dinsdag 18 maart 2014

Clubwedstrijden

Gemiddeld gezien waag ik me 1 keer per jaar aan een 500 meter en een 1500 meter. Dat is bij de clubwedstrijden van de IJVL. Meestal zijn deze helemaal aan de staart van het seizoen. Zo ook dit jaar.
De datum van de wedstrijd kwam mij niet echt geweldig uit: de dag na de winterbiatlon. Maar daar liet ik me niet door weerhouden om me in te schrijven. Meedoen is immers belangrijker dan winnen.

Met deze Olympische gedachte reed ik met Jos Drabbels en Andrea Landman mee naar de Kunstijsbaan Kennemerland in Haarlem, waar de jeugd al om 7 uur was begonnen. Toch leuk om te zien, hoeveel progressie kinderen, die ik in de loop der jaren op vrijdagmiddag de beginselen van het schaatsen heb bijgebracht, geboekt hebben.
De clubwedstrijden zijn ook een weerzien met vele bekenden. Doordat de IJVL 3 verschillende banen trainingsuren heeft, zie je sommige clubleden na de zomertrainingen slechts sporadisch in het winterseizoen. Dat is dan meestal bij natuurijs op de Vogelplas of op de Kaag.

Voordat ik ook maar 1 meter had gereden, voelde ik al, dat het niet veel zou gaan worden. Ik had pap in de benen. Maar daar gaf ik niets om. Het brons van eergisteren vergoedde alles.
Op de 500 meter leek het nog wat. Ik moest tegen Henk Broekzitter schaatsen, die ver onder zijn kunnen presteerde. Dat deed ik trouwens ook. Ook al ben ik geen hoogvlieger op de sprintafstand, de 1.05 lag 10 seconden boven mijn persoonlijk record van 55.89. Maar ja, toen reed ik met "frisse benen".
Na de dweilpauze mocht nummer 2184 van de Adelskalenderen het op de schaatsmijl opnemen tegen Walter Boon, met wie ik dit seizoen op vrijdagmiddag de beginnersgroep schaatsles gaf.
Het werd een mooie race. We waren aardig aan elkaar gewaagd, ondanks het persoonlijk record van 56 seconden, dat Walter net ervoor op de 500 meter had neergezet.
Walter pakte in het begin een kleine voorsprong, die hij niet meer afstond, maar af en toe kwam ik zeer dichtbij. Uiteindelijk won mijn opponent met 3.07 tegen 3.09. Nu lijkt 2 seconden op de 1500 meter veel, maar dat heeft ook te maken met de snelheid van de toppers. Zij leggen met een tijd van in de 1.40 per seconde veel meer meters af dan als je een tijd van net boven de 3 minuten rijdt.
Walter reed voor de tweede keer die avond een persoonlijk record. Ik bij lange na niet. Dat staat op 2.52.45. Desondanks was de stayer in mij tevreden. Omgerekend ging de 1500 sneller dan de 500. En zo hoort het ook!
Ik was trouwens niet de enige deelnemer aan de winterbiatlon, die last had van de naweeën van het prachtige evenement in en om de Leidse IJshal. Ook Ties Kuiper, de 13-jarige winnaar van de halve winterbiathon en Sebastiaan Scargo, die zilver won op de hele biatlon, konden minder dan anders.
Na de 1500 meter zou er nog een afvalrace gehouden worden. Deze ging wegens tijdgebrek niet door. Dat vond ik wel jammer. Want met het afvalzuur nog in de benen, zou ik hoge ongetwijfeld ogen hebben gegooid!

Geen opmerkingen: