woensdag 3 februari 2021

Een klassieke winterinval?

Van een schaatsvriend kreeg ik vandaag de vraag voorgelegd, of ik nog natuurijs verwachtte? Hij had me er de laatste tijd vrij weinig over gehoord. 
Ik antwoordde hem, dat het heel lang onduidelijk was, welke kant het op zou gaan, daar we al een tijdje op de grens van warme en koude lucht balanceren, de zogenaamde Grenzwetterlage.

Zie de verschillen in temperatuur tussen Noord- en Zuid-Nederland. De hele week zwabberden de weermodellen heen en weer tussen wel of geen vorst volgende week. Eigenlijk is het vandaag pas zeker, dat we komend weekeinde met een winterinval te maken krijgen. En dat zal met flink wat sneeuw gepaard gaan.

Lokaal kan er zelfs 50 cm vallen.

Op zich is dit het mooiste scenario: eerst sneeuw en daarna de vorst erover. Als het dan 's avonds en 's nachts onbewolkt wordt, kan het kwik als een baksteen vallen.

En in Nederland is het een algemeen bekend feit: als het kwik daalt, stijgt de schaatskoorts!
Op grond van deze weerkaarten mag je verwachten, dat we eind volgende week op natuurijs kunnen schaatsen.
Dat de kou komt, dat is nu wel zeker. Maar er zijn aardig wat factoren, die ervoor kunnen zorgen, dat je niet zo snel op natuurijs kunt schaatsen. Februari 2018 was daarvan een schoolvoorbeeld.
Kortom, alles is nog niet in kannen en kruiken, maar ik heb er alle vertrouwen in, dat we volgende week op natuurijs kunnen schaatsen, hetzij op de landijsbanen in onze omgeving, hetzij op de Vogelplas.

Daarbij word ik gesterkt door deze ijspluim van het KNMI.

Geen opmerkingen: