maandag 30 januari 2017

De ondergelopen weiland mythe

Afgelopen woensdag stuitte ik op www.weerwoord.be op een tweetal zeer interessante items over natuurijs. Een deelnemer aan dit weerforum uit Heerenveen nam als onderzoeker de proef op de som en publiceerde dit onder de kop "Rond ijstoestand en de ondergelopen weiland mythe".
In de namiddag gemeten:
1 cm op de vaart
4 cm op de sloot
5,5 cm op een vijver.
Aan de sloot grenst een weiland wat 's winters deels onder water staat. Het is de oude "Thialf" ijsbaan in Heerenveen-Noord. Op de foto de situatie van zaterdag 14 januari, voor het invallen van de vorst. Op de voorgrond markeren grasprietjes de sloot. Er ligt nu al lang ijs maar de schooljeugd heeft er ondertussen een bende van gemaakt. Vorige winter heb ik er wel geschaatst.

Er wordt altijd gesteld dat het ijs op ondergelopen weilanden sneller groeit vanwege de geringe diepte. In werkelijkheid is dit vaak helemaal niet het geval. Weliswaar koelt de dunne laag water sneller af aan het begin van een vorstperiode waardoor ijsvorming eerder begint. Op stilstaand water vormt zich altijd een stabiele laag die de ijsvorming bevordert (water wordt namelijk lichter bij T <4 graden), ook bij redelijke diepte. In bovengenoemde situatie is het ijs op de sloot vrijwel altijd dikker dan op het weiland.
Zo mat ik daar afgelopen vrijdag 5 cm op de sloot en nog een 4 cm op het weiland. Ook op andere ondergelopen polders, waar vaak snel wordt geschaatst, valt het me op dat het ijs in de aangrenzende sloten wat dikker is. Waar het ijs op het gras ligt met slechts een paar cm water eronder is het nog dunner. Vandaar de geruchten dat er al geschaatst wordt op 2,5 cm ijs, want daar wordt dan gemeten.
De oorzaak zit onder andere in de bodemwarmte. De bodem heeft een hogere warmtegeleidingscoëfficiënt als water (0,6 W/m/K). Bovendien, een dunne laag water koelt sneller af maar warmt ook sneller op. Een belangrijk deel van de zonnestraling gaat door het ijs heen en verwarmt het onderliggende water. Dat warmere water tast het ijs aan de onderkant aan. Dit speelt vooral in februari. Je ziet dan de graspolletjes al door het ijs smelten.
Waarom zijn ondergelopen weilanden dan zo populair? Belangrijkste reden: Mocht je er doorgaan dan kom je niet veel verder dan de enkels in het water. Risico's van onderkoeling zijn miniem, behalve koude tenen in natte schaatsen dan. Een andere reden is dat ijs beter draagt op ondiep water. De druk kan lastiger wegkomen.

Het tweede artikel verscheen onder de kop "Veenafgravingen".
Restanten van oude (laag)veenafgravingen zijn vaak ideale plekken om al vroeg te schaatsen. Rustig water, niet al te diep boven goed isolerende veenbodem. Maar wel oppassen mocht je er doorgaan. Die veenbodem zuigt je vast.
De Weerribben in de kop van Overijssel is zo'n gebied maar ook de Deelen, midden in Friesland. In dat laatste gebied heb ik afgelopen zondag heerlijk geschaatst en misschien de komende dagen weer (maar het wordt dan wel in de namiddag). Het veiligst is het op de zogenaamde petgaten te schaatsen. Op de verbindingswateren kan het ijs verraderlijk dunner zijn door stroming. Ook tussen de rietpollen ligt weinig ijs.

Geen opmerkingen: