zondag 12 augustus 2018

Bij Willink op bezoek in de Achterhoek

Het vakantieritme van vroeg opstaan gaat gewoon door. Zo ook gisteren, toen we om 6 uur 's ochtends de echtelijke sponde al weer verlaten hadden. We zouden de trein naar de Achterhoek nemen voor een familiebezoek. Het eerste lied, dat we op de radio hoorden, was heel toepasselijk "Daytripper" van "The Beatles".
Om kwart voor 8 hadden we de trein naar Zwolle, waarbij we ook door de kaalgevreten steppe van de Oostvaardersplassen kwamen. Serengeti in de polder. Over schaatsen op de Oostvaardersplassen kunnen we in deze extreem warme zomer alleen maar dromen.
In Zwolle stapten we over op de trein naar Zutphen, waar we over moesten stappen op het boemeltje naar Lochem.  Bijzonder verwarrend is, dat je op hetzelfde perron uit moest checken en inchecken. Dat deden we netjes, hoewel enige twijfel mij bekroop, want we moesten overstappen op Blauwnet, terwijl er naast NS alleen Arriva stond. Nadat we toch maar ingecheckt hadden, zagen we op de plek, waar de sprinter naar Lochem stond wel een drietal palen met daarbij die van Blauwnet. Toen we daar uit wilden checken bij Arriva kregen we de melding "U bent al ingecheckt" en daarna bij Blauwnet "U wordt nu opgeladen".
In Lochem aangekomen konden we gewoon uitchecken! De reis hier naar toe werd steeds mooier. Wel zag je, dat het hier veel minder had geregend dan aan de kust. Dat klopt ook wel. Het neerslagkaartje van vrijdag spreekt wat dat aangaat boekdelen.
Het is geen toeval, dat er aan de kust veel meer neerslag is gevallen. Nederland kent namelijk een soort moesson. Als het zeewater kouder is dan de lucht boven het land, dan valt er aan de kust weinig regen. Indien echter het zeewater warmer is dan die boven land, dan krijgt de kust de volle laag. En wat in het westen van het land valt, kan elders niet meer vallen. Het resultaat: aan de kust heb je een droog voorjaar en een nat najaar!
Na een paar boodschappen gedaan te hebben in Lochem, fietsten we door het prachtige coulissenlandschap van de Achterhoek naar "Het Slag" bij Geesteren, waar we op familiebezoek gingen. We herkenden deze prachtige omgeving van een fietsvakantie in 1992, toen we met ons gezin met kinderen in de leeftijd van 2 tot bijna 9 3 weken door de Achterhoek fietsten en ook in trekkershutten in Barchem en Neede verbleven. Later zijn we bij het fietsen van de R1 ook door dit prachtige gebied gefietst.
Het duurde even, voor het hele gezelschap bij elkaar was, maar we konden op deze halfbewolkte dag met Hollandse luchten heerlijk bijkletsen op het terras van deze boerderij.
Om half 2 vertrok de helft van de familie op de fiets naar Ruurlo, terwijl de andere helft met de auto ging. Het spreekt voor zich, dat Ada en ik bij de fietsgroep zaten. Via knooppunten trapten we van "Het Slag" over verharde en onverharde wegen, waarbij we de Berkel passeerden en genoten van het afwisselende landschap, naar Kasteel Ruurlo.
Na in de schaduw van een paar grote bomen met elkaar gepicknickt te hebben, gingen we met nagenoeg iedereen naar de tentoonstelling van Carel Willink in het kasteel.
Nu had de manier, waarop Willink met vrouwen omging wel wat weg van Hendrik VIII getuige zijn uitspraak: "Vroeger was het heel normaal dat een man drie, vier keer trouwde, vrouwen leefden veel korter."

De extreem extravagante Mathilde de Doelder was zijn derde vrouw. Zij is vaak geschilderd in jurken, die ontworpen waren door Fong Leng.

Tal van bekende en onbekende werken van de magisch-realistische schilder waren te bewonderen.



Ik kan iedereen aanraden deze tentoonstelling in Kasteel Ruurlo te bezoeken.
Toen om 5 uur het kasteel zijn poorten sloot, begaven we ons naar "De Oranjerie", waar we op het terras een drankje dronken. Ik hield het bij Twents witbier.
Na afscheid genomen te hebben van de schoonfamilie, fietsten mijn vrouw en ik via Ruurlo, waar we een zak krentenbollen kochten, Kranenburg en Vorden naar Zutphen toe. Door dit prachtige deel van de  Achterhoek fietsten we naar het NS-station toe, waar het bijzonder druk was. Een paar uur lang was er geen treinverkeer mogelijk tussen Arnhem en Zutphen, waardoor veel reizigers, die al geruime tijd hadden gewacht, met zijn allen in de al volle trein stapten.
Daar er een kinderwagen stond op de plek, waar de fietsen zouden mogen staan, gingen wij naar binnen op de plek van de rolstoelen. Dat was geen doorslaand succes. Er was nauwelijks ruimte. Wat het nog compliceerde was, dat we met onze fietsen precies bij de ingang van het toilet stonden.
Dat leidde af en toe tot hilarische taferelen met veel heen en weer rijden en manoeuvreren in een beperkte ruimte. Aan contact met onze medereizigers hadden we deze reis geen gebrek. Toch waren we blij, dat we in Zwolle onze beperkte staplaats eindelijk konden verlaten.
We hadden treinstel 4061, dat bij mij meteen associaties opriep met "De zaak 40/61" van Harry Mulisch, een van zijn mooiste boeken. Het gaat over het proces, waarin de Duitse oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann ter dood wordt veroordeeld.
Het "Befehl ist Befehl" van Eichmann wordt door deze meest kernachtige zin uit het hele oeuvre van Mulisch met uiterst verfijnde ironie gefileerd: "Als niet Adolf Hitler maar Albert Schweitzer rijkskanselier was geweest en Eichmann het bevel had gekregen om alle negers naar moderne ziekenhuizen te vervoeren, dan had hij het zonder mankeren uitgevoerd- hij is niet zozeer een misdadiger, als wel tot alles in staat."
In Zwolle kochten we een vaganistische satéburger, een broodje zalm en een bakje yoghurt, dat we in de trein naar Leiden opaten. Om 11 uur waren we weer thuis na een enerverend dagje Achterhoek.

Geen opmerkingen: