vrijdag 17 juni 2016

Dansmarieke

Arthur van Winsen had geregeld, dat Marieke van Hoek vanavond weer een skeelertraining zou verzorgen op de skeelerbaan in Leiderdorp.

Het was een zeer leerzame les, ook al werd er weinig nadruk gelegd op de skeelertechniek als zodanig. Die lag op de behendigheid. Dit was met het oog op het skeeleren op de weg, waarbij je soms razendsnel moet reageren om valpartijen of botsingen te voorkomen.
Na het inrijden moesten we de schaatsstappen doen op skeelers. Het was de bedoeling, dat je het juiste drukpunt wist te vinden. Te veel naar voren, dan rolde je naar achteren, stond je te veel achterop, dan ging je naar voren.
Het ging bij mij behoorlijk goed. Door de lichte achillespeesblessure heb ik de laatste maand behoorlijk veel schaatsstappen gemaakt. Ieder nadeel heb zijn voordeel.
Na 3 rondjes met de techniek van de schaatsstappen volgde een andere variant op het thema "Behendigheid": springen. Eerst tweebenig op de plaats. Dat was nog te doen. Het werd al lastiger op het moment, dat je skeelert. Op schaatsen heb ik het regelmatig gedaan bij het lesgeven aan kinderen, dus het springen was mij niet geheel onbekend, maar op wieltjes is het toch moeilijker. Vooral toen we op 1 been moesten springen!

De slalom was het volgende onderdeel. Nu is Marieke niet zo groot, maar om de pilonnen zo dicht bij elkaar te leggen.....
Eerst mochten we het tweebenig proberen. Dat ging al net aan, hetgeen ik kon niet zeggen van de eenbenige slalom.

Maar er is altijd een overtreffende trap. Dat was een circuitje van pilonnen met slalommen en korte cirkels. En eerlijk is eerlijk: af en toe was het te hoog gegrepen voor me.

En Marieke zelf? Die danste er vrolijk doorheen!
Dat gold niet voor de volgende oefening: een rondje achteruit skeeleren.
Dat ging me heel aardig af. Ik had het op schaatsen heel vaak gedaan tijdens de schaatslessen aan kinderen. Je moet het dan immers voordoen!
In tweetallen reden we vervolgens 4 rondjes, waarbij de achterste persoon de slag van de voorste zo exact mogelijk moest kopiƫren. Het lijkt zo eenvoudig....
Bij de voorlaatste oefening moesten we op een fluitsignaal zo snel mogelijk omdraaien en de andere kant op skeeleren. Bij het volgende fluitsignaal keerde je op je schreden terug.

Nooit geweten, dat ik zo'n draaitol was.

De slotoefening was het leukste. Met zijn zevenen reden we heel kort achter elkaar. De voorste skeeleraar gaf een zachte bal door naar achteren.

Alle andere skeeleraars moesten de bal op dezelfde wijze doorgeven, tot de bal bij de laatste aankwam, die naar voren skeelerde, waarna deze de doorgeefmethode mocht bedenken. Deze oefening ga ik komend seizoen met de kinderen doen in de Leidse IJshal!
Al met al was het een zeer gevarieerde training, waarbij je op een speelse manier meer behendigheid en daarmee ook meer stabiliteit kreeg.

Geen opmerkingen: