Een stokoude traditie met Hemelvaartsdag is dauwtrappen.
Daar de start om 11 uur was gepland, hoefde ik niet al te vroeg de echtelijke sponde te verlaten. Om 8 uur ontbeet ik in sportkleding met Ada. Om 9 uur fietste ik naar de sportvelden van ROAC, waar ik me een uur later had ingeschreven. Met startnummer 545 op de buik gespeld begon ik aan ruim 5 kilometer "warmlopen".
Ik liep naar Zevenhuizen, waarbij ik heen en terug de Zomervaart passeerde, die vroeger altijd in de Molen- en Merentocht een sloot met 2 kluunplekken was. De Hanepoelloop is trouwens vernoemd naar de Hanepoel, een van die meertjes van de Kagerplassen, die de Molentocht zo'n prachtige en gevarieerde schaatstocht maken.
Ik liep terug naar het clubhuis van ROAC, waar ik nog tweemaal het toilet bezocht voor ik me naar de start begaf voor de 10 Engelse mijlen. Het was een bewuste keuze van me geweest om vanmorgen toch een plaspil te slikken. Normaal gesproken doe ik dat niet voor een halve marathon, maar de toch verhoogde bloeddruk dwong me tot rigoreuze maatregelen. Ik hou teveel vocht vast. Met zweten en plassen hoopte ik hier een flinke slag te slaan. Ik kan behoorlijk hard zijn voor mezelf.
Om 11 uur klonk het startschot voor zowel de 10 kilometer als voor de 10 Engelse mijlen tegelijk. Wij liepen richting "De Watertuin"waar we zouden keren voor de extra lus van 6 kilometer. Ik liep lekker in de middenmoot, tot ik zag, dat mijn oud-klasgenoten Jan Schoorl en Margreeth Pennekamp klaar stonden om het erf af te rijden.
Nu kon ik 2 dingen doen: ik kon gewoon stug doorlopen, of ik kon even de klasgenoten van "Porta Vitae" begroeten. Ik koos natuurlijk voor het tweede. Het kostte mij een minuut, maar vriendschap is belangrijker dan een iets hogere klassering.
Het betekende wel, dat ik in de achterhoede beland was. Ik begon aan een inhaalrace naar de middenmoot. Die bereikte ik wel, maar op de terugweg "zwom" ik met tegenwind in mijn eentje tussen 2 groepen. Daar zat ik niet mee. Daar word je sterker van.
De eerste drinkpost was bij de ophaalbrug van Rijpwetering. Wij sloegen rechtsaf. Bij het viaduct van de provinciale weg kwamen de eerste lopers van de 10 kilometer ons al tegemoet.
Ik liep zo'n 100 meter achter een groepje van 5 man, maar wat ik ook probeerde, ik kwam niet dichterbij. Met hardlopen loop je zo'n gat niet zomaar dicht.
Op de rechte polderweg parallel aan de Wijde Aa, werd ik door een andere loper bijgehaald. Ik deed, zoals de traditie betaamt, het meeste kopwerk. Na de drinkpost in Oude Wetering kreeg hij vleugels en liep bij me weg.
In Nieuwe Wetering kwam ik Joop van Egmond en Anneke Blom tegen, vaste supporters bij de marathon van Leiden. Met deze stamgasten uit "De Hobbit" sprak ik uiteraard ook even.
De laatste kilometers waren grotendeels het parcours van de marathon. Door het korte oponthoud was de derde vrouw in de Hanepoelloop een stuk dichterbij gekomen.
Daar zij samen met een andere loper opliep, werd ik op het Joop Zoetemelkpad bijgehaald. Gelukkig lieten ze mij het kopwerk doen, hetgeen ik bepaald niet schuw, en werd het zodoende geen erop en erover. Met zijn drieën liepen we naar de finish toe, waar we in ruim 1.25 binnenkwamen.
Ik dronk 2 bekers water. Pas toen moest ik weer een keer plassen. Ondanks het nog niet zo warme weer had ik er kennelijk genoeg uitgezweten.
Via een mooie route over Hoogmade en via de Ruigekade trapte ik naar Leiderdorp, om langs de Vliet via Voorschoten naar de volkstuin te fietsen, waar ik met Ada een kopje thee dronk. Langs de steeds groter wordende ravage van de aanleg van de Rijnlandroute fietste ik naar huis toe.
Ik had vandaag een halve marathon gelopen, het laatste echte duurwerk voor de marathon. En ik heb een hele marathon gefietst. Er zijn dagen, waarop ik minder doe....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten