Bij het schaatsen komt het aan op druk zetten op je schaatsen en dan vooral op de juiste plek. Het is een heel subtiel gevoel, wat je moet ontwikkelen. Soms lukt het uitstekend, soms ben je "het gevoel" even kwijt.
Ondanks dat ik vandaag een beetje last had van mijn linkerachillespees het ik heerlijk kunnen schaatsen. Ik kon constant veel druk opbouwen voor ik afzette. Als dat lukt en je kunt goed achterop blijven zitten, dan maak je moeiteloos slagen van 15 tot 20 meter op het rechte eind.
Ook in de bochten liep het prima. Ook daar komt het aan op druk opbouwen. Op een 200-meterbaan als de Leidse IJshal is dit nog belangrijker dan op een 400-meterbaan.
Mocht ik al gedacht hebben, dat mijn bochtentechniek behoorlijk was, ik kreeg vanmorgen bij de "Krasse knarren" voorgespiegeld, hoe het ook kan. In het peloton van 25 man, reden 2 studenten mee: Martijn en Albert. De laatstgenoemde is lid van de IHCL. Af en toe liet hij zien, hoe je in de bocht kunt versnellen. Hij pakte dan in een bocht een halve bocht voorsprong, terwijl wij toch ook best een aardig tempo hadden.
Met de gebruikelijke piramide met aan het eind een blokje tempotraining met 5, 4, 3, 2, en 1 ronde met 1 rondje rust tussendoor hebben we vanmorgen heerlijk gereden. Vergeleken met de gemiddeld 145 kinderen, die iedere ochtend in de Kerstvakantie op de schaatslessen afkwamen, was het stil, maar het was met een peloton van 25 "Krasse knarren" en een stuk of 15 individuele schaatsers gezellig druk op de buitenbaan.
Dat kon niet gezegd worden van de binnenbaan, waar de Engelse Ann in haar eentje aan het kunstschaatsen was.
Maar schaatsen is een heel sociale sport. In de kantine zat ze dan ook gewoon bij de "Krasse knarren" aan tafel.
donderdag 9 januari 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten