vrijdag 18 maart 2022

Ik kan het nog!

De wekker stond op kwart voor 6. Ik verliet de echtelijke sponde en kleedde me aan na de kuiten goed ingesmeerd te hebben met spiroflor. Om kwart voor 7 werd ik opgehaald door Wim Slootweg.
Na een nacht met lichte nachtvorst en iets steviger vorst aan de grond reden we door de Bollenstreek naar Haarlem.

Er lag rijp op het gras en er hingen nevelflarden over de bollenvelden.

"Dat wordt straks schaatsen op natuurijs", zei Wim. Het waren profetische woorden.
Door de condensatie van het vocht in de lucht tegen de overkapping van de buitenbaan, druppelde het water op het ijs van de Haarlemse IJsbaan, waar het terstond bevroor. Tot de eerste dweil reden we zodoende op ribbeltjesijs, ook wel bekend als warmevoetenijs.
Bert Grotenhuis en ik reden na het startschot om 8 uur meteen weg, zodat we ons één bocht lang koplopers mochten wanen. Daarna was het uit met de pret en terwijl de snelle schaatsers er fluks vandoor gingen en ons na 3 ronden al een keertje lapten.

Maar ja, in Haarlem zit je dan ook 30 kilometer dichter bij Lapland....
Ik had mijn vertrouwde plek op kop van het kleine peloton weer ingenomen en we begonnen voorzichtig met rondjes van 1.03, maar nadat we warmgedraaid waren kwamen we in de buurt van de 56 seconden uit.
Het grote voordeel van op kop rijden is, dat je een spoor uit kunt zoeken. Zo gleed ik vaak bij het uit de bocht komen wat verder naar buiten, waar je glad ijs had en geen ribbeltjes. Het was iets meer meters per ronde, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd doordat je per slag een paar meter langer door kon glijden.

Nu we het toch over glijden hebben: een man, die les kreeg verloor de controle over zijn schaatsen en gleed pal voor mij over het gladde ijs naar buiten. 
Met een reflex kon ik uitwijken naar rechts en parallel aan de gevallen naar buiten blijven schaatsen. Daar je als schaatser sneller gaat dan met je kleren glijdend over het ijs, kon ik hem ontwijken.
Volgens de reglementen heb je als schaatser het recht om opnieuw te mogen starten, indien je door een val van een andere schaatser gehinderd wordt. Ik besloot om af te zien van dit recht.

Ik was heel pragmatisch, aangezien ik al 55 rondes op de teller had staan. Na 62 rondjes moesten we de baan verlaten voor de eerste dweilpauze. 

Wijs geworden door de krampscheuten bij de Lastige Lijven Toertocht dronk ik meer dan anderhalve week geleden. Dit hield wel in, dat ik een plaspauze in moest lassen, voordat ik het ijs kon betreden. Zodoende had ik 3 rondjes achterstand voordat ik mij weer op kop van het pelotonnetje kon nestelen.
Het schaatsen ging moeiteloos tot de tweede dweil na 112 rondes. De ribbels waren verdwenen.
Ik werd bij het verlaten van de baan aangeschoten door de schoonzoon van Ton Kamerling met de vraag, of ik al wist, dat Ton was overleden. Ik had het inderdaad al vernomen.
De ochtend was het druk op de baan, ook met klassen middelbare scholieren. Via 169 schaatste ik om 12 uur naar 223 rondjes toe. Ik zat nog steeds op het schema van de 500 rondes.

Tussen de middag was het veel rustiger en kon je ongehinderd doorschaatsen. Via 281 reed ik naar 336 rondjes. Doordat het stil was, kon je de muziek ook beter horen.

Daarbij had ik meteen een prangende vraag: valt "Kabooshka" niet onder de boycot van Russische cultuur?



Toen ik om 3 uur 397 rondjes op de teller had staan, wist ik dat ik het ging halen. Ik had alleen maar kopwerk gedaan en zelfs de schaatsers, die meer dan 600 rondjes zouden rijden, zochten af en toe de luwte van mij Brede rug op.

Hoewel ik al 3 jaar geen 200 kilometer meer gereden had kon ik concluderen: ik kan het nog! De rondetijden schommelden nog steeds rond de 56 seconden, dus dat was heel stabiel. 

Ik had voor mezelf nog wel een soort ereschuld. In 2018 strandde mijn poging om 500 rondjes op kop te rijden in het zicht van de haven. Dit was een uitmuntende gelegenheid om dit recht te zetten.

Ik kon nog steeds in rond de 56 seconden de rondjes af blijven leggen. Toen ik de achtste serie op 452 afsloot wist ik: alleen een inzinking zou me ervan weerhouden om de afstand van de Elfstedentocht af te leggen. Deze bleef gelukkig achterwege.

Daar ik zonder transponder reed, kwamen mijn 506 rondjes met alleen kopwerk niet op dit scorebord te staan. Ik kan het nog!

Uiteraard was ik niet goed genoeg voor een plekje op het erepodium.  Daar zat ik helemaal niet mee. Ik was allang blij, dat ik eindelijk weer eens een Alternatieve Elfstedentocht uit kon rijden. Ik ben altijd al een alternatieveling geweest.

De bovenste trede van het erepodium waren voor Ageeth Bosma met 525 rondjes en Maarten de Vries, die er maar liefst 677 reed.


Zij hebben met hun achternaam bij een Alternatieve Elfstedentocht uiteraard een streepje voor.

Bij de vrouwen was de zilveren plak voor Nathalie, die maar liefst 381 rondjes oftewel 152 kilometer reed op kunstschaatsen! Een prestatie van de buitencategorie.

Je mag mij gerust een stayer noemen, maar ik was al 35 jaar voordat ik de kaap van 200 kilometer gerond heb.

Al met al hadden we een prachtige dag gehad met alleen gezellige deelnemers aan de Bert Grotenhuis Bokaal. Ik kijk al weer uit naar de volgende editie!

Geen opmerkingen: