Vorige week is deze foto in de Leidse IJshal gemaakt bij de schaatslessen voor de kinderen van Oegstgeest. De foto is gebruikt als blikvanger voor het artikel in het Leidsch Dagblad over de functie van deze 200-meterbaan als opleidingsplek voor schaatstalent.
De link met de Olympische Spelen gebruikte ik voor de oefenstof van vandaag. Na het inrijden oefenden we viermaal op rij de start, waarna de armzwaai aan bod kwam. Eerst een paar rondjes met beide armen, daarna met de rechterarm, vervolgens de linkerarm en tot slot met de armen op de rug, verwijzend naar de Olympische titels van Ireen Wüst en Kjeld Nuis.
Diep zitten kwam ook aan bod. Veel vaart maken op het rechte eind en dan zeer diep zittend tweebenig de bocht door glijden.
De kunstschaatsoefeningen, die hierop volgden waren vooral bedoeld als balansoefeningen. Hier besteedden we een minuut of 10 aan.
Hier wilde ik op voort borduren, ware het niet, dat de kinderen van mijn groep andere kinderen in een lange zwarte band in tweetallen oefeningen zagen doen.
Ik kon de banden lenen van Gerard van Tol. In tweetallen reden de kinderen ieder een rondje op kop in deze stevige banden. Hoe sterk ze waren bleek daarna: in mijn eentje sleepte ik 9 kinderen een rondje, terwijl zij de band vasthielden.
Na deze krachtsinspanning kon ik uitrusten. De kinderen mochten mij een rondje trekken.
Terwijl de andere kinderen naar de binnenbaan gingen deden we allerlei spelletjes met de zwarte band zoals touwtrekken. Een tweetal kinderen ondersteunde mij, terwijl aan de andere kant 7 kinderen stonden. We hielden elkaar aardig in evenwicht.
Tot slot mochten de kinderen onder de zwarte band door schaatsen, die steeds lager werd gehouden door een kind en mij. Op het laatst gingen ze er glijdend op buik of rug onderdoor.
Bij vechtsporten zou ik nooit van mijn leven een zwarte band behalen. Op het ijs wel. Zo zie je maar weer: de Olympische Spelen zitten vaak vol verrassingen.
De link met de Olympische Spelen gebruikte ik voor de oefenstof van vandaag. Na het inrijden oefenden we viermaal op rij de start, waarna de armzwaai aan bod kwam. Eerst een paar rondjes met beide armen, daarna met de rechterarm, vervolgens de linkerarm en tot slot met de armen op de rug, verwijzend naar de Olympische titels van Ireen Wüst en Kjeld Nuis.
Diep zitten kwam ook aan bod. Veel vaart maken op het rechte eind en dan zeer diep zittend tweebenig de bocht door glijden.
De kunstschaatsoefeningen, die hierop volgden waren vooral bedoeld als balansoefeningen. Hier besteedden we een minuut of 10 aan.
Hier wilde ik op voort borduren, ware het niet, dat de kinderen van mijn groep andere kinderen in een lange zwarte band in tweetallen oefeningen zagen doen.
Ik kon de banden lenen van Gerard van Tol. In tweetallen reden de kinderen ieder een rondje op kop in deze stevige banden. Hoe sterk ze waren bleek daarna: in mijn eentje sleepte ik 9 kinderen een rondje, terwijl zij de band vasthielden.
Na deze krachtsinspanning kon ik uitrusten. De kinderen mochten mij een rondje trekken.
Terwijl de andere kinderen naar de binnenbaan gingen deden we allerlei spelletjes met de zwarte band zoals touwtrekken. Een tweetal kinderen ondersteunde mij, terwijl aan de andere kant 7 kinderen stonden. We hielden elkaar aardig in evenwicht.
Tot slot mochten de kinderen onder de zwarte band door schaatsen, die steeds lager werd gehouden door een kind en mij. Op het laatst gingen ze er glijdend op buik of rug onderdoor.
Bij vechtsporten zou ik nooit van mijn leven een zwarte band behalen. Op het ijs wel. Zo zie je maar weer: de Olympische Spelen zitten vaak vol verrassingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten