De mooiste boektitel van 2020 gaat zonder twijfel naar "Eén erwt maakt nog geen snert" van Asis Aynan.
Vanmorgen hoorde ik de auteur in het radioprogramma OVT. Het is een Riffijns gezegde, die in het Nederlands door het rijm in de titel heel goed in het gehoor ligt. Het gaat over de achtergrond van de bewoners uit het Rifgebergte, die naar Nederland gekomen zijn. De eerste generatie, naar West-Europa gekomen als gastarbeider, was eerder te betitelen als oorlogsvluchteling. Eind jaren '50 woedde er een burgeroorlog tussen de Marokkaanse regering en de Riffijnen. Gezien de soms gruwelijke vervolging van de verliezende partij kozen veel jonge mannen ervoor om hun land te verlaten en in Europa een nieuw bestaan op te bouwen.
Behalve nieuwe inzichten bracht dit boek door de pakkende titel bij mij een herinnering aan erwtensoep naar boven. Als kind lustte ik het graag, tot ik op een dag na het eten ervan vreselijk moest overgeven. Ik was in die jaren bijna nooit ziek en het maakte diepe indruk op me. Vermoedelijk had ik wat onder de leden en gaf het eten van snert me letterlijk een snertgevoel.
Hoe het ook zij, na die dag heb ik jarenlang geen erwtensoep gegeten! De associatie, die ik gelegd had tussen het eten van snert en ziek worden zat er zo diep in bij me, dat ik er letterlijk geen hap van door mijn keel kon krijgen. Gek genoeg lustte ik doperwten heel graag.
Tot ik als twintiger een Molentocht maakte en honger kreeg. Er was gelukkig een koek-en-zopietent, waar de koeken waren uitverkocht en het enige voedsel erwtensoep was. Honger maakt rauwe bonen zoet, dus in arren moede nam ik een kop snert. En ik vond het nog lekker ook!
In één keer was ik genezen van mijn afkeer van erwtensoep. Daarnaast besefte ik wel, dat ik mezelf heel wat jaren tekort had gedaan....
zondag 13 december 2020
Eén erwt maakt nog geen snert
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten