vrijdag 9 november 2012

Aanleg

Op het eerste oog was het een vrijdag als alle andere in het schaatsseizoen. 's Ochtends om half 9 op de fiets stappen, werken tot 2 uur, naar huis fietsen, me omkleden, wat eten en drinken en naar de Leidse IJshal fietsen om 2 uur achter elkaar schaatsles te gaan geven.
Toch was het een beetje anders.
Allereerst fietste Ana met mij mee naar Katwijk, waar deze Spaanse snelspreker kon struikelen over de ingewikkelde Nederlandse zinsconstructies.

Daarnaast was onze oudste dochter 29 jaar geworden. Voor mij was de dag waarop ik vader werd de mooiste dag van mijn leven. Dat gold niet bepaald voor Alfred Heineken, die die dag ontvoerd werd door Willem Holleeder en consorten.
Dat ging toen aardig langs me heen. Ik had het al druk genoeg met luiers verschonen en leren om een kind in bad te doen!
Als ik op deze bijzondere dag op Witte Rozenstraat 58a terugblik, dan lijkt het inderdaad, of de tijd vliegt.

Op de geboortedag van je kind maak je je allerlei voorstellingen, hoe het leven van je kind zou kunnen verlopen, waarbij één ding absoluut zeker is: het gaat altijd anders, dan je denkt. Je weet immers niet, waar je kind aanleg voor heeft.
Dat heb je als trainer ook altijd aan het begin van het seizoen. Je krijgt een groep nieuwe kinderen voor je neus, waarbij er altijd een paar opvallen, die aanleg hebben voor schaatsen. En je hoeft geen neus voor talent te hebben om te zien, dat Kiek, een klein meisje, eruit springt.

Geen wonder. Haar vader is de eerste wereldkampioen afstanden op de 1500 meter: Jeroen Straathof.
Een uur later gaf ik schaatsles voor de IJVL. Een meisje uit mijn groep had haar zusje van 5 meegenomen. Nynke heeft aanleg. Ze schaatste zo een uur mee.
Net als Ike destijds. Waarbij ik om alle Indianenverhalen de kop in te drukken, wel een onderscheid wil maken: aanleg is iets heel anders dan talent!

Geen opmerkingen: