Na 's morgens naar Hoofddorp gefietst te hebben en 's middags weer terug, fietste ik 's avonds naar de Vondellaan, waar ik in de behoorlijk drukke Leidse IJshal ging schaatsen.
Ondanks dat ik slechts zeer sporadisch op donderdagavond geschaatst had, kwam ik behoorlijk veel bekenden tegen.
Om kwart over 8 deed ik mijn Rossignol-langlaufschoenen aan en klikte mijn ijzers er onder en begon aan mijn eerste rondjes. In het begin reed ik achter Vincent Schenkelaars, die in een rustig tempo reed. Ik kon mijn slagen goed afmaken en lang doorglijden op de net gedweilde baan.
Nadat we een minuut of 5 gereden hadden, werden we door een snelle schaatser ingehaald. Vincent sprong er achter aan en voor ik het in de gaten had, waren ze weg. Ik liet hen rustig lopen en kwam zodoende op kop van het snelle peloton te rijden. Deze plek zou ik ruim een half uur handhaven.
In het begin ging het erg makkelijk, maar op een gegeven moment begon ik mijn onderrug te voelen. Het kan zijn, dat mijn rugspieren een beetje stijf waren van het meer dan een uur in de regen fietsen, maar dat deed op dat moment niet ter zake. Door dit tijdelijke ongemak kon ik onvoldoende druk op mijn schaatsen zetten.
Bij het schaatsen luistert het allemaal zeer nauw. Een klein beetje meer druk op de goede of de foute plaats maakt een wereld van verschil. Naarmate ik langer schaatste, ging ik technisch slechter rijden. Qua tempo kon ik het nog behoorlijk bolwerken, maar vooral in de bochten was het af en toe meer harken dan schaatsen.
De druk op de ijzers lag net even te ver naar voren, zeg maar onder de bal van mijn voet in plaats van onder mijn hiel. Dat voelt het af en toe toch een beetje als zwabberen aan.
En nu reed ik gisteren de bochten al minder soepel als gewoonlijk, en toen viel er ook nog eens een vrouw voor me!
Ik probeer maar niet achter de innerlijke drijfveren van deze jonge vrouw te komen, maar dat ze dit in de bocht deed, vond ik niet zo geslaagd: ik kon haar maar net kon ontwijken.
Waar ik minder schaatste als gebruikelijk, daar reed Paul de Kruijff beter als ooit tevoren. De 1000 rondjes van Leiden heeft hem een mentale barrière doen slechten.
Ik zag hem regelmatig met het tweede peloton meeschaatsen, maar ook reed hij af en toe met het snelle peloton mee. Een paar maanden geleden was dat ondenkbaar. Maar Paul heeft het een maand geleden al bewezen: hij is uit het goede hout gesneden.
Om 9 uur nam Aad van Tol het kopwerk van mij over. Ik kon nog een minuut of 10 volgen, tot hij een versnelling plaatste. Ik liet een gat vallen en ging overeind om mijn rug even te ontlasten door een paar rondjes rechtop te rijden. Daarna liep het technisch weer beter.
Aan het eind van de avond ging ik nog even mooi schaatsen achter Wierd Wagenmakers. Zo kreeg ik op deze avond, waarop het technisch niet goed liep, toch weer een beetje de goede techniek terug.
Want dat is het lot van iemand, die een individuele sport beoefent: je moet van je fouten leren door kritisch naar jezelf kijken.
Nu was dit een van de weinige keren, dat ik op donderdagavond schaatste. Het was kennelijk niet mijn avond....
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten