Je moet als sporter altijd luisteren naar je lichaam. Pijn of een geïrriteerd gevoel is er niet zomaar. Het is een signaal van je lichaam, dat je voorzichtig moet zijn en niets moet forceren.
Na de 30 kilometer van afgelopen zondag, waarvan met name de laatste 10 km toch wel harder gingen dan ik had verwacht, voelde ik gisteren toch mijn bovenbenen wel. Om ze los te rijden fietste ik een klein stukje om. Langs het Valkenburgse Meer en de Oostduinweg in Wassenaar reed ik voor het voormalige vliegveld langs naar mijn werk.
Normaal gesproken zou ik dan door de duinen gereden hebben, maar dan zou ik extra kracht hebben moeten zetten bij de beklimmingen en daar je dat met fietsen vooral met je bovenbenen doet, leek me dat niet zo'n geslaagd plan.
Desondanks ging ik mijn rechterbovenbeen toch meer voelen, dan me lief was. Bij het opruimen van de informatieve boeken lette ik niet goed op bij het nemen van een bocht. Ik stootte tegen een kast aan en moest dat met een blauwe plek op het toch al gevoelige bovenbeen bekopen.
Vanmorgen had ik een hersteltraining van 5 km gepland. De eerste kilometer voelde ik met name de plek, die ik gestoten had, maar dat is het gekke van sport: naarmate ik langer liep, verdween het doffe gevoel en ging ik steeds makkelijker lopen.
De verleiding was groot om er een langere loop van te maken dan de halve maan langs de rand van de Stevenshof, die ik heen en terug gelopen heb, maar in de aanloop naar een duursportevenement als de marathon is rust nemen net zo belangrijk als trainen.
Dat deed ik dan ook maar. De bedoeling van een hersteltraining is immers, dat je er van herstelt!
dinsdag 29 april 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten