De predroogtraining vertrok vandaag bij Wil Verbeij's huis in Zoeterwoude vandaan. Het had de hele dag geregend, maar nu was het droog en onbewolkt, zodat we met zijn vieren over stille wegen en fietspaden richting Stompwijk liepen. De koeien stonden in de wei, het wemelde van de weidevogels en een paar reigers waren een avondmaal bij elkaar aan het scharrelen.
Kortom, landelijke rust, midden in de Randstad.
Wil had last van een kriebelhoest en daar kwamen de grappen over de varkensgriep tevoorschijn: "Wil, als je een varkensstaart krijgt, moet je je echt zorgen gaan maken!"
Via een tunnel, waar Jaap de Gorter liet zien een groot aanhanger van Pythagoras te zijn, liepen we richting 't Geertje en vervolgens richting Zuidbuurt. Daar het zo'n mooie voorjaarsavond was, besloten we het voorstel van Jos Drabbels aan te nemen en de loop nog een stukje te verlengen door het kerkepad door de weilanden naar Weipoort te nemen en het volgende kerkepad richting Zuidbuurt.
Via het mooie 't Watertje zat de hersteltraining van 10 km er op. De bovenbenen lieten voelen, dat de halve marathon van zondag nog niet volledig verteerd was. Maar we hadden volop genoten van de loop door het Groene hart. De slogan van de gemeente Zoeterwoude klopt precies: weids en groen!
woensdag 29 april 2009
zondag 26 april 2009
Flowers in the rain
Terwijl het bijna de hele maand april droog weer was geweest, begon het te regenen, toen wij om 9 uur aan het ontbijt zaten. Een snelle blik op buienradar liet zien, dat het nog wel een paar uur door zou gaan. Vanaf België trok een langgerekt buienfront noordwaarts over Zuid-Holland.
Het kwam dus mooi uit, dat we in de auto van Jaap de Gorter naar Noordwijkerhout konden rijden. Om 10 uur mocht ik mijn rijbewijs weer eens bewijzen en reden we met de ruitenwissers aan naar een parkeerplaats op een halve kilometer van "De Schelft" af, waar we ons in konden schrijven voor de laatste loop van het Zorg&Zekerheid-circuit. Jaap had dinsdag behoorlijk hard gelopen in de loop op het terrein van de Sint-Bavo en daarna 2 keer geskeelerd, zodat hij de 10 km zou gaan lopen.
Voor mij was het de laatste wedstrijdloop voor de marathon van Leiden. Het lot bepaalde, dat ik met startnummer 1622 aan de halve marathon van Noordwijkerhout kon beginnen. Sorry, Bas....
Hans Boers was er vandaag niet bij. Hij was met Morena en de kinderen naar de Dominicaanse Republiek afgereisd om languit onder de palmen op zijn lauweren te rusten.
In de kleedkamer deed ik mijn korte broek en een functioneel loopshirt aan en begaf me om 10 voor 11 vaar het startvak. Hier kwam ik Annelies van Strater tegen, die ook de halve zou lopen. Om 11 uur klonk het startschot, terwijl de regen nog steeds neerdwarrelde. Er stond niet veel wind, hetgeen inhield, dat de buien lang bleven hangen.
De temperatuur was heerlijk, zodat je na zo'n 2 km met veel inhalen lekker in je eigen ritme door kon lopen langs de natte bollenvelden. We kwamen langs hotel "De Duinen". Wat hebben we van de week geboft met het mooie weer, waardoor we de opdracht voor marketingstrategie lekker op het terras uit konden werken. Nu zag het er nat en grauw uit.
Zolang je doorloopt, heb je vrij weinig last van de regen. Na de steile duinopgang lag mijn marathonschema bijna in duigen. In de afdaling ontweek ik een boomstronk op het schelpenpad en kwam niet goed op mijn linkervoet terecht. Ik kon nog net voorkomen, dat ik mijn voet op zijn minst verzwikte. Zo zie je maar: je kunt nog zo in vorm zijn, maar door domme pech zou je voorlopig niets aan die vorm hebben. Wil je een marathon lopen, dan moet alles kloppen!
De eerste paar passen waren gevoelig, maar door geconcentreerder mijn voeten neer te zetten kwam ik weer snel in mijn kadans. De grote klok bij het 5-kilometerpunt gaf 24.00 aan. Daar het ongeveer 20 seconden duurde, voor ik over de startstreep was, betekende dit een nettotijd van 23.40. Met de lichte wind zij-tegen liepen we door de duinen noordwaarts.
De tweede 5 kilometer ging eveneens in 23.40, waarna het beste gedeelte van de tocht kwam: het fietspad vanaf Langevelderslag, waarover ik in mijn jeugdjaren zeer veel met de (brom)fiets gereden heb, als we vanuit Nieuw-Vennep met een groep vrienden naar het strand gingen. Langevelderslag was "ons" strand.
Op dit stuk heb ik diverse groepjes ingehaald: erop en erover. De klok bij het 15-kilometerpunt gaf 1.10.50 aan, dus deze 5 km ging in 23.10.
Bron foto: www.ikopfoto.nl
Op dit gedeelte van het parcours had je het mooiste uitzicht op de bloeiende bloemen, al was het vandaag vooral "Flowers in the rain".
Bij mij was het niet zozeer bloeiend, maar vooral bloedend. Bloedende tepels om precies te zijn. Een functioneel shirt zit op zich wel lekker, maar als het lang nat blijft, zoals vandaag, dan schuurt het op een bepaalde manier toch je tepels open. Voor de marathon zal ik het in de Toertochttips uitgebreid beschreven vaseline op mijn tepels smeren om te voorkomen, dat ik dan ook met een bebloed shirt over de finish moet komen.
Langs de Leidsevaart heb ik vrijwel uitsluitend op kop gelopen. Ik kon het tempo redelijk goed vast houden. Met 23.55 werd het 20-kilometerpunt gepasseerd in 1.34.45.
Ik moest er nog een behoorlijke snok aan geven om de laatste 1100 meter in 5 minuten te voltooien, zodat de bruto-eindtijd van startnummer 1622 op 1.39.48 uit zou komen. Netto ongeveer 1.39.half. Een mooie tijd met een behoorlijk vlak schema en als 147e van de 294 gefinishte mannen nog net in het linkerrijtje.
Jaap had de 2 rondjes van 5 km in 48.15 volbracht, waar hij dinsdag over dezelfde afstand 45 hoog had gelopen. Annelies bleef met 1.57.43 nog aardig onder de 2 uur, die ze gepland had. Na Rob van Bladel gedag te hebben gezegd, reden we met de ruitenwissers in een hogere versnelling huiswaarts met een mooi uitzicht op "Flowers in the rain".
donderdag 23 april 2009
Hoge nood
Iedere duursporter krijgt er wel een keer mee te maken: je bent een aardig eind van huis en je moet naar de w.c. Met plassen is dat voor mannen geen probleem: er zijn altijd wel een paar bomen of wat struiken te vinden. Als je een flinke afstand traint, dan ben je altijd wel een keer een wildplasser.
Het wordt echter een heel ander verhaal, als je moet poepen. Dat had ik op deze prachtige ochtend. Ik was vroeg gaan hardlopen, omdat mijn vrouw vandaag jarig was en ik de uren van mijn vaste donderdagavond vanochtend wilde maken. Ik was afgelopen maandag en dinsdag niet thuis, dus het leek me wel geslaagd om op Ada's verjaardag 's avonds thuis te zijn. Om kwart voor 8 liep ik langs de rand van de Stevenshof en ik keek naar de nevelflarden, die als een muur van mist in de verte boven de weilanden hingen, beschenen door de ochtendzon. Ik liep richting stad en ik voelde, dat ik moest poepen.
Nu had ik natuurlijk kunnen doen, wat mijn vriend Tim de Beer ooit deed, toen hij in zijn jeugdjaren in Boedapest diarree kreeg: hij sprong over een heg, trok zijn broek naar beneden en toen hij zichzelf verlost had van de hoge nood zag hij, dat hij op een vol terras zat.
Zo hoog was mijn nood nog niet, maar of ik het tot thuis gered zou hebben, betwijfel ik. En om nou te zeggen, dat je lekker loopt, als je moeite moet doen alles binnenboord te houden.....
Je gaat niet zomaar bij iemand aanbellen en openbare instellingen als de bibliotheek waren zo vroeg in de ochtend nog niet open. Het enige alternatief was naar mijn huisarts lopen, waar 's ochtends inloopspreekuur was. Ik kwam dus hardlopend binnen en ik was zeer blij, dat ik kon gaan zitten.
Het was zo'n 3 jaar geleden, dat ik voor het laatst naar de huisartsenpraktijk geweest was. Als je je zo fit voelt als een hoentje, dan heb je geen noodzaak, om je huisarts te bezoeken. Nu was die noodzaak er wel. De huisarts heb ik niet gezien, alleen de assistente, en die vond het maar raar....
Het wordt echter een heel ander verhaal, als je moet poepen. Dat had ik op deze prachtige ochtend. Ik was vroeg gaan hardlopen, omdat mijn vrouw vandaag jarig was en ik de uren van mijn vaste donderdagavond vanochtend wilde maken. Ik was afgelopen maandag en dinsdag niet thuis, dus het leek me wel geslaagd om op Ada's verjaardag 's avonds thuis te zijn. Om kwart voor 8 liep ik langs de rand van de Stevenshof en ik keek naar de nevelflarden, die als een muur van mist in de verte boven de weilanden hingen, beschenen door de ochtendzon. Ik liep richting stad en ik voelde, dat ik moest poepen.
Nu had ik natuurlijk kunnen doen, wat mijn vriend Tim de Beer ooit deed, toen hij in zijn jeugdjaren in Boedapest diarree kreeg: hij sprong over een heg, trok zijn broek naar beneden en toen hij zichzelf verlost had van de hoge nood zag hij, dat hij op een vol terras zat.
Zo hoog was mijn nood nog niet, maar of ik het tot thuis gered zou hebben, betwijfel ik. En om nou te zeggen, dat je lekker loopt, als je moeite moet doen alles binnenboord te houden.....
Je gaat niet zomaar bij iemand aanbellen en openbare instellingen als de bibliotheek waren zo vroeg in de ochtend nog niet open. Het enige alternatief was naar mijn huisarts lopen, waar 's ochtends inloopspreekuur was. Ik kwam dus hardlopend binnen en ik was zeer blij, dat ik kon gaan zitten.
Het was zo'n 3 jaar geleden, dat ik voor het laatst naar de huisartsenpraktijk geweest was. Als je je zo fit voelt als een hoentje, dan heb je geen noodzaak, om je huisarts te bezoeken. Nu was die noodzaak er wel. De huisarts heb ik niet gezien, alleen de assistente, en die vond het maar raar....
woensdag 22 april 2009
Marketingstrategie
Op maandag en dinsdag had ik in hotel "De Duinen" in Noordwijk de tweedaagse afsluiting van de cursus "Marketingstrategie voor bibliotheken". Het hotel is gelegen aan de voet van de duinen, vlak onder het mountainbikeparcours, waar ik met een paar trainingsmaten een enkel keertje per jaar op een gehuurde mountainbike ga trainen op kracht, duurvermogen, souplesse en vooral behendigheid.
Het was prachtig zonnig weer, dus het uitwerken van onze opdracht in groepjes van 4 deden we gezeten op het zonovergoten terras. Dit deed me sterk terugdenken aan mijn jaren op Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede, destijds magnifiek gelegen in de bossen naast de "Linnaeushof". Een oude villa en een stuk of 12 houten stacaravans als leslokaal zorgden voor een unieke sfeer.
Hier heb ik de 3 mooiste jaren van mijn vrij lange schoolloopbaan doorgebracht: 2 jaar Havo-top en 1 jaar Pedagogische Academie. Helaas kon ik niet goed lesgeven. Degenen, die schaatsles van mij krijgen, zijn bij deze dus gewaarschuwd....
Op "De la Salle" trokken we ook nog wel eens naar buiten, met tekenen, biologie, aardrijkskunde en zelfs met economie. Deze sfeer hing er ook rond deze cursusdagen. Zoals de creativiteit op de Pedagogische Academie flink gestimuleerd werd, zo gebeurde dat hier ook. Denk echter niet, dat het een soort betaalde vakantie was: we gingen wel tot 11 uur 's avonds door! En toen zaten we echt niet meer op het terras.
De cursusleider had gevraagd, of ik mijn hardloopschoenen mee wilde nemen, zodat we 's ochtends om een stuk door de duinen en over het strand konden lopen. 's Avonds om half 12 begon hij al een beetje terug te krabbelen: "Als ik om half 8 niet bij de ingang ben, moet je maar alleen gaan."
Om half 7 stapte ik uit bed. Ik nam een licht ontbijt en om half 8 wachtte ik op Richard Steinbuch, die inderdaad niet op kwam dagen. Dat was erg jammer: voor Richard! De duinen waren gehuld in de nevel, waar het zonlicht doorheen filterde. Een prachtig gezicht. Ik kruiste het mountainbikeparcours en liep naar de dichtstbijzijnde strandopgang, die 2 km van het hotel af lag. Op het strand aangekomen was ik de enige persoon. Zowel richting Noordwijk als richting Langevelderslag zag ik niemand!
Na de altijd zware beklimming van de standopgang liep ik terug naar "De Duinen" om na een verkwikkende douche aan tafel te gaan voor het tweede lichte ontbijt. Daarna moest er weer hard gewerkt worden aan de opdracht voor marketingstrategie: uiteraard op het terras.
Bij marketing staat centraal: hoe kun je je klanten verleiden:
's Middags moesten we in drie groepen onze presentatie over de doelgroep "dynamische gezinnen" geven aan marketeers van Probiblio. Al met al heeft deze cursus mijn kijk op het bibliotheekvak, waarin ik bijna 30 jaar werkzaam ben, toch wel veranderd!
Om 5 uur fietste ik met medecursist Erica de Winter langs de prachtige bollenvelden naar station Voorhout, waar zij de trein naar huis zou nemen. Zelf reed ik door naar Noordwijk, waar ik bij Joop en Gea Beenakker een pizza zou eten. Daarna zou ik doorgaan naar Noordwijkerhout voor een loopje van 10 km op het terrein van de Sint-Bavo. Helaas kwam Joop door verkeersopstoppingen later thuis, maar het was gelukkig weer ouderwets gezellig en de sfeer van "De Hobbit", "De la Salle" en jongerenkoor "Oktopus" herleefde, zodat ik langer bleef plakken dan gepland.
Het menu was zeer verrassend: eerst volgde een halve pizza, daarna de tomatensoep en tot slot de tweede halve pizza. Zodoende zag ik Gea ook nog en vertrok ik veel te laat. Derhalve liep ik alleen het laatste rondje van 2,5 km mee met Jos Drabbels en Annelies van Strater.
's Avonds gingen we Noordwijk nog een afzakkertje halen bij Hen en Corine van den Haak om tenslotte om half 12 thuis te komen na een fietstocht onder een onbewolkte hemel en daardoor in vrij koude lucht.
Het was prachtig zonnig weer, dus het uitwerken van onze opdracht in groepjes van 4 deden we gezeten op het zonovergoten terras. Dit deed me sterk terugdenken aan mijn jaren op Pedagogische Academie "De la Salle" in Heemstede, destijds magnifiek gelegen in de bossen naast de "Linnaeushof". Een oude villa en een stuk of 12 houten stacaravans als leslokaal zorgden voor een unieke sfeer.
Hier heb ik de 3 mooiste jaren van mijn vrij lange schoolloopbaan doorgebracht: 2 jaar Havo-top en 1 jaar Pedagogische Academie. Helaas kon ik niet goed lesgeven. Degenen, die schaatsles van mij krijgen, zijn bij deze dus gewaarschuwd....
Op "De la Salle" trokken we ook nog wel eens naar buiten, met tekenen, biologie, aardrijkskunde en zelfs met economie. Deze sfeer hing er ook rond deze cursusdagen. Zoals de creativiteit op de Pedagogische Academie flink gestimuleerd werd, zo gebeurde dat hier ook. Denk echter niet, dat het een soort betaalde vakantie was: we gingen wel tot 11 uur 's avonds door! En toen zaten we echt niet meer op het terras.
De cursusleider had gevraagd, of ik mijn hardloopschoenen mee wilde nemen, zodat we 's ochtends om een stuk door de duinen en over het strand konden lopen. 's Avonds om half 12 begon hij al een beetje terug te krabbelen: "Als ik om half 8 niet bij de ingang ben, moet je maar alleen gaan."
Om half 7 stapte ik uit bed. Ik nam een licht ontbijt en om half 8 wachtte ik op Richard Steinbuch, die inderdaad niet op kwam dagen. Dat was erg jammer: voor Richard! De duinen waren gehuld in de nevel, waar het zonlicht doorheen filterde. Een prachtig gezicht. Ik kruiste het mountainbikeparcours en liep naar de dichtstbijzijnde strandopgang, die 2 km van het hotel af lag. Op het strand aangekomen was ik de enige persoon. Zowel richting Noordwijk als richting Langevelderslag zag ik niemand!
Na de altijd zware beklimming van de standopgang liep ik terug naar "De Duinen" om na een verkwikkende douche aan tafel te gaan voor het tweede lichte ontbijt. Daarna moest er weer hard gewerkt worden aan de opdracht voor marketingstrategie: uiteraard op het terras.
Bij marketing staat centraal: hoe kun je je klanten verleiden:
's Middags moesten we in drie groepen onze presentatie over de doelgroep "dynamische gezinnen" geven aan marketeers van Probiblio. Al met al heeft deze cursus mijn kijk op het bibliotheekvak, waarin ik bijna 30 jaar werkzaam ben, toch wel veranderd!
Om 5 uur fietste ik met medecursist Erica de Winter langs de prachtige bollenvelden naar station Voorhout, waar zij de trein naar huis zou nemen. Zelf reed ik door naar Noordwijk, waar ik bij Joop en Gea Beenakker een pizza zou eten. Daarna zou ik doorgaan naar Noordwijkerhout voor een loopje van 10 km op het terrein van de Sint-Bavo. Helaas kwam Joop door verkeersopstoppingen later thuis, maar het was gelukkig weer ouderwets gezellig en de sfeer van "De Hobbit", "De la Salle" en jongerenkoor "Oktopus" herleefde, zodat ik langer bleef plakken dan gepland.
Het menu was zeer verrassend: eerst volgde een halve pizza, daarna de tomatensoep en tot slot de tweede halve pizza. Zodoende zag ik Gea ook nog en vertrok ik veel te laat. Derhalve liep ik alleen het laatste rondje van 2,5 km mee met Jos Drabbels en Annelies van Strater.
's Avonds gingen we Noordwijk nog een afzakkertje halen bij Hen en Corine van den Haak om tenslotte om half 12 thuis te komen na een fietstocht onder een onbewolkte hemel en daardoor in vrij koude lucht.
zaterdag 18 april 2009
Haardracht
Afgelopen dinsdagavond heb ik een lichte hersteltraining van 4 km dribbelen gedaan, terwijl ik op donderdagochtend een kleine 11 km gelopen heb in marathontempo. Op die dagen had mijn zoon Siebe een eendaagse wedstrijd en zijn eerste meerdaagse in Spanje. Tijdens de Clásica de Pascua, de eendaagse wedstrijd, was hij 49e geworden, terwijl hij op de eerste dag van de vijfdaagse Volta Ciclista a Galicia op de 130e plaats was beland op 2 minuten van de winnaar.
's Avonds zagen we hem via Skype, met een kale kop! Zijn matje, waarmee hij in het peloton altijd zeer herkenbaar was, was eraf, net als de rest van zijn haar. De volgende dag konden we het verhaal op zijn website http://www.siebebreed.nl/ lezen onder het kopje "Kaal".
Ik citeer:"Mijn moeder heeft wel gelijk gekregen. Het ziet er niet uit, die biljartbal. Echt eraan wennen zal niet makkelijk zijn, het is toch elke keer een beetje schrikken als ik in de spiegel kijk. Het heeft wat ongezonds zo’n haarloos hoofd. Gelukkig hoeft het ook niet te wennen, het groeit gauw weer aan. Voorlopig niet, voorlopig jeukt het vooral. En bij gebrek aan haar als isolatie heb ik gauw een koude kop. Na afloop van een training of wedstrijd staat de afdruk van mijn helm overduidelijk in mijn hoofdhuid gedrukt. En ik moet oppassen in de zon, huid die de zon nooit heeft gezien verbrandt immers gauw, en de zon heeft doorgaans de neiging van bovenaf te schijnen. Kortom, het is geen onverdeeld succes.
Ach ja, dat is het risico dat je neemt, als je iets dergelijks probeert. Voorlopig zie ik weinig reden voor herhaling. Toch heb ik geen spijt. Je komt er pas achter als je iets probeert."
De volgende avond meldde Siebe, die op de 81e plaats was binnengekomen in de zwaarste etappe, via Skype, dat hij keelontsteking had. Ada opperde voorzichtig, dat er mogelijk een verband zat tussen de kale kop en de keelontsteking.
In ieder geval stond de volgende dag in de daguitslag van de Volta a Galicia: ABN BREED, Siebe CONSTRUCCIONES PAULI hetgeen in gewoon Nederlands betekent, dat Siebe had opgegeven. Nu ken ik mijn zoon goed genoeg, om te weten, dat hij dan echt ziek is. Want Breed en opgeven....
Om jullie te laten genieten van Siebes haardracht, waarvan ik bijna zou zeggen dat hij er spijt heeft als haren op zijn hoofd:
En dit was mijn haardracht toen ik net zo oud was als Siebe nu:
Met ietwat korter haar, waarbij mijn vrouw me af en toe liefdevol inwrijft, dat ik inhammen krijg, begon ik vanmorgen aan de 2e 30 km als voorbereiding op de marathon van Leiden. Het was zonnig weer, maar er stond wel een frisse noordoosten wind. Langs de rand van de Stevenshof liep in naar station De Vink en vandaar langs het spoor naar Voorschoten. Hier liep ik over de Papelaan naar de ingang van De Horsten om langs het nederige stulpje van (voormalig?) Elfstedenrijder en marathonloper Willem-Alexander naar het Horstlaantje te lopen. Langs het spoor rende ik vervolgens naar Leidschendam.
Helaas was Hans Boers niet thuis, maar gelukkig zijn zoon Joy wel, zodat ik mijn waterflesjes bij kon vullen. Langs molen "De Salamander" ging de tocht voort naar de sluizen van Leidschendam en vandaar langs de Vliet. Deze verliet ik al vrij snel om aan de oostzijde van de Vogelplas en de Vlietlanden naar de blauwe brug te lopen. Langs de Korte Vliet en de rand van de Stevenshof voerde de weg me naar huis. De ongeveer 32 km had ik in 3 uur en 3 kwartier afgelegd. In je eentje loop je altijd langzamer, maar dit was wel heel wat langzamer dan tijdens de Henk Hakker memorial van 2 weken geleden. Maar ja, zo'n afstand in je eentje afleggen is niet fysiek, maar vooral mentaal een stuk zwaarder.
Ik zit nu dus niet bepaald met mijn handen in het haar....
's Avonds zagen we hem via Skype, met een kale kop! Zijn matje, waarmee hij in het peloton altijd zeer herkenbaar was, was eraf, net als de rest van zijn haar. De volgende dag konden we het verhaal op zijn website http://www.siebebreed.nl/ lezen onder het kopje "Kaal".
Ik citeer:"Mijn moeder heeft wel gelijk gekregen. Het ziet er niet uit, die biljartbal. Echt eraan wennen zal niet makkelijk zijn, het is toch elke keer een beetje schrikken als ik in de spiegel kijk. Het heeft wat ongezonds zo’n haarloos hoofd. Gelukkig hoeft het ook niet te wennen, het groeit gauw weer aan. Voorlopig niet, voorlopig jeukt het vooral. En bij gebrek aan haar als isolatie heb ik gauw een koude kop. Na afloop van een training of wedstrijd staat de afdruk van mijn helm overduidelijk in mijn hoofdhuid gedrukt. En ik moet oppassen in de zon, huid die de zon nooit heeft gezien verbrandt immers gauw, en de zon heeft doorgaans de neiging van bovenaf te schijnen. Kortom, het is geen onverdeeld succes.
Ach ja, dat is het risico dat je neemt, als je iets dergelijks probeert. Voorlopig zie ik weinig reden voor herhaling. Toch heb ik geen spijt. Je komt er pas achter als je iets probeert."
De volgende avond meldde Siebe, die op de 81e plaats was binnengekomen in de zwaarste etappe, via Skype, dat hij keelontsteking had. Ada opperde voorzichtig, dat er mogelijk een verband zat tussen de kale kop en de keelontsteking.
In ieder geval stond de volgende dag in de daguitslag van de Volta a Galicia: ABN BREED, Siebe CONSTRUCCIONES PAULI hetgeen in gewoon Nederlands betekent, dat Siebe had opgegeven. Nu ken ik mijn zoon goed genoeg, om te weten, dat hij dan echt ziek is. Want Breed en opgeven....
Om jullie te laten genieten van Siebes haardracht, waarvan ik bijna zou zeggen dat hij er spijt heeft als haren op zijn hoofd:
En dit was mijn haardracht toen ik net zo oud was als Siebe nu:
Met ietwat korter haar, waarbij mijn vrouw me af en toe liefdevol inwrijft, dat ik inhammen krijg, begon ik vanmorgen aan de 2e 30 km als voorbereiding op de marathon van Leiden. Het was zonnig weer, maar er stond wel een frisse noordoosten wind. Langs de rand van de Stevenshof liep in naar station De Vink en vandaar langs het spoor naar Voorschoten. Hier liep ik over de Papelaan naar de ingang van De Horsten om langs het nederige stulpje van (voormalig?) Elfstedenrijder en marathonloper Willem-Alexander naar het Horstlaantje te lopen. Langs het spoor rende ik vervolgens naar Leidschendam.
Helaas was Hans Boers niet thuis, maar gelukkig zijn zoon Joy wel, zodat ik mijn waterflesjes bij kon vullen. Langs molen "De Salamander" ging de tocht voort naar de sluizen van Leidschendam en vandaar langs de Vliet. Deze verliet ik al vrij snel om aan de oostzijde van de Vogelplas en de Vlietlanden naar de blauwe brug te lopen. Langs de Korte Vliet en de rand van de Stevenshof voerde de weg me naar huis. De ongeveer 32 km had ik in 3 uur en 3 kwartier afgelegd. In je eentje loop je altijd langzamer, maar dit was wel heel wat langzamer dan tijdens de Henk Hakker memorial van 2 weken geleden. Maar ja, zo'n afstand in je eentje afleggen is niet fysiek, maar vooral mentaal een stuk zwaarder.
Ik zit nu dus niet bepaald met mijn handen in het haar....
Al@din
Deze week kreeg ik bij mijn werk voor Al@din een verzoek, om muziek te noemen, die geschikt is bij het lopen van een Coopertest van 12 minuten. Er is wat dat aangaat voldoende muziek te vinden, die zeer geschikt is om te beluisteren bij het hardlopen. Het bealngrijkste is, dat je daarbij in een kadans komt, waarbij je zeer lang in hetzelfde tempo door kunt gaan.
Enkele voorbeelden hiervan zijn:
"Radar love" van The Golden Earring
"Run like hell" van Pink Floyd
"Down down" van Status Quo
"Easy livin'" van Uriah Heep
Hoewel ik zelf altijd zonder "oortjes" loop, omdat je dan kunt genieten van het gezang van de vogels, is bovenstaande muziek uitstekend geschikt om bij te rennen. De kadans zit er goed in!
Wie zelf een vraag over wat voor onderwerp dan ook heet, kan deze aan bibliothecarissen uit heel Nederland stellen op http://aladin.bibliotheek.nl/ of op de verbeterde versie ervan: http://antwoord.bibliotheek.nl/
Enkele voorbeelden hiervan zijn:
"Radar love" van The Golden Earring
"Run like hell" van Pink Floyd
"Down down" van Status Quo
"Easy livin'" van Uriah Heep
Hoewel ik zelf altijd zonder "oortjes" loop, omdat je dan kunt genieten van het gezang van de vogels, is bovenstaande muziek uitstekend geschikt om bij te rennen. De kadans zit er goed in!
Wie zelf een vraag over wat voor onderwerp dan ook heet, kan deze aan bibliothecarissen uit heel Nederland stellen op http://aladin.bibliotheek.nl/ of op de verbeterde versie ervan: http://antwoord.bibliotheek.nl/
maandag 13 april 2009
Zwartloper
Net als gisteren, toen ik met Ada 52 km gefietst heb over Woubrugge, Roelofarendsveen en Rijpwetering, een prachtige tocht door "ons" deel van het Groene hart, ben ik vanochtend met mijn vrouw wezen fietsen. Om 9 uur stapten we op de fiets om door Wassenaar naar de Waalsdorper vlakte te fietsen. Na cappuccino en warme cholclademelk besteld te hebben bij pannenkoekenboerderij Meyendel fietsten we door de duinen naar Katwijk en vandaar langs het Oegstgeester kanaal naar Oegstgeest, waar om 12 uur de Paas Haaswijkloop zou zijn.
Om kwart voor 12 trof ik Jaap de Gorter en Andrea Landman, die zich al ingeschreven hadden voor de 10 km. Helaas voor mij waren alle startnummers al op. Dan maar starten zonder nummer. Bij schaatsen kennen we het begrip "zwartrijder", vandaag zou ik als "zwartloper" mee gaan doen.
Om 12 uur was er een stevige warming-up met muziek, zodat we om kwart over 12 van start konden gaan. Bij de start kwamen we Mart Moraal tegen. Met hem zou ik de twee rondjes om de Klinkenberger plas lopen. De eerste ronde stond in het teken van inhalen. Veel 5-kilometerlopers, die te hard gestart waren, haalden we een voor een in. Het eerste rondje ging in 22.40 in een pittig, maar vlak tempo.
Ook het tweede rondje konden Mart Moraal, in een niet eens zo ver verleden Nederlands kampioen wintertriatlon bij de veteranen, en ondergetekende het tempo goed vasthouden. We hebben nog een paar mensen ingehaald om in een tijd van 46.35 samen te finishen. De tijd viel een beetje tegen, omdat het tweede rondje wat langer was dan de eerste. Vermoedelijk ben ik als eerste zwartloper binnengekomen.
Jaap liep de 10 km in 48 blank, Andrea in 57.01.
Na afloop gingen Jaap en ik nog even met Andrea mee om haar te verlossen van de overgebleven taart van haar verjaardag. Wat dat aangaat zijn we zeer opofferingsgezind. In het voortuintje in de zon en uit de wind was het goed toeven.
Toen we net wegreden kwamen we Paul Verkerk nog tegen, die door de duinen was wezen fietsen. Wat dat aangaat hebben we dit jaar enorm kunnen genieten van het mooie weer gedurende het hele Paasweekeinde.
En als goed katholiek (de Paus denkt daar heel anders over) wil ik jullie in op Tweede Paasdag dit nog ter overweging geven: je kunt beter zwartloper zijn dan zwartkijker!
Om kwart voor 12 trof ik Jaap de Gorter en Andrea Landman, die zich al ingeschreven hadden voor de 10 km. Helaas voor mij waren alle startnummers al op. Dan maar starten zonder nummer. Bij schaatsen kennen we het begrip "zwartrijder", vandaag zou ik als "zwartloper" mee gaan doen.
Om 12 uur was er een stevige warming-up met muziek, zodat we om kwart over 12 van start konden gaan. Bij de start kwamen we Mart Moraal tegen. Met hem zou ik de twee rondjes om de Klinkenberger plas lopen. De eerste ronde stond in het teken van inhalen. Veel 5-kilometerlopers, die te hard gestart waren, haalden we een voor een in. Het eerste rondje ging in 22.40 in een pittig, maar vlak tempo.
Ook het tweede rondje konden Mart Moraal, in een niet eens zo ver verleden Nederlands kampioen wintertriatlon bij de veteranen, en ondergetekende het tempo goed vasthouden. We hebben nog een paar mensen ingehaald om in een tijd van 46.35 samen te finishen. De tijd viel een beetje tegen, omdat het tweede rondje wat langer was dan de eerste. Vermoedelijk ben ik als eerste zwartloper binnengekomen.
Jaap liep de 10 km in 48 blank, Andrea in 57.01.
Na afloop gingen Jaap en ik nog even met Andrea mee om haar te verlossen van de overgebleven taart van haar verjaardag. Wat dat aangaat zijn we zeer opofferingsgezind. In het voortuintje in de zon en uit de wind was het goed toeven.
Toen we net wegreden kwamen we Paul Verkerk nog tegen, die door de duinen was wezen fietsen. Wat dat aangaat hebben we dit jaar enorm kunnen genieten van het mooie weer gedurende het hele Paasweekeinde.
En als goed katholiek (de Paus denkt daar heel anders over) wil ik jullie in op Tweede Paasdag dit nog ter overweging geven: je kunt beter zwartloper zijn dan zwartkijker!
zondag 12 april 2009
Keuring
Door ik vrijdag 10 april iets in een la moest zoeken, stuitte ik op de kaart van de Militaire bloedtransfusiedienst, waarop stond, dat ik bloedgroep O+ heb. De datum was: 10 april 1974. Wat toevallig, dat ik dat papiertje exact 35 jaar na dato moest vinden.
Die dag was trouwens de laatste keer, dat ik gekeurd ben. Voor die tijd, toen ik nog voetbalde, was in die jaren een tweejaarlijkse medische keuring verplicht. Daarna heb ik nooit meer een medische keuring ondergaan. Eigenlijk zou dat moeten, maar ik ga er maar van uit, dat zolang ik zonder problemen de marathon kan lopen of in één dag 200 km kan fietsen of schaatsen, dat ik gewoon gezond ben en een goed getraind lijf heb.
De uitslag van de keuring in 1974 was, dat ik goedgekeurd was voor het leger. Hier was ik het helemaal niet mee eens. Ik heb op die dag aan de keuringsofficier al duidelijk gezegd, dat ik dienst zou gaan weigeren en dat het hen en mij een hoop rompslomp zou besparen, als ze me gewoon af zouden keuren.
Dat ik dienst zou weigeren, stond voor mij als een paal boven water. De gedachte is voor het eerst bij me opgekomen, door het lezen van een boek: "Frank van Wezels roemruchte jaren" van A.M. de Jong. In dit tijdens de Eerste Wereldoorlog spelende humoristische boek worden 29-jarigen gemobiliseerd en belachelijke dingen als de groetplicht, speelden in die tijd nog steeds. Het enige voordeel, dat A.M. de Jong in "Frank van Wezels roemruchte jaren" ook noemt, en waardoor het ook een klein beetje een sportboek is, is dat je door de vele oefeningen een goede conditie krijgt. Maar daar heb je het leger helemaal niet voor nodig! Dit prachtige boek, dat ik iedereen aan kan bevelen, is niet meer in de handel, maar is nog wel via de bibliotheek te leen!
Van huis uit had ik geen grote liefde voor het leger meegekregen. Mijn vader was doof geworden aan een oor doordat hij als dienstplichtige zonder oorbescherming bij een kanon moest staan, dat werd afgeschoten. Om uiteindelijk uit dienst te komen, had hij een papier moeten ondertekenen, dat het beschadigde gehoor niet door het leger gekomen was....
Door het lezen van "Frank van Wezels roemruchte jaren" van A.M. de Jong, de schrijver van "Merijntje Gijzen's jeugd en jonge jaren", "Bulletje en Boonestaak" en "De dolle vaandrig", viel alles op zijn plek. Langzaam maar zeker wist ik 100% zeker: ik word dienstweigeraar!
Doordat ze me toch geschikt vonden voor het leger, zat er voor mij niets anders op dan de hele weigerprocedure te doorlopen en bijna 19 maanden vervangende dienstplicht te vervullen. Dat kon bij de Openbare Bibliotheek Leiden, waar ik de laatste stage van de bibliotheekacademie gelopen had. Wat dat aangaat is het toch nog goedgekomen. Ook zonder verdere keuring.
zaterdag 11 april 2009
Verkenningstocht
Het is een groot voordeel, als je het terrein kent, waar je een grote prestatie neer moet zetten. Wielrenners verkennen de bergetappes nauwgezet, zodat ze in de grote rondes als de Tour de France niet voor onaangename verrassingen komen te staan.
Zelf doe ik dit ook voor de marathon. De meeste jaren loop ik het parcours van de Leidse marathon al een keertje. Denk niet, dat ik overdrijf, want bij de marathon van Leiden loop je twee keer het parcours van de halve. En daar het parcours op 150 meter van mijn huis loopt, is de molen in de Stevenshof een ideaal startpunt.
Het was bewolkt, toen ik van huis ging, maar al snel brak de zon door de wolken heen en werd het een stuk warmer. Ik had er na een paar kilometer al spijt van, dat ik niet in mijn korte broek vertrokken was, maar goed, gedane zaken nemen geen keer.
In de stad moest ik het parcours verlaten, daar hardlopen over de zeer drukke zaterdagmarkt alleen als slalomoefening geschikt is. Door de Breestraat liep ik naar de Lammenschansweg en vandaar naar het mooie Zoeterwoude.
Daar ik aardig door mijn voorraad water heen begon te raken, ging ik bij Wil Verbeij langs, die gelukkig thuis was. We kletsten een minuut of 10 bij, voor ik weer verder ging richting Vlietlanden. Hier begon ik de inspanning van het 200 km fietsen van eergisteren wel te voelen. De Schwung was er een beetje uit. Waar ik normaal vrij soepel loop, was het nu werken geblazen. Maar goed, als je nooit opgeeft kom je er altijd!
Waar ik zondag een tussentijd noteerde van 1.46 op de halve marathon, deed ik er nu ruim een half uur langer over. Op zich is dit niet gek. In een wedstrijd loop je altijd harder. Als je met een trainingsmaat loopt, doe je dat ook. Solo moet je jezelf telkens weer op gang brengen. Mentaal is dat een stuk zwaarder, maar mentale training hoort er nu eenmaal bij, als je de marathon wilt lopen. Wat dat aangaat kon ik vandaag aardig oefenen, wat me te wachten staat bij de tweede ronde. Het was dus een geslaagde verkenningstocht.
donderdag 9 april 2009
"Weet u misschien de weg naar Purmerend?"
De wekker stond om half 7, maar ik was er om 6 uur al uit. Ik had vandaag een vergadering van Al@din in Purmerend en had aan Esther Valent, de voorzitter, aangegeven dat ik niet op de step, maar wel op de fiets zou komen.
Na het ontbijt reed ik om 7 uur de deur uit voor de naar schatting 60 km naar Purmerend: 40 naar Amsterdam en dan nog 20 naar de vergaderplek. De laatste 20 km klopte wel, maar Amsterdam was toch verder dan ik dacht.
Het was mistig, toen ik via Leiderdorp naar Woubrugge fietste. Pas bij Bilderdam begon de mist op te trekken en zag je de nevelflarden in het gefilterde zonlicht boven de weilanden hangen. Op zulke momenten is Nederland zo mooi....
Langs de Amstel reed ik naar Uithoorn, waar ik zo stom was de fietsborden naar Amsterdam te volgen. Op de weg van Uithoorn naar Amstelveen staan aardig wat stoplichten, die ook nog eens regelmatig op rood stonden. In Amstelveen volgde ik de groene route naar Amsterdam, via de Amstel. Met 66 km op de teller reed ik het veerpont over Het IJ op.
Purmerend was daarna feitelijk 1 lange, rechte weg langs het Noordhollands kanaal, al moest er nog wel een pontje aan te pas komen om aan de juiste kant te komen. Door Watergang en Ilpendam reed ik naar de bibliotheek van Purmerend, waar de vergadering was. Een punt van zorg was de naamsonbekendheid en daardoor het vrij geringe aantal vragen, dat gesteld wordt aan antwoord.bibliotheek.nl terwijl het op zich een verbeterde versie van Al@din is.
Na 2 uur vergaderen was het tijd voor de lunch. De broodjes met tonijnsalade gingen er wel in na ruim 80 kilometers trappen op de pedalen. Na de lunch, waarbij ik bijpraatte met Fred Kolman van de bibliotheek in Amsterdam, zat het er voor mij op: er was een vergadering van Zoek&Boek, een andere dienst die de bibliotheken gezamenlijk leveren aan klanten, en dat regelt Walter de Gouw voor onze bieb.
Na ruim een kilometer kon ik al weer omkeren: ik was mijn bidon vergeten en als je niet drinkt, kom je de man met de hamer zeer zeker tegen. Met 86 km op de teller begon ik aan mijn zwerftocht door Waterland. Via het mooie Ilpendam reed ik in de drizzle naar Oterleek en vandaar verder naar Broek in Waterland. Wat me opviel was, dat de huizen dezelfde bouw hebben als in de Zaanstreek, maar waar daar het vele hout groen geverfd is, is het hier grijs geschilderd.
Via Zuiderwoude reed ik met een perfecte fietstemperatuur maar met de wind tegen naar het fraaie plaatsje Ransdorp en het even pittoreske Durgerdam, om over de Schellingwouderbrug naar de andere kant van Het IJ te fietsen. Drie IJ is een Paasij, nietwaar...
In Amsterdam kwam ik borden Amstelveen tegen en na een tijdje borden met LF2a, de Stedenroute. Deze borden brachten me via vrij rustige wegen naar Ouderkerk aan de Amstel en daar vandaan naar De Ronde Hoep, een prachtige, groene polder temidden van de verstedelijking rondom Amsterdam. Bij Nes stak ik met een pontje de Amstel over om via Uithoorn weer naar Bilderdam te fietsen.
Voorbij Woubrugge reed ik over het fietspad langs de Wijde Aa. Een vrouw liet daar 4 grote honden uit, en één van die beesten was uit op mijn kuit. Ik zette op mijn racefiets aan, maar de hond was toch sneller. Ik remde dus en hield mijn fiets tussen mij en de hond in. Wat dat aangaat is het een geluk, dat mijn vader jachthonden africhtte: ik ben niet bang voor honden en weet wat ik moet doen om de kans op een beet te verminderen. De vrouw kwam en deed de hond de riem om. "Als de honden niet gehoorzamen, kun je ze beter aan de lijn houden" zei ik, niet zeggend wat ik eigenlijk dacht: "Je bent totaal ongeschikt om de baas van dit soort honden te zijn".
Met flink wat adrenaline in de benen ging het fietsen daarna niet echt lekker meer. Na 177 km was het beste er duidelijk af. Toch maakte ik nog een paar kleine bochtjes extra door de mooie omgeving van Hoogmade, daar ik zo dicht bij de 200 km zou komen, dat ik de afstand van de Elfstedentocht zou halen ook! De laatste van de 3 Bounties zat al in mijn maag, en de bidon, die in Bilderdam door een tuinierende vrouw was bijgevuld, was ook weer leeg, toen ik Zoeterwoude-Rijndijk binnenreed. Bij een tankstation kocht ik een welverdiende Magnum, die ik op een bankje aan het Molenpad verorberde.
Ik had deze lekkernij net achter de kiezen, toen mijn ex-collega Els Raaphorst aan kwam fietsen. Ze is getrouwd met Bert Raaphorst, die sinds dit seizoen ook op donderdagochtend meeschaatst. Ik had alles bij elkaar een prachtige fietstocht gehad van Zuiderwoude naar Zoeterwoude.
In Leiden aangekomen kwam de teller met een gemiddelde van 24,3 uit op 200 km. Er zijn dagen, dat ik minder fiets. Uiteraard was ik heel blij, dat ik op de racefiets was en niet op de step....
woensdag 8 april 2009
Predroogtraining
De meeste schaatsers kennen het begrip droogtraining: in de zomermaanden ga je trainen met schaatsspecifieke oefeningen om in oktober goed voorbereid aan het schaatsseizoen te kunnen beginnen. Nu kennen we in onze trainingsgroep ook het begrip "predroogtraining". Waar veel schaatsers een week of 6 rust nemen, gaan we met een groepje hardlopen op dinsdagavond. We starten telkens bij iemand anders. Na het lopen drinken we nog wat. Kortom, trainen en gezelligheid gaan hand in hand.
Gisterenavond startten we bij Hans Boers. Verder kon alleen Jaap de Gorter, dus met zijn drieën liepen we vanaf Leidschendam naar de Horstlaan en vandaan weer terug langs het spoor. Het was een prachtige voorjaarsavond, dus we genoten van de ondergaande zon, die een oranje gloed wierp over de weilanden. Want dat moet je bij het trainen nooit vergeten: genieten!
Gisterenavond startten we bij Hans Boers. Verder kon alleen Jaap de Gorter, dus met zijn drieën liepen we vanaf Leidschendam naar de Horstlaan en vandaan weer terug langs het spoor. Het was een prachtige voorjaarsavond, dus we genoten van de ondergaande zon, die een oranje gloed wierp over de weilanden. Want dat moet je bij het trainen nooit vergeten: genieten!
zondag 5 april 2009
Henk Hakker memorial
Het is een vreemde gewaarwording, om 3 weken na de afsluiting van het schaatsseizoen al 30 kilometer te moeten lopen, zonder tussentijds een halve marathon te hebben gedaan. Toch was dit lot me beschoren, daar over 6 weken de marathon van Leiden al is. Na de circuitrun, waarbij ik al last had van een bilspier, mogelijk door overbelasting, heb ik dinsdagavond 10 km gelopen en donderdagochtend een kilometer of 14.
Zondagochtend ging de wekker om 8 uur. Rustig ontbeten en om kwart voor 10 op de fiets naar het clubhuis van de Leiden Road Runners Club, waar om half 11 de start zou zijn van de 10e Henk Hakker memoriaal.
Voor de start kwam ik Rob van Bladel, Bernard Kleikamp en de IJVL-leden Max Blondeau en Carl Flaman tegen. En als Carl Flaman je aan komt moedigen, ben je al weer helemaal in de marathonsfeer.
Om half 11 klonk het startschot. Al vanaf de eerste meter voelde ik, dat ik mijn rechterbilspier vandaag vaak zou voelen. Maar goed, afzien hoort ook bij een marathon, dus ga je gewoon door.
Het lopen ging best wel lekker. Na een kilometer of 4 liep ik in Zuid-West met een groepje, dat 5 minuten over een kilometer deed. Dat zou betekenen, dat we afstevenden op een tijd van 2.30 op de 30 km. Ze liepen een lekker strak tempo en na een paar kilometer in de kop meegelopen te hebben, liep ik tot de drinkpost bij de Vlietlanden op de tweede rij. Bij de drinkpost verloor ik het contact, daar de meesten niets of sneller dronken. Het gaatje van 50 meter kon ik door de wet van Pythagoras nog dichten: een stukje door het gras en de achterstand was al gehalveerd. De laatste 20 meter is dan nog te doen.
Met 1.14.43 zaten we op het 15 kilometerpunt nog steeds op schema. Bij de drinkpost in Leidschendam moest ik de groep laten gaan. Zij liepen door, terwijl ik twee bekers water dronk. Een gat van 100 meter loop je in je eentje niet meer dicht. Gelukkig was het vrijwel windstil weer, terwijl de zon door de sluierbewolking begon te breken, dus het was geen straf om in mijn eigen tempo te lopen. Langzaam maar zeker zag ik "mijn groepje" steeds verder van mij weglopen bij de Vogelplas, waar ik de afgelopen winter zoveel genoeglijke uren heb doorgebracht. En je weet meteen: daar zie ik voor af!
Met een achteropkomende 30-kilometerloper liep ik samen op tot de drinkpost bij de Vlietlanden, waar ik door nog 2 lopers werd ingehaald. In mijn eentje liep ik naar het clubhuis van LRRC, waar ik in ruim 2.18 onder luidkeelse aanmoediging van Carl Flaman aan het laatste rondje van 2,8 km kon beginnen.
Met een tijd van 2.33.55 had ik een voor mijn doen supersnelle 30 km gelopen met een gemiddelde net onder de 12 km. Ik was 20e van de 42 deelnemers. Vorig jaar had ik een tijd van 2.54.44 over hetzelfde parcours, maar dat geeft een vertekend beeld, omdat ik toen bij Jaap de Gorter gebleven ben, die rond de 25 km een inzinking kreeg. Mijn snelste tijd op de 30 km was 2.40, gelopen als tussentijd in de marathon van 2005, toen ik op de klassieke afstand op 3.52.06 uitkwam.
Thuis gekomen zag ik op internet, dat Siebe ook flink zijn best had gedaan in één van de zwaarste amateurwedstrijden in Spanje, de Memorial Valenciaga, waar hij anderhalf uur in een kopgroep van 12 man had gezeten.
Staande onder de douche, terwijl ik de onwillige spier nog voelde, vroeg ik me af: hoe kom je nou in Godsnaam aan een overbelaste bilspier?
Zondagochtend ging de wekker om 8 uur. Rustig ontbeten en om kwart voor 10 op de fiets naar het clubhuis van de Leiden Road Runners Club, waar om half 11 de start zou zijn van de 10e Henk Hakker memoriaal.
Voor de start kwam ik Rob van Bladel, Bernard Kleikamp en de IJVL-leden Max Blondeau en Carl Flaman tegen. En als Carl Flaman je aan komt moedigen, ben je al weer helemaal in de marathonsfeer.
Om half 11 klonk het startschot. Al vanaf de eerste meter voelde ik, dat ik mijn rechterbilspier vandaag vaak zou voelen. Maar goed, afzien hoort ook bij een marathon, dus ga je gewoon door.
Het lopen ging best wel lekker. Na een kilometer of 4 liep ik in Zuid-West met een groepje, dat 5 minuten over een kilometer deed. Dat zou betekenen, dat we afstevenden op een tijd van 2.30 op de 30 km. Ze liepen een lekker strak tempo en na een paar kilometer in de kop meegelopen te hebben, liep ik tot de drinkpost bij de Vlietlanden op de tweede rij. Bij de drinkpost verloor ik het contact, daar de meesten niets of sneller dronken. Het gaatje van 50 meter kon ik door de wet van Pythagoras nog dichten: een stukje door het gras en de achterstand was al gehalveerd. De laatste 20 meter is dan nog te doen.
Met 1.14.43 zaten we op het 15 kilometerpunt nog steeds op schema. Bij de drinkpost in Leidschendam moest ik de groep laten gaan. Zij liepen door, terwijl ik twee bekers water dronk. Een gat van 100 meter loop je in je eentje niet meer dicht. Gelukkig was het vrijwel windstil weer, terwijl de zon door de sluierbewolking begon te breken, dus het was geen straf om in mijn eigen tempo te lopen. Langzaam maar zeker zag ik "mijn groepje" steeds verder van mij weglopen bij de Vogelplas, waar ik de afgelopen winter zoveel genoeglijke uren heb doorgebracht. En je weet meteen: daar zie ik voor af!
Met een achteropkomende 30-kilometerloper liep ik samen op tot de drinkpost bij de Vlietlanden, waar ik door nog 2 lopers werd ingehaald. In mijn eentje liep ik naar het clubhuis van LRRC, waar ik in ruim 2.18 onder luidkeelse aanmoediging van Carl Flaman aan het laatste rondje van 2,8 km kon beginnen.
Met een tijd van 2.33.55 had ik een voor mijn doen supersnelle 30 km gelopen met een gemiddelde net onder de 12 km. Ik was 20e van de 42 deelnemers. Vorig jaar had ik een tijd van 2.54.44 over hetzelfde parcours, maar dat geeft een vertekend beeld, omdat ik toen bij Jaap de Gorter gebleven ben, die rond de 25 km een inzinking kreeg. Mijn snelste tijd op de 30 km was 2.40, gelopen als tussentijd in de marathon van 2005, toen ik op de klassieke afstand op 3.52.06 uitkwam.
Thuis gekomen zag ik op internet, dat Siebe ook flink zijn best had gedaan in één van de zwaarste amateurwedstrijden in Spanje, de Memorial Valenciaga, waar hij anderhalf uur in een kopgroep van 12 man had gezeten.
Staande onder de douche, terwijl ik de onwillige spier nog voelde, vroeg ik me af: hoe kom je nou in Godsnaam aan een overbelaste bilspier?
zaterdag 4 april 2009
Antonio Gomez
Studio Sport bestaat deze week 50 jaar. Op http://studiosport50jaar.nos.nl/top10/index/ kan iedereen zijn persoonlijke Top-10 van videofragmenten samenstellen. Uiteraard heb ik dit ook gedaan. Hoewel de bloopers (kijken!!!) erg leuk zijn, heb ik uiteindelijk alleen voor schaatsfragmenten gekozen. Het EK voetbal van 1988 met de prachtige omhaal van Van Basten en de Touroverwinning van Swift-renner Joop Zoetemelk in 1980 waren ook nog zeer lang in de race. Vooral de Tour de France van 1980 deed tot het laatste moment mee, daar ik door een gelukkig toeval de finish op de Champs Elysee in Parijs heb meegemaakt.
Met Els Driever, Jochien Bakker, Harry van Oers en Jelle Sybesma ging ik twee weken fietsen langs de Loire. We zouden starten in Orleans en moesten derhalve overstappen in Parijs om de volgende dag de trein naar Orleans nemen. En laat nou uitgerekend op deze zondag de Tour de France met Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper als nummers 1 en 2 finishen!
Mijn keuze viel als schaatsfanaat dus op deze prachtige sport. De definitieve keuze is te vinden op http://studiosport50jaar.nos.nl/top10/gebruiker/BertBreed waarbij het op zal vallen, dat de eerste 5 plaatsen bezet worden door natuurijs: 4 keer de Elfstedentocht en 1 keer een wedstrijd in Eernewoude.
Normaal gesproken zou je verwachten, dat ik 1963 bovenaan zou zetten, maar ik heb gekozen voor 1997 om de doodsimpele reden, dat ik die tocht samen met mijn trainingsmaat Jaap de Gorter de dag ervoor gereden heb. Het volledige verslag is op deze weblog te lezen onder de kop "De lamme en de blinde" in 2008. Wij kwamen dus voor Henk Angenent over de finish op de Bonkevaart. Het visuele bewijs van onze Tocht der Tochten is hier te zien:
Op de zesde plaats vinden we het begin van het "Ard en Keessie-tijdperk", 1966. Nadat Ard Schenk in dat jaar in Deventer Europees kampioen was geworden, werd Kees Verkerk wereldkampioen. Het goud van Ard Schenk op de 10 km in Sapporo was het sluitstuk van dit gouden tijdperk. Met Ard en Keessie begon Nederland als schaatsgrootmacht mee te tellen.
Het begin van het tijdperk van Ard en Keessie staat me nog zeer helder voor ogen. We hadden toen net een paar weken een zwart-wit-televisie, dus dat was geweldig getimed. Maar het werd overschaduwd door het overlijden van mijn neef Kees Breed, de oom van marathonschaatskampioen Peter Baars, die bij een bromfietsongeluk om het leven was gekomen. In die tijd stond "Michelle" van "The Beatles" hoog in de Top-40, dus als ik dit nummer hoor, moet ik altijd weer denken aan mijn neef Kees, die nog geen 100 meter bij ons vandaan woonde.
Na Ard Schenk komt Yvonne van Gennip, die in Calgary 3 keer goud won. Ze heeft me toen flink wat nachtrust gekost....
Yvonne van Gennip is op mijn weblog in maart terug te vinden onder de titel "Locker bleiben".
Dan komt Dan. Dan Jansen was eind jaren '80, begin jaren '90 de beste sprinter van zijn tijd. Alleen met de Olympische Spelen ging het altijd mis. Zijn zus overleed tijdens de Spelen in Calgary. Dan Jansen wilde zijn gouden plak aan haar opdragen, maar telkens ging hij onderuit. Zijn laatste kans, in 1994, op zijn mindere kilometer, greep hij. Ik heb heel lang getwijfeld tussen Dan Jansen en Gerard van Velde, Olympisch kampioen op de kilometer in 2002, die ook telkens net buiten de prijzen viel, maar het verhaal van Jansen was net iets tragischer.
En van de tragiek stappen we over op de komiek: Antonio Gomez. Net als heel Nederland heb ik destijds hardop zitten lachen om de schaatstechniek van deze Spanjaard. Hij werd steevast laatste, maar was wel de publiekslieveling met tijden van ongeveer 50 seconden op de 500 meter.
En daar kom ik dan aan met mijn p.r., met klapschaatsen gereden, van 55.89!
Antonio Gomez, 30 jaar na dato neem ik alsnog mijn petje voor je af! Hoe vertaal je trouwens in het Spaans: "Wie het laatst lacht, lacht het best...."?
Met Els Driever, Jochien Bakker, Harry van Oers en Jelle Sybesma ging ik twee weken fietsen langs de Loire. We zouden starten in Orleans en moesten derhalve overstappen in Parijs om de volgende dag de trein naar Orleans nemen. En laat nou uitgerekend op deze zondag de Tour de France met Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper als nummers 1 en 2 finishen!
Mijn keuze viel als schaatsfanaat dus op deze prachtige sport. De definitieve keuze is te vinden op http://studiosport50jaar.nos.nl/top10/gebruiker/BertBreed waarbij het op zal vallen, dat de eerste 5 plaatsen bezet worden door natuurijs: 4 keer de Elfstedentocht en 1 keer een wedstrijd in Eernewoude.
Normaal gesproken zou je verwachten, dat ik 1963 bovenaan zou zetten, maar ik heb gekozen voor 1997 om de doodsimpele reden, dat ik die tocht samen met mijn trainingsmaat Jaap de Gorter de dag ervoor gereden heb. Het volledige verslag is op deze weblog te lezen onder de kop "De lamme en de blinde" in 2008. Wij kwamen dus voor Henk Angenent over de finish op de Bonkevaart. Het visuele bewijs van onze Tocht der Tochten is hier te zien:
Op de zesde plaats vinden we het begin van het "Ard en Keessie-tijdperk", 1966. Nadat Ard Schenk in dat jaar in Deventer Europees kampioen was geworden, werd Kees Verkerk wereldkampioen. Het goud van Ard Schenk op de 10 km in Sapporo was het sluitstuk van dit gouden tijdperk. Met Ard en Keessie begon Nederland als schaatsgrootmacht mee te tellen.
Het begin van het tijdperk van Ard en Keessie staat me nog zeer helder voor ogen. We hadden toen net een paar weken een zwart-wit-televisie, dus dat was geweldig getimed. Maar het werd overschaduwd door het overlijden van mijn neef Kees Breed, de oom van marathonschaatskampioen Peter Baars, die bij een bromfietsongeluk om het leven was gekomen. In die tijd stond "Michelle" van "The Beatles" hoog in de Top-40, dus als ik dit nummer hoor, moet ik altijd weer denken aan mijn neef Kees, die nog geen 100 meter bij ons vandaan woonde.
Na Ard Schenk komt Yvonne van Gennip, die in Calgary 3 keer goud won. Ze heeft me toen flink wat nachtrust gekost....
Yvonne van Gennip is op mijn weblog in maart terug te vinden onder de titel "Locker bleiben".
Dan komt Dan. Dan Jansen was eind jaren '80, begin jaren '90 de beste sprinter van zijn tijd. Alleen met de Olympische Spelen ging het altijd mis. Zijn zus overleed tijdens de Spelen in Calgary. Dan Jansen wilde zijn gouden plak aan haar opdragen, maar telkens ging hij onderuit. Zijn laatste kans, in 1994, op zijn mindere kilometer, greep hij. Ik heb heel lang getwijfeld tussen Dan Jansen en Gerard van Velde, Olympisch kampioen op de kilometer in 2002, die ook telkens net buiten de prijzen viel, maar het verhaal van Jansen was net iets tragischer.
En van de tragiek stappen we over op de komiek: Antonio Gomez. Net als heel Nederland heb ik destijds hardop zitten lachen om de schaatstechniek van deze Spanjaard. Hij werd steevast laatste, maar was wel de publiekslieveling met tijden van ongeveer 50 seconden op de 500 meter.
En daar kom ik dan aan met mijn p.r., met klapschaatsen gereden, van 55.89!
Antonio Gomez, 30 jaar na dato neem ik alsnog mijn petje voor je af! Hoe vertaal je trouwens in het Spaans: "Wie het laatst lacht, lacht het best...."?
vrijdag 3 april 2009
Statistieken
Er is een gevleugelde uitspraak van de Engelse premier Benjamin Disraeli:"Er zijn drie soorten leugens: leugens, grove leugens en statistieken." Dit gevoel bekroop me, toen ik het onderzoeksrapport las van TNO over het aantal blessures, wat mensen hebben opgelopen tijdens de natuurijsperiode rond de jaarwisseling van 2008/2009.
Dit rapport is te vinden op http://www.tno.nl/downloads/KvL-PZ-Factsheet-BIS-schaatsen-natuurijs-april-2009.pdf en wat daarin vooral opvalt is het enorme aantal mensen, dat een blessure opgelopen heeft: ruim een kwart van de deelnemers aan deze steekproef.
Als je dat vertaalt naar heel Nederland, dan kom je uit op een kleine half miljoen geblesseerden. Het is van tweeën één: of schaatsen op natuurijs is een levensgevaarlijke bezigheid, of het onderzoek klopt niet, doordat de steekproef niet representatief is. Ik houd het op het laatste, ook al is het aantal van ruim 1450 deelnemers aan het onderzoek van TNO normaal gesproken voldoende representatief.
De uitkomst is verbazingwekkend, tenzij je iedere blauwe plek of blaar meetelt als blessure. Dan kom je natuurlijk een heel eind....
Toch is het uiteraard wel raadzaam om de nodige voorzichtigheid in acht te nemen, als je je op natuurijs begeeft. Ik verwijs daarom graag naar de serie Toertochttips op mijn weblog en dan met name het stuk in 2008 over Veiligheid.
Dit rapport is te vinden op http://www.tno.nl/downloads/KvL-PZ-Factsheet-BIS-schaatsen-natuurijs-april-2009.pdf en wat daarin vooral opvalt is het enorme aantal mensen, dat een blessure opgelopen heeft: ruim een kwart van de deelnemers aan deze steekproef.
Als je dat vertaalt naar heel Nederland, dan kom je uit op een kleine half miljoen geblesseerden. Het is van tweeën één: of schaatsen op natuurijs is een levensgevaarlijke bezigheid, of het onderzoek klopt niet, doordat de steekproef niet representatief is. Ik houd het op het laatste, ook al is het aantal van ruim 1450 deelnemers aan het onderzoek van TNO normaal gesproken voldoende representatief.
De uitkomst is verbazingwekkend, tenzij je iedere blauwe plek of blaar meetelt als blessure. Dan kom je natuurlijk een heel eind....
Toch is het uiteraard wel raadzaam om de nodige voorzichtigheid in acht te nemen, als je je op natuurijs begeeft. Ik verwijs daarom graag naar de serie Toertochttips op mijn weblog en dan met name het stuk in 2008 over Veiligheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)