We hadden een lange nacht gemaakt. Om een uur of 9 werden we wakker. Voor het ontbijt ging ik 4 kilometer hardlopen langs het riviertje, waar we gisterenochtend langs gewandeld hadden. Ik liep tot de grote weg met de stoplichten. Dat was na 2 kilometer een goed keerpunt.
Teruggekomen douchte ik me, waarna ik om kwart over 10 fris aan de ontbijttafel aanschoof. Het had iets weg van een brunch.
Na wat utteren wandelden we naar het Embalse de Trasona. Op dit stuwmeer werd op de nationale feestdag een regatta gehouden tussen kayaks.
Het meer van Trasona is in omtrek 3 kilometer lang en het is het trainingscentrum voor roeiers in Spanje. Het heeft al diverse wereldkampioenen voortgebracht.Daarna zagen we 3 rondjes van de volgende kayakrace.
Wij liepen over de stuwdam naar de oude boerenhofstede, die volledig in verval was. Als je een schoolvoorbeeld van vergane glorie zoekt, dan kun je hier terecht.
Hieromheen stond een rij kraampjes en een aantal kermisattracties, waarbij de kinderen veel meer moesten bewegen dan bij ons. Een prima zaak.
Voor de vervallen boerderij, waar aan de voorzijde een café in bedrijf was, kwam een volksdansgroep uit Asturias.
Zij werden begeleid door een trom, een handtrom en een doedelzak.
In Asturias komt de Keltische oorsprong van de bewoners tot uiting in de traditionele muziek. Een doedelzakspeler of gaitero speelt daarbij net als in Schotland en soms in Bretagne een prominente rol.
We wandelden om het meer heen. Aan de overzijde was elektronische muziek voor de jeugd. Zeg maar de Spaanse variant van Armin van Buuren.
Langs de spoorbaan wandelden we van Trasona naar Las Vegas terug, waar w brood aten, voordat we weer op pad gingen.
Met de auto reden we met een steile klim Molleda in en vandaar keken we onze ogen uit. Dit Zuid-Limburgachtige gebied wordt het lage land genoemd.
Gek genoeg klopt het wel, daar de omringende heuvels en bergen veel hoger zijn zoals de nog met sneeuw bedekte toppen van de Picos de Europa en de bekendste berg, de Angrilu, die bij het wielrennen "het Beest van Asturias" wordt genoemd.
Wij reden door een ansichtkaart en af en toe stopten we even om de benen te strekken. We wandelden dan een stukje door een dorpje en de landelijke omgeving.
Het percentage waakhonden ligt hier ver boven het landelijke gemiddelde.
We stapten uit in Carbajal, in Biedes bij een oude kerk omringd door een tiental huizen en tenslotte in het wat grotere Santullano, waar ook een bibliotheek aanwezig is.
We reden terug naar Las Vegas, daar Siebe en Ana 's avonds nog weg moesten. Ada kookte de pompoensoep, die we met toastjes met zachte kaas en camembert aten.Om 9 uur gingen we nog een stukje langs de Arlos wandelen. We liepen tot het begin van de klim naar Molleda. Aan de overzijde van dit riviertje liepen we weer terug, waarna we de vaat deden, een toetje met aardbeien aten en nog wat utterden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten