weken tijd is op zich al zwaar genoeg.

"Dit is het mooiste boek over de Elfstedentocht, dat ik heb gelezen!"

Het was nog niet druk op het parkeerterrein, toen ik op mijn fiets aankwam bij de Leidse IJshal aan de Vondellaan. Dat klopte ook wel, want op het immer gladde ijs was het ook niet druk.
Wierd Wagenmakers was er wel. Hij had "Een koude oorlog" van Dirk Vellenga bij zich, dat hij vorige maand van me had geleend.
Hij gaf het aan me terug met woorden, die een bibliothecaris graag hoort: "Dit is het mooiste boek over de Elfstedentocht, dat ik heb gelezen!"
Wierd kon ook goed uitleggen, waarom hij het boek zo goed vond: "Ik kom uit Ljouwert en alles klopt. Dat straatje hier en 200 meter verderop die straat. Je kunt de details helemaal uittekenen."
Dat kon ik ook met het peloton. Met een peloton van 8 man begonnen we aan de piramide. Het ging in een sneltreinvaart. De ondergrens bleek op 27 kilometer per uur te liggen. Na de 5, 10 en 15 rondjes was het mijn beurt. Net als 2 weken reed ik 10 kilometer op kop. Het tempo lag tussen de 24 en 25 kilometer, ook al werd ik soms met 32 in het uur gepasseerd. Het ging dus lekker. Alleen mijn rug protesteerde. 
Daarna deden we het aftelrijmpje van 10, 9, 8 rondjes en zo door tot 1 met telkens 2 rondjes rust tussendoor. Zo kwamen we uit op 135 rondjes. De "Twee van Breda" schaatsten nu ook mee met het peloton, zodat er nu een tiental rondreed.
Het was hoe dan ook een uitgelezen schaatsdag. En een uitgelezen dag om ons Zweeds weer eens op te halen.

dinsdag 3 maart 2020

Vorst aan de grond of "'t Is moeilijk bescheiden te blijven!"

Het is moeilijk om na zo'n flutwinter als die van 2019-2020 je in te denken, dat we 2 jaar geleden in maart nog 4 dagen op de Vogelplas konden schaatsen.
Deze lange herfst mochten we al blij zijn, als het tot vorst aan de grond kwam. Zelfs dat kwam nauwelijks voor. Nu de meteorologische lente is begonnen, is het zowaar weer een keer gelukt.
Toen ik om half 9 naar de Leidse IJshal fietste om met de "Krasse knarren" te gaan schaatsen, was op de houten fietsbruggen nog rijp te zien ten teken, dat het toch echt gevroren had. Het was dan ook een frisse fietstocht. Derhalve hoefde ik niet aan de temperatuur in de IJshal te wennen. Buiten was het net zo "warm" als binnen.
De opkomst was gelukkig aardig wat groter dan de week voor de Krokusvakantie. We reden met een peloton van 15 man met een stuk of 10 losse schaatsers. En dat, terwijl het vanmorgen ook lekker fietsweer was....
De inspanningen van afgelopen zondag bij de Lastige Lijven Toertocht deden zich voelen. Mijn lijf was de eerste helft van de training ietwat lastig, met name mijn rug.
Ook de 5 kilometer, die ik op kop reed, gingen wat stroef. De eerste helft was met 25 kilometer per uur best goed voor een hersteltraining, maar het tweede deel kon ik niet sneller dan 24 in het uur. Een snelle groep lapte ons met enige regelmaat. Een plaat, die op dat moment gedraaid werd, gaf het verschil in tempo perfect weer. Terwijl hij me inhaalde zong Edwin Minnee uit volle borst het refrein mee: "'t Is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik!"
Mij paste enige bescheidenheid. Ik heb dan ook slechts eenmaal in mijn leven een schaatswedstrijd gewonnen. Over 200 kilometer, dat dan weer wel....
Oh, ja, ik heb ook nog een baanrecord op mijn naam staan.
Nadat Cor Hoogenboom bij de tweede 20 rondjes voor de tweede keer op kop was gekomen, voelde ik, dat het schaatsen weer soepel ging. De rugpijn was weg en de rest van de ochtend kwam ik weer lekker in mijn slag. Souplesse is bij het schaatsen een regelmatig onderschat onderdeel van de training.

maandag 2 maart 2020

Marathonschema

Voordat je een marathon loopt, is het noodzakelijk om daar flink voor te trainen. En dat doe je aan de hand van een marathonschema. De proloog is voor mij op zondag 15 maart de Voorschotenloop, waar ik met de 10 kilometer alvast wat wedstrijdsnelheid op wil doen.
Het weekeinde daarop hou ik wat lopen aangaat volstrekte rust. Op vrijdag 20 maart ga ik in Haarlem  meedoen aan de Bert Grotenhuis Bokaal met als doelstelling om 200 kilometer te schaatsen. Een beetje uitfietsen zal de voornaamste activiteit zijn.
De week erop moet ik wel aan de bak. Op zondag 29 maart staat de Braassemloop op het programma, Dit zal voor mij de eerste 30 kilometer worden.
Een week later is "Hollen door de Bollen" aan de beurt. Op zondag 5 april volg ik hetzelfde schema als vorig jaar door eerst de 10 kilometer te lopen en na een korte eet- en drinkpauze de 10 Engelse mijlen. Dan loop ik uiteraard aan de linkerkant van de weg!
Het weekeinde daarop ga ik de Henk Hakker Memorial lopen. Op zaterdag 11 april is de enige georganiseerde 30 kilometer in aanloop naar de Marathon van Leiden. De start en de finish zijn aan de Voorschoterweg, niet ver van de plek, waar IJshal "De Vliet" moet komen.
De volgende loop is gepland op zondag 19 april. Dan doe ik mee met de Omloop van Noordwijkerhout. Ook dit zou een 30 kilometer kunnen worden of een loop van in totaal ongeveer 25 kilometer. Dan zou het schema 30-26-30-25 kilometer worden.
Met een afsluitende halve marathon op eigen houtje in het laatste weekeinde van april ben ik dan klaar voor de Marathon van Leiden op 10 mei.
Er zit echter een addertje onder het gras.
In Zwitserland wordt de voetbalcompetitie tot in ieder geval 23 maart stilgelegd vanwege het coronavirus. In het Alpenland zijn alle grote evenementen, waar meer dan 1000 mensen op afkomen, afgelast. De meeste van bovenstaande lopen vallen in die categorie, zeker als je de toeschouwers erbij optelt. Dus als de Nederlandse regering dit Zwitserse voorbeeld volgt, dan kan dit schema zo in de prullenmand.
Daarnaast bestaat natuurlijk ook de kans, dat je zelf deze griep meepikt. In de bibliotheek komen iedere dag meer dan 100 mensen langs de balie, dus de kans, dat je "meedoet" is aanzienlijk. Meestal hou ik het op de been of knap ik na een paar dagen bedrust weer op. Maar ja, bij het coronavirus moet je 14 dagen binnen blijven. Ook al hou ik van lezen, daar zit je helemaal niet op te wachten. Derhalve is mijn marathonschema een stuk onzekerder dan in andere jaren.

zondag 1 maart 2020

Lastige Lijven Toertocht

Afgelopen dinsdag werd ik in de Leidse IJshal na de Carnavalstraining aangesproken door Willem van Vliet. Of ik zin had om zondag mee te gaan naar Haarlem voor de Lastige Lijven Toertocht. Ik had stante pede zin. Daar was geen toverspreuk voor nodig.
Voordat de wekker, die veiligheidshalve op 7 uur was gezet, afging, stond ik al naast mijn bed. Gisteren had ik vrijwel alles klaar gezet. Ik moest alleen nog een paar boterhammen smeren, die ik mee zou nemen.
Om half 9 werd ik door Willem opgehaald en reden we samen naar de Haarlemse IJsbaan. Daar betaalden we de gevraagde € 10,- voor deelname aan de Lastige Lijven Toertocht.
Om half 10 mochten we het ijs op, de start van de Toertocht was een kwartier later. Zo konden we lekker inrijden. Willem reed 10 rondjes, ik 14. Voor het startschot klonk werd er een foto gemaakt van alle deelnemers.
Om kwart voor 10 konden we van start gaan op de drukke ijsbaan.
Aanvankelijk reed ik op kop met een flink lint achter me aan, maar na een rondje of 20 haalde iemand uit mijn peloton mij in. Het begin van het harmonicarijden. Een hele sliert passeerde mij. Aanvankelijk reden ze harder dan ik deed, maar na anderhalve ronde stokte het tempo. Ik reed weer naar voren nadat een sneller peloton gepasseerd was en nam de kop weer over. Het riedeltje herhaalde zich tot drie keer toe.
Als je 100 kilometer wilt rijden, dan zijn dit soort tempowisselingen heel vervelend. Ik liet een gat vallen na een nieuwe versnelling en reed goeddeels in mijn eentje tot de eerste dweil.
Nou ja, in mijn eentje? Regelmatig doken drie pelotons tegelijk de bocht in. Naarmate we langer reden, werd het ijs dan ook steeds zwaarder. Temeer daar er behoorlijk wat wind stond.
Bij de dweilpauze na 66 rondjes kreeg ik voor de vierde of de vijfde keer vandaag te horen: "Wat een mooie helm heb je!"
Dat heb ik nog niemand horen zeggen van het hoofd, dat die helm draagt....
Na de dweil was het nog steeds zeer druk. Het ijs was weer spiegelglad. Na een half uur kwam er langzaam maar zeker meer ruimte. Ik kreeg meer ruimte voor mijn brede slag. Bij de tweede dweilpauze, waarbij ik "Krasse knar" Wim Klerk sprak, stond de teller op 139 rondjes.
Er kwam nu duidelijk meer ruimte op de ijsbaan, maar aanvankelijk nog niet genoeg om de slagen echt af te maken. Ik reed een lange tijd mee in een peloton met een tempo, dat mij wel lag. Maar een paar nieuwe kopmannen brachten de rondetijden in 2 rondjes tijd omlaag van 55 naar 50 seconden per 400 meter. Ik liet me afzakken en ging in mijn eentje schaatsen. Een kilometer lang te hard rijden en je blaast jezelf op.
Dat had ik helemaal niet nodig. Ik had wat last van mijn rug. Een echte schaatserskwaal. Dus wat dat aangaat was het écht een Lastige Lijven Toertocht. Ik loste dit op klassieke wijze op. Tegen de wind in ging ik diep zitten, met de wind in de rug reed ik rechtop.
De derde dweilpauze stopte ik bij de koek- en zopie van de Lastige Lijven Toertocht. Ik raakte in gesprek met een andere schaatser, die zich erover verbaasde, dat ik zonder pootje over zo'n hoge snelheid kon ontwikkelen.
Op de teller stond 210 rondjes. Ik had er dus nog 40 te gaan voor de eerste 100 kilometer van dit schaatsseizoen.
Deels reed ik die 16 kilometer in mijn eentje, deels achter 2 mannen van "Mooie Nel", die mooi vlak reden in rondjes 53 en 54. Tussendoor werd ik enthousiast aangemoedigd door Ageeth Bosma, die mij om de 5 rondjes een keer lapte.
Ik maakte de 250 rondjes vol en met een voldaan gevoel reed ik nog 3 rondjes uit, voordat ik het ijs verliet op deze duurtraining voor de Bert Grotenhuis Bokaal van 20 maart op hetzelfde ijs. Ik lig keurig op schema.
Om kwart voor 2 werd de totaalstand bekend gemaakt. De Lastige Lijven Toertocht had € 7843,- opgebracht. Een prima resultaat.
Met Willem van Vliet ging ik nog even wat drinken in de kantine. Daar kletsten we bij met Ageeth.
Thuis gekomen kon ik de afsluitende ritten van de 10 kilometer nog zien. Patrick Roest werd voor de derde keer op rij Wereldkampioen Allround. Het was een goede afsluiting van een prima schaatsweekeinde.