zaterdag 31 december 2016

Luctor et emergo


Als ik het afgelopen jaar overzie, dan is de spreuk "Luctor et Emergo", die prijkt op het wapen van Zeeland, op mijzelf volledig van toepassing: "Ik worstel en kom boven!"
Het begon al bij de eerste training van de "Krasse Knarren" in de Leidse IJshal. Ik ging aan het eind van de bocht onderuit en knalde tegen de boarding aan, waarbij de rondenteller de val brak. Niet veel later maakte ik nogmaals kennis met de boarding, maar nu aan de andere kant van de baan. We zorgen natuurlijk wel voor een evenwichtige trainingsopbouw!

Wat me nog nooit was overkomen, gebeurde: ik was bang om de bocht in te gaan. Met een gevoel alsof ik naar de tandarts ging, fietste ik naar de Vondellaan toe. Maar ik wist wel: ik moet niet aan deze angst toegeven. De rest van het seizoen was voor mij een worsteling met mijn techniek, maar vooral ook met mezelf.

Tot mijn stomme verbazing ging het schaatsen bij de Bert Grotenhuis Bokaal nog heel goed. Ik had nauwelijks ingeboet aan snelheid en kreeg zelfs te horen: "Je bent geweldig, Bert!"
De aanloop naar de marathon van Leiden verliep vrij vlekkeloos, maar op de dag zelf kreeg ik na 16 kilometer last van een achillespees. Ik liep de pijn eruit en de tweede halve marathon ging soepel en probleemloos.

Dat gold niet voor de naweeën. Tot ik met mijn vrouw op fietsvakantie ging in Engeland, had ik last van de lichte achillespeesblessure. Dit kwam deels door mijn eigen gretigheid. Ik wilde te graag weer voluit trainen.
In die tijd zaten we op ons werk volop in een asbestcrisis. Er was asbest van de ergste soort ontdekt in het fietsenhok, waar ik 11 jaar lang met flinke regelmaat dozen met afgeschreven boeken opgezet en afgehaald heb. Niet bepaald iets, wat je gezond noemt.
Dat was de fietsvakantie in het oosten van Engeland wel. Wat een prachtige tocht was dat, met als letterlijk hoogtepunt de beklimming van the Buttertubs pass.


Ook waren the North Yorkshire Moors erg mooi.


In het najaar begon ik langzamerhand weer wat vertrouwen te tanken. De bochten liepen steeds beter. Ik was aardig in vorm voor de 1000 rondjes van Leiden, maar een flinke verkoudheid en een gevoelige rechterkuit betekende een worsteling van 200 kilometer. Zonder 1 keer pootje over te doen, vermoedelijk een wereldrecord, volbracht ik deze loodzware editie van de 1000 rondjes van Leiden.

Later in die week mocht ik de gemeenteraadscommissie van Sport toespreken, daar wethouder Paul Dirkse het in juli UNANIEM aangenomen plan voor IJshal "De Vliet" eigenhandig de nek om wilde draaien.


Gelukkig was ik niet de enige. Elf andere schaatsers, waaronder Olympisch kampioen Mark Tuitert en wereldkampioen Jeroen Straathof, gingen mij voor een bomvolle tribune voor.
De strijd is nog niet gestreden. Ook in 2017 mogen wij nog doorworstelen. Maar wij komen boven! Luctor et emergo!

Geen opmerkingen: