Eén van de moeilijkste technieken bij het schaatsen is het overkomen en dan op de buitenkant van je schaats rijden. Veel schaatsers zijn hier jarenlang bezig om deze techniek onder de knie te krijgen en de meesten lukt het helemaal nooit.
Het was dan ook voor mij een hele ervaring, dat degene, die vorige week met een botte linkerschaats had rondgereden, vandaag met scherpe schaatsen hetzelfde te zien doen.
Ja, en dan moet je als trainer uit zien te vogelen, wat de oorzaak hiervan was. Het eerste wat me opviel was, dat de schaatsster met rechts recht op het ijzer stond, maar met links overkwam. En dat was een probleem, daar als je geen snelheid hebt, je al heel snel over het kantelpunt heen kunt komen.
Daar kwam nog een andere bijzonderheid bij. De linkerschaats kwam bij tweebenig schaatsen achter de rechterschaats aan. Dit levert een combinatie van instabiliteit op, die verklaarde, waarom de scherpe linkerschaats net zo wegschoof als de botte.
Derhalve was deze schaatsles in IJshal De Vliet vooral het analyseren waar het probleem zat. De komende week zal ik moeten puzzelen, hoe ik het probleem op kan lossen en daar geschikte oefeningen voor moeten vinden.
Want hoe je het ook wendt of keert, schaatsen is een ingewikkelde sport, waarbij alle puzzelstukjes goed in elkaar moeten vallen.
Om volgende week vooruitgang te boeken, het ik deze beginner wat huiswerk mee gegeven om thuis te oefenen. Verbetering begint immers bij de analyse, van wat fout gaat.
Zowel heen als terug kon ik mijn regenpak aantrekken. Met een kletsnatte oktober en een kletsnat begin van november weet ik wel, waar het misgaat.
Het overkomt ons....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten