dinsdag 23 juni 2015

Schaatsbenen

Van mijn trainingsmaat Hans Boers kreeg ik onlangs een artikel uit De Volkskrant over schaatsbenen. Het was geschreven door Lisette van der Geest met toepasselijke foto's erbij van Linelle Deunk. Ik heb het met veel plezier gelezen en daarom wil ik het ook onder uw aandacht brengen. Onder het kopje "Buitenbenen" is het hele artikel te lezen. KLIK HIER.
Enkele passages wil ik graag onder uw aandacht brengen.
Wie fanatiek schaatst, krijgt dikke dijen. Schaatsbenen zijn vaak grof, duidelijk gevormd en ogen zelfs in ontspannen toestand indrukwekkend. Benen van een schaatser bevatten uitstulpingen van spieren, die qua omvang kunnen wedijveren met een knie.
Er zijn verhalen van schaatsers waarbij onderling pochen eindigde met een meetlint in de hand. Een bovenbeen van Gary Hekman heeft op het flinkste punt een omtrek van 66 centimeter. Ter vergelijking: een model dat aan de ideale maten voldoet, heeft een taille die 6 centimeter smaller is dan één been van Hekman.

Ik was hier zo door gefascineerd, dat ik zelf de centimeter maar ter hand nam en mijn bovenbenen opmat. Ik kwam tot een toch niet geringe 54 centimeter. Nu ik toch bezig was kon ik meteen meten, of ik nog steeds voldeed aan het schoonheidsideaal. Welnu, dames, ik moet u teleurstellen. Mijn buikomvang bedroeg 93 centimeter.

Schaatsen is een inspanning met een hoge statische belasting. Een schaatser zit in een gehurkte houding, waardoor spieren vrijwel voortdurend zijn aangespannen. Vers bloed stroomt pas in de spier als het been ontspant. Het moment waarop dit gebeurt, is bij een schaatser extreem kort in vergelijking met een fietser of een hardloper. Het gevolg: "Een schaatser zet een spier eerder in zuurstofschuld", zegt bewegingswetenschapper Jos de Koning. Bij verzuring treedt automatisch krachtverlies op.
Bij het schaatsen worden uithoudingsvermogen en kracht gecombineerd. "Ik ken geen andere duursport waarbij je spieren op die manier belast", zegt De Koning. Bij hardlopen en fietsen zijn de krachten tijdens het bewegen namelijk veel lager, waardoor een schaatser sneller te maken heeft met verzuring. Bovendien zit een fietser ook nog eens op zijn zadel. "Doordat schaatsers in die houding zoveel kracht leveren én hun eigen gewicht dragen, hebben ze meer en dikkere spieren."

Zodra een schaatser stopt, verdwijnen de gespierde dijen vanzelf, dan kunnen ze weer moeiteloos hun spijkerbroeken kopen. Het afnemen van die spieren verklaart meteen waarom ex-schaatsers vrijwel nooit meer een rondje meerijden zodra ze trainer zijn: ze missen de kracht om langdurig diep te zitten.
Ik kan het hele artikel hier gaan kopiëren, want er staat genoeg interessante stof in. Mijn advies aan al mijn lezers is simpel: verdiep u in de schaatsbenen!

Geen opmerkingen: