Het kaas maken werd dus wat fabrieksmatiger in de Leidse IJshal. Toch zat er voldoende variatie in. Woensdag had ik een groep van 10 kinderen, vanmiddag eerst eentje van 20 en daarna van 7. Dat scheelt nogal een slok op een borrel.
Je probeert als trainer zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Het spreekt voor zich, dat dit een stuk eenvoudiger is bij 7 dan bij 20. Bij een kleinere groep kun je meer individuele aandacht geven aan kinderen, bij een grotere groep treffen de kinderen eerder schaatsertjes van hun eigen niveau. Zo worden de schaatslessen automatisch verschillend.
Driemaal kaas was dus niet saai.
Driemaal kaas was dus niet saai.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten