maandag 9 juni 2014

Rhijnauwen

Een jaar of 38 geleden bezocht ik Rhijnauwen voor de eerste keer. Het was in de warme zomer van 1976 en met het jongerenkoor "Oktopus" hadden we ons eerste uitgaansweekeinde. Dat ging naar jeugdherberg "Rhijnauwen" in Bunnik. We hebben het erg naar ons zin gehad. Vrijdagavond kwamen we aan, zaterdag was de bonte avond en zondagmiddag gingen we weer richting Nieuw-Vennep.

Nu was 1976 een warme, droge zomer, maar toen wij door de bossen van Amelisweerd wandelden, was het niet bepaald droog te noemen. We waren aardig doorweekt, toen we weer aankwamen bij de jeugdherberg.

Als penningmeester en mede-organisator van het weekeinde mocht ik bij aankomst de reglementen voorlezen. Dat deed ik dan ook braaf.
"Men wordt geacht het bed achter te laten", las ik, precies zoals het er stond. Een Homerisch gelach klonk op. Pas daarna had ik de mogelijkheid om de tweede helft van de zin op te lezen: "In de staat, waarin men het heeft aangetroffen."

Ondanks dat een deel van het gezelschap flinke nachtbrakers was, waren we het jaar erop gewoon weer welkom. In 1979 kwam ik er voor het laatst met het koor om de simpele reden, dat ik later in het jaar naar Leiden verhuisde en het na ruim 8 jaar welletjes vond.
Desondanks ben ik nog wel een paar keer in het prachtig gelegen "Rhijnauwen" geweest. De laatste keer was een jaar geleden.
Daar mijn schoonzus Annemarie over was uit Mozambique had Ada een Buijzendag georganiseerd. We zouden vanmiddag picknicken bij "Rhijnauwen". Nu beloofde buienradar niet veel soeps. Juist op het moment, dat we afgesproken hadden, zou een regen- en onweersgebied over Utrecht en omgeving heentrekken.
Het was broeierig warm, toen we met Siebes auto met zijn vijven naar Bunnik afreisden. De airco stond aan en als je dan met blote voeten in je sandalen zit, krijg je op een gegeven moment toch koude blote voeten.

Het wolkendek betrok behoorlijk, toen we aankwamen op het landgoed. Voordeel was wel, dat veel mensen vertrokken, zodat we al snel een picknicktafel in bezit konden nemen. Tegen de traditie van de Buijzen in kwam iedereen redelijk op tijd.
We voelden de eerste spetters en hoorden in de verte het gerommel van bliksem en donder, maar de bui passeerde ons op een paar kilometer. Mazzel hebben heet zo iets.
Iedereen had voldoende te eten, want het leek wel, of er voor een weeshuis eten was klaargemaakt. Maar goed, reizen maakt hongerig.
De zon brak weer door en we kletsten met deze en gene bij, terwijl we op een gegeven moment in de schaduw van de leibomen gingen zitten, daar het daar al warm genoeg was.

Voordat we allen weer huiswaarts zouden gaan, kocht ik in "Het Koetshuis" nog een paar ansichtkaarten met "Groeten uit Bunnik" voor een duo, dat in de lappenmand zat. Met de namen van het hele gezelschap erop zouden deze kaarten bezorgd worden.
Thuisgekomen keek ik om 6 uur bezorgd naar de lucht. Het begon er dreigend uit te zien. Het KNMI had een waarschuwing doen uitgaan en de buienradar op de sites van zowel het KNMI als buienradar zou ons de volle laag kunnen geven.

Ik twijfelde hevig, of ik naar de droogtraining zou gaan. De telefoon ging: Jos Drabbels zat met hetzelfde dilemma, maar hij kon nog opgeroepen worden voor zijn werk en moest dus allerlei spullen meenemen naar "De Bult". We besloten van de droogtraining af te zien vanwege de flinke kans op onweer.
Achteraf bleek, dat we makkelijk hadden kunnen gaan. Op een kleine bui na bleef het droog.
Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. Ik heb het geluk, dat ik morgenochtend vrij ben. Ik kan de schade dan gelukkig inhalen.

Geen opmerkingen: