Met Jos Drabbels fietste ik naar het clubgebouw van "Swift", waar we met de droogtrainingsgroep van de IJVL aan onze conditie voor het komende schaatsseizoen zouden gaan werken.
Jos had als trainer een gevarieerd programma voor ons in elkaar gezet. Het begon met inlopen op het industrieterrein om met 2 Steigerungen langs de Vliet terug te lopen naar "De Bult". Daar ik al een paar dagen geen last meer had van mijn achillespees besloot ik om voluit te gaan. Dat was iets te snel, want ik ging de pees lichtjes voelen.
Na het oprekken kwam de touwladder aan bod. Voor een buitenstaander zien de oefeningen er uit, alsof je niet zo veel doet, maar schijn bedriegt. Het is veel intensiever dan je denkt, terwijl je ook nog eens je coördinatie en souplesse traint. Een prima trainingsvorm dus.
Dat geldt ook voor de trap naar de eerste ring van "De Bult". We moesten deze eerst snel oplopen, om daarna via een bocht van 400 meter terug te lopen naar de voet van de trap voor eenbenig in de schaatshouding omhoog springen. Een zware maar zeer effectieve oefening. Deze kon ik slechts met mijn rechterbeen doen, daar ik mijn linkerachillespees niet te veel wilde belasten. Ik deed daarvoor in de plaats 1 minuut statisch zitten.
Nadat de groep alle oefeningen 2 keer had uitgevoerd, rekten we op de loopbrug, terwijl de deelnemers aan een bootcamptraining de plek op "onze" trap innamen. Veel oefeningen, die zij deden, zouden zo in de droogtraining opgenomen kunnen worden en voor een behoorlijk gedeelte doen we ze al jaren tijdens de droogtraining. Maar ja, bootcamp klinkt hipper....
Na het oprekken op de brug onder het toeziend oog van Gabriëlle Mans liepen we een stukje, waarna we schaatssprongen deden, waarbij we na geland te zijn een seconde of 3 op 1 been in de schaatshouding stil moesten staan voor de volgende sprong.
We klommen naar het grote veld op "De Bult", waar we in het avondzonnetje in het gras buik- en rugspieroefeningen deden. Een ervan was om op 1 arm en 1 been te leunen en dan de arm en het been van de andere zijde te strekken. Als je het goed deed, dan kreeg je een gekantelde Vitruviusman.
Even had ik de illusie, dat ik aan dit schoonheidsideaal voldeed, maar ik werd al snel uit de brand geholpen door Kees Visschedijk: "Bert, het lijkt meer op Bassie en Adriaan."
Eén van de twee was acrobaat, de ander was clown. Ik heb zo'n vaag idee, dat Kees niet bedoelde, dat het er acrobatisch uit zag.
Wat dat aangaat was Marjolijn Donkerbroek een stuk duidelijker: "Het ziet eruit als een walvis op het stand!"
Ik mag toch hopen, dat ik er iets smakelijker uit zag....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten