zondag 18 november 2012

Vijftig tinten herfst

Het zal niemand ontgaan zijn. De hype rondom de boeken van E.L. James heeft ook de politiek bereikt. Wie dacht, dat na het verdwijnen van Rutte I het ergste achter de rug was, mag zich nog een paar keer keer achter de oren krabben.
Vandaag ging ik ook voor 50 tinten. Maar dan wel voor 50 tinten herfst. Dat kon bij de 15 kilometer lange Zevenheuvelenloop van Nijmegen naar Groesbeek en via Berg en Dal weer terug naar Nijmegen.
Nu is de Zevenheuvelenloop de best georganiseerde loop van Nederland. Aan werkelijk alles is gedacht. Vooral de combinatie van startnummer met een treinkaartje voor een handvol euro's naar Nijmegen vanaf ieder station in Nederland zorgt ervoor, dat er soms duizend lopers in een trein zitten.
Het begon al, toen ik van huis uit naar station De Vink wandelde. Na 300 meter kwam ik een andere wandelaar met sportkleding aan tegen. Op de Vink stond een man of 10, waaronder Arjen Vos, de man van een collega van Ada.
In de trein naar Den Haag CS zaten we bij elkaar in de coupé, maar in het gedrang op het station met een paar minuten overstaptijd raakten we elkaar kwijt. Geen nood, want er zaten genoeg andere lopers in de trein. In Utrecht moesten we overstappen op een al behoorlijk overvolle trein. In de eerste klas waren echter nog wel wat stoelen vrij. En als ik dan moet kiezen tussen zitten op de trap op in de eerste klas, dan weet ik het wel.
Bij het uit de trein stappen bleek, dat Herco Liem bij mij in de coupé gezeten had. Dat we elkaar niet gezien hebben lag aan het feit, dat ik de Trouw gelezen heb en zo niet goed zichtbaar was. Nu kom ik Herco altijd bij leuke evenementen tegen.

Samen wandelden we naar het Keizer Karelplein, waar we allebei een andere kleedgelegenheid hadden.

Ik signeerde "Molen- en Merentocht" en "De Elfsteden toch gereden" voor deze voormalige IJVL-trainer, voordat we ieder ons weegs gingen.

Het regende, toen ik me naar de parkeergarage van de Rabobank begaf. Ik geef het toe: ik heb nu de schijn tegen....
Temeer daar ik een kleine 8 jaar geleden in Oostenrijk ben gesignaleerd.


Toen had ik dezelfde salopet aan als vandaag. Dit zal vermoedelijk de laatste keer zijn, dat ik deze IJVL-salopet draag, want er beginnen gaten in te vallen.
In de parkeergarage was het een komen en gaan van hardlopers. De meesten hebben tegenwoordig een startnummer met hun voornaam. Een loper met een goedgevulde bierbuik had Eugéne als voornaam. Ik geef het grif toe. Na de conference "Harm met het harpje" van Henk Elsink ben ik bevooroordeeld geraakt aangaande deze voornaam.

Om kwart voor 1 ging ik even inlopen in de regen. Ik bracht mijn trainingsjack naar de parkeergarage en in de regen liep ik naar startvak Oranje, waar ik om 1 uur kon horen, hoe de Kenianen werden weggeschoten.
In het startvak moesten we ruim 20 minuten wachten, voor we daadwerkelijk konden vertrekken. In de tussentijd klets je met deze en gene. Zo liepen er paar mannen met met LUL op hun rug. Dat stond voor Lopers uit Lith.
"Je wordt zeker wel eens nageroepen?" vroeg ik belangstellend.
Hij bevestigde dat. Zeker zijn trainingsmaat van 2 meter lengte ondervond dat. De voor de hand liggende opmerking zal ik maar achterwege laten....
Het was trouwens best een gezellig clubje. Na afloop van een loop dronken ze altijd Westmalle. Niets mis mee.
Na 22 minuten en 27 seconden passeerde ik de startstreep om meteen in een vrij hoog tempo richting Groesbeek te lopen. Al vrij snel kwamen we bij de bossen met vijftig tinten herfst, en waarschijnlijk nog veel meer.
Nu we het toch over kleuren hebben, tegen de helling op zag je een regenboogpalet aan kleuren de heuvel voor je beklimmen.

Het ging in het begin erg makkelijk.

In de prachtige omgeving van Groesbeek passeerde ik het 5 kilometerpunt na 23 minuten 28, alvorens ik in de meute de vrij smalle weg richting golfbanen opdraaide.

Hier ontdekte ik, dat er wat ontbrak. Ik had het niet meteen in de gaten, maar bij het opdraaien van de Zevenheuvelenweg wist ik, wat ik miste: de Boeddhistische klaagzang.

Op de Zevenheuvelenweg liep ik het lekkerst. De mouwen van mijn zweethemd waren opgestroopt en ik maakte mijn bolletjespet meer dan waar. Hier heb ik aardig wat mensen ingehaald.

Dat ik het 10 kilometerpunt pas na 47 minuten 10 passeerde heeft minder met de loopsnelheid te maken, maar meer met het feit, dat op dit gedeelte van het parcours de twee drinkposten staan. Bij beide posten dronk ik 2 bekers AA.
Na nog een klim richting Bert en Dal begon het afdalen naar Nijmegen met nog een klein klimmetje ter hoogte van de voetbalvelden.
Hier liep ik erg hard. Maar ja, wat wil je ook, als er iemand met "Politie" in koeienletters op zijn shirt achter je aan zit.
Ik liet me met los langs het lichaam hangende armen als het ware naar beneden vallen. Door de wet van de zwaartekracht loop je zo harder, dan dat je je armen meebeweegt met je lichaam. Dat ging goed, tot ik bij de klok van 14 km was, die 1.28 aangaf.
Mijn linkerkuit begon te protesteren. Maar ja, je kunt niet ongestraft weinig duurwerk trainen en dan verwachten, dat je op vol vermogen 15 km kunt lopen.
Daar ik als rechtschapen katholieke jongen thuis geleerd heb: "Het is beter te geven dan te ontvangen", liet ik een dreigende zweepslag aan mij voorbijgaan door de laatste kilometer behoorlijk te temporiseren.

Zodoende deed ik ruim vijfenhalve minuut over de laatste 1000 meter, waardoor ik binnenkwam in 1.11.05.

Zes seconden te snel. Ja, u leest het goed, te snel. 1.10.59 is natuurlijk best wel leuk, maar 1.11.11 is toch echt veel leuker!

Ik wandelde rustig naar de parkeergarage, waar het zwaarste deel van de hele dag mij wachtte: de steile afdaling. Ik weet in ieder geval wel, dat traplopen de komende dagen niet mijn favoriete bezigheid zal zijn.
Na mijn fleece en trainingsjack aangedaan te hebben, wandelde ik naar het station, waar ik om 10 over 3 de trein naar Utrecht had. Om half 6 was ik, na twee keer overstappen, weer terug van vijftig tinten herfst.

Geen opmerkingen: