vrijdag 28 oktober 2016

Een tandje minder

Gisterenavond was in de Leidse IJshal de eerste avond van de SIC-cursus. Samen met Gerard Driessen en Bert Staal had ik de cursus van 6 theorie-avonden voorbereid. Gisteren was de eerste avond. Deze ging over de mechanica van het rechte eind. De bedoeling van de avonden is om erachter te komen, waardoor ga je harder schaatsen als je een bepaalde techniek gebruikt of waarom juist niet?

Volgende week gaan we verder met de bochtentechniek.
Vanmorgen was ik ietwat gespannen, doordat er een hoektand bij mij getrokken zou gaan worden. Natuurlijk had ik alle vertrouwen in tandarts Van Winsen, die afgelopen woensdag cum laude geslaagd was voor een proeve van bekwaamheid in de allerhoogste categorie. Daar lag het niet aan.

Het was meer het verleden, dat mij dwarszat. En dat was het trekken van een verstandskies. Bij mijn vorige tandarts had ik een gaatje in de enige verstandskies, die ooit bij mij is doorgekomen. Tandarts Koetsier had alles keurig verdoofd, maar bij het boren zag hij, dat het foute boel was. Die kies moest er dus uit.
Maar hoe hij het ook probeerde, het lukte niet om de kies er op de gewone manier uit te krijgen. Uiteindelijk slaagde de tandarts erin, doordat hij de kies ervoor als een soort steun te gebruiken voor een hendel. Na het slagen van de extractie zagen we de oorzaak: er zaten weerhaken aan de kies.

De kies, die als steun gebruikt was, had wel schade opgelopen. Het herstellen daarvan ging pijnloos. Een paar jaar ervoor had ik daar een zenuwbehandeling gehad. Wat echter niet pijnloos was, waren de daarop volgende dagen. Eind september was de verstandskies eruit gehaald, op 3 oktober had ik nog pijn.
Daar mijn vader toen nog leefde en ik mijn oude tandarts in Nieuw-Vennep had aangehouden, ging ik bij Bert senior langs. Daar hoorde ik, dat hij vroeger ook weerhaken aan zijn kiezen had. De angst voor het trekken van tanden en kiezen zat er vanaf toen goed in.
Met dit in gedachten fietste ik vanmorgen naar de Oude Singel. Daar bleek alle angst ongegrond geweest. De hoektand ging er uit zonder dat ik er wat van gevoeld had. Deze bikkel had natuurlijk wel om verdoving gevraagd. Na de extractie kostte het hechten van de wond 2 tot 3 keer zoveel tijd als het trekken zelf.

Als jullie me de rest van mijn leven wat langzamer zien schaatsen, fietsen of hardlopen als voorheen, dan ik het duidelijk, waar dat door komt. Ik sport voortaan met een tandje minder....
Nu bracht het trekken van de verstandskies wel iets anders naar boven. Het gebeurde in het najaar van 1995. De winter daarop had 2 flinke natuurijsperiodes met een Elfstedentocht, die op het laatste moment niet doorging en een jaar erop met een strenge vorstperiode bij het begin van de Kerstvakantie, waardoor we alsnog de Tocht der Tochten konden rijden.
Als dat bij het trekken van deze hoektand ook zou mogen gebeuren, dan zou ik zielsgelukkig zijn. Dan zou ik met mijn trainingsmaat Arthur van Winsen er op uit kunnen trekken.

Geen opmerkingen: