vrijdag 28 februari 2014

Voorlaatste les

Het schaatsseizoen nadert met rappe schreden zijn einde. De lente zit al een week in de lucht, de dagen zijn merkbaar langer aan het worden en zowaar schijnt de zon af en toe.

In de Leidse IJshal was de voorlaatste schaatsles van de IJVL. Daarmee gaan we een week langer door dan de meeste andere verenigingen. Niet omdat we een voorkeurspositie hebben, maar omdat op vrijdag 3 januari onze schaatsles uitviel vanwege de Nieuwjaarswedstrijden.
Je kon merken, dat er geen vakantie was. Het was drukker op de binnenbaan dan de afgelopen weken, toen kinderen afwezig waren, omdat de Krokusvakantie begon en eindigde.
Vandaag legde ik de nadruk op pootje over. Eerst oefenen langs de boarding, daarna met tweetallen aan de stok, waarbij de binnenste schaatser pootje over deed, terwijl de buitenste voorkwam, dat de ander onderuit ging door tegenwicht te bieden. Aan het slot mochten de kinderen "los" pootje over doen.
De tweede kern bestond uit diep zitten. Eerst mochten de kinderen op het rechte eind vaart maken, waarna ze zo diep mogelijk zittend tweebenig de bocht door gleden. Diverse kinderen gleden ook het volgende rechte eind nog helemaal door.

Met de secondewijzer van mijn horloge als stopwatch liet ik de kinderen 30 seconden statisch zitten. Sommige wilden ook een minuut lang. Wie ben ik om daar geen gehoor aan te geven?
Na een rondje rechtop geschaatst te hebben om de bovenbenen te ontspannen liet ik de kinderen vanuit het statisch zitten 60 seconden schaatsen in die houding.
Na een estafette met echte estafettestokken werd het tijd voor spelletjes.
Na het klassieke tweelingtikkertje waren de 4 aanwezige trainers aan de beurt. Wie getikt was, moest diep zittend gaan schaatsen.
De slotbeurt was aan de 5 kinderen, die niet getikt waren: als zij iemand tikten, dan mochten zij een schaatsoefening naar keuze opgeven, zoals bijvoorbeeld de olifantenoren.

Dat ik deze variant niet eerder heb bedacht! Ik heb zo'n vaag vermoeden, dat deze in het volgende schaatsseizoen nog wel eens vaker langs zal komen....

Hellmannloze horrorwinter


Vandaag namen we met noorderlicht op Terschelling (foto van site Jan Visser) afscheid van de meteorologische winter. Gelukkig, zou je bijna zeggen, want de aangekondigde horrorwinter maakte zijn naam meer dan waar. Deze verlengde herfst leverde één van de zachtste winters in de afgelopen 3 eeuwen op.
In De Bilt bedroeg de gemiddelde temperatuur over de maanden december, januari en februari 6,0 graden tegen 3,4 graden normaal. Alleen de winter van 2007 was met 6,5 graden nog zachter, terwijl de winter van 1990 net als dit jaar op een gemiddelde temperatuur van 6,0 graden eindigde. In De Bilt kwam de temperatuur gemiddeld over het etmaal de afgelopen maanden op geen enkele dag onder het vriespunt.
De cijfers spreken voor zich: De Bilt noteerde slechts 10 vorstdagen (minimumtemperatuur onder nul graden) tegen 38 vorstdagen normaal, geen ijsdagen(maximumtemperatuur onder nul) tegen zeven ijsdagen normaal en een laagste temperatuur van -3,1 graden. Zo’n hoge minimumtemperatuur is zeker in ruim honderd jaar niet voorgekomen.

Alle maanden waren zachter dan normaal en vooral februari was bijzonder. In De Bilt bedroeg de gemiddelde temperatuur in februari circa 6,5 graden tegen 3,3 graden normaal, goed voor een vierde plek bij de zachtste maanden sinds 1901. Bij het KNMI kwam de temperatuur in februari niet lager dan -0,1 graden en dat was ook de enige vorstdag. Zo weinig vorst en slechts één vorstdag is in februari niet eerder voorgekomen.
Ik had geen stabiele schaatswinter verwacht, maar dat de winter zou blijven steken op het absolute record van 0,0 Hellmannpunten had ik absoluut niet verwacht.
De uitzonderlijk zachte winter steekt de koudste lente zelfs naar de kroon. De voorbije drie maanden waren maar iets kouder dan het voorjaar van 1962. Werd het deze winter gemiddeld 6,0 graden in De Bilt, in de lente van 1962 was het gemiddeld 6,4 graden.
In de afgelopen eeuw zijn de winters in De Bilt gemiddeld ruim een graad warmer geworden. Strenge winters komen daardoor nu minder vaak voor dan vijftig tot honderd jaar geleden. Zachte winters zien we vaker: de tien zachtste waren allemaal in de afgelopen veertig jaar.

Het contrast met vorig jaar is enorm.

Over Horrorwinter gesproken: het Verenigd Koninkrijk heeft werkelijk een bizar natte winter achter de rug. Tussen begin december en eind februari viel er gemiddeld in Noord-Ierland, Schotland, Wales en Engeland samen 518 mm. In een reeks vanaf 1910 was het nimmer natter geweest dan 485 mm in 1995. In de vanaf 1766 daterende "England and Wales Precipitation" series is eveneens geen enkele meteowinter natter geweest dan dit jaar. Engeland en Wales samen kwamen uit op 435 mm tegen 423 mm in 1915. Kortom de natste winter in tenminste 250 jaar!

Hoe anders is het in Amerika, waar zelfs de Niagara watervallen bevroren waren!

Het noorden van de Verenigde Staten en het zuiden van Canada beleefden de koudste winter sinds 1977-1978.

Als wij volgend jaar een winter als die van 1978-1979 krijgen, dan kan ik daar vrede mee hebben.

donderdag 27 februari 2014

Team Great Britain

Op de site van de NOS stuitte ik op het volgende bericht: Britten willen ook schaatssucces.

De Nederlandse medailleoogst in het langebaanschaatsen is ook in het buitenland opgevallen. De BBC meldt dat de Oranje-hegemonie in Sotsji in de toekomst bedreigd zou kunnen worden door een onvermoede concurrent: Team Great Britain.
In 1992 was Craig McNicoll de laatste Britse olympiër in het langebaanschaatsen. Bij zijn tweede Spelen werd McNicoll 33ste op de 1.000 meter en 37ste op de 1.500 meter. De Britten hebben ook al tientallen jaren geen georganiseerde trainingsgroep meer op de langebaan, maar daar komt mogelijk verandering in.
De Nederlander René Groot is als coach betrokken bij het Britse ontwikkelingsteam. Tegenover de BBC licht hij de ambities toe: "We willen één schaatser op de Olympische Spelen in 2018 en een volledige equipe in 2022".
De eerste prioriteit voor het slagen van de ambitie is een eigen schaatsbaan. Sir Steven Redgrave, winnaar van een gouden roeimedaille op vijf achtereenvolgende Olympische Spelen, pleitte in 2010 al voor de bouw van een ijsbaan. Redgrave zag een parallel in het baanwielrennen: "We waren ook niet echt goed in baanwielrennen, totdat we het Velodrome in Manchester bouwden."

Volgens de BBC hebben de ontwerpers van het Transportium in Zoetermeer, dat afviel als één van de drie kandidaten voor het nieuwe nationale ijsstadion, al interesse getoond. "Dat stadion kan er voor de volgende Winterspelen staan", is de optimistische visie van Groot. Probleem is echter: er is geen geld.
Het Britse langebaanschaatsen is op dit moment op zoek naar talent. Blikvanger van de ploeg is de 15-jarige Sam Airey. Airey werd geboren in het Zuid-Engelse Basingstoke, maar woont sinds zijn eerste levensjaar in Nederland en leerde het schaatsen bij IJsclub Voorwaarts in Katwijk. Als lid van het gewest Zuid-Holland rijdt Airey de belangrijkste jeugdtoernooien. Als eerste Brit kwalificeerde hij zich voor de Viking Race in Heerenveen, het officieuze EK voor 11 tot 16-jarigen begin maart.
Airey, een sprinter die Sven Kramer en Bob de Jong als zijn voorbeelden noemt, is naast de 24-jarige Schot Scott Anderson momenteel de grootste kandidaat om in 2018 in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang aan de start te staan. Anderson traint op eigen kosten bij de schaatsacademie in Inzell, terwijl Airey bij het gewest Zuid-Holland zijn trainingsuren maakt. Zijn droom: starten op de Olympische Spelen en alle Britse nationale records op zijn naam zetten.
De Britse toptijden in het langebaanschaatsen staan niet al te scherp. De Britse nationale records bij de vrouwen dateren uit 1979 en 1980. Bij de mannen staat het record op de 10.000 meter nog altijd op 14.59,43, gereden door Julien Green tijdens de Olympische Spelen van Calgary in 1988. Wanneer zijn toptijd zou worden afgezet tegen de winnende tijd van Jorrit Bergsma in Sotsji (12.44,45), dan zou Bergsma de Brit ruim vier keer gedubbeld hebben. Toegegeven, de toptijd op de 10.000 meter is een gedateerde uitzondering.
Alle andere Britse records werden tussen 2008 en 2010 gereden en staan op naam van de 28-jarige Phil Brojaka, die jarenlang in de kantlijn van het internationale schaatscircuit zijn rondjes reed. De Britten hopen Brojaka, momenteel in dienst bij de KNSB als shorttrackcoach bij de opleidingsploeg en Jong Oranje, te bewegen tot een comeback.
Dat Brojaka in dienst is bij de KNSB is niet toevallig. Nederland heeft zelf namelijk een inhaalslag gemaakt in het shorttrack door Britse expertise aan te trekken. Ook de Nederlandse bobsleeërs en skeletonners profiteerden in aanloop naar Sotsji van de kennis en expertise van de Britse ploegen.

Volgens oud-shorttrackkampioen Wilf O'Reilly, nu disciplinemanager shorttrack bij de KNSB, is de samenwerking met Nederlandse coaches belangrijk. Maar een eigen ijsbaan is belangrijker laat hij weten aan de BBC: "Dat de sport gedomineerd wordt door één land, betekent niet dat je het niet moet proberen. Als je faciliteiten hebt, dan kan het medailles opleveren."
Zeg niet dat dit onmogelijk is. Want naast het baanwielrennen hebben de Britten ook het wegwielrennen aardig onder de knie gekregen. De Britten Bradley Wiggins en Chris Froome wonnen de laatste 2 edities van de Tour de France.
Het toeval wil, dat ik het er in het najaar een paar keer over de staat van het Britse schaatsen heb gehad met Ken Ainsworth, een in Birmingham geboren Engelsman, die al vele jaren in Nederland woont. Samen geven we al een paar jaar les aan kinderen voor de buitenschoolse sport. Van natuurijs moeten ze het in Groot-Brittannië niet hebben. In de beken bevriest het niet, in de kanalen wordt er regelmatig gespuid via de sluizen, zodat het ijs in de lucht komt te hangen en dus levensgevaarlijk is.

Kortom: via het natuurijs zal de aanwas minimaal zijn. Maar wellicht kan een 400-meterbaan in Engeland als een vliegwiel voor succes gaan werken. Met topschaatsers, die via shorttrack of skeeleren Olympische medailles in de wacht gesleept hebben als voorbeeld kan sportland Groot-Brittannië wel eens verder komen, dan menigeen nu voor mogelijk houdt.

Afritsbroek

De kunst van sport is om op het juiste moment te pieken. Zoals de Nederlandse schaatsers bij de Olympische Spelen in Sotsji op de toppen van hun kunnen rondreden, zo wist René Strelzyn deze week bij de "Krasse knarren" zijn topvorm te laten zien. Dinsdagmorgen testte hij uit, hoe je kunt schaatsen met je schaatsbeschermers nog aan, vandaag liet hij zien, welke mogelijkheden een afritsbroek heeft.
Bij het inrijden had hij de afritsbroek nog aan, maar toen we begonnen aan de piramide van in totaal 125 rondjes, trok hij zijn afritsbroek uit. Althans, dat was de intrinsieke bedoeling.
"Dat ziet er professioneel uit", begon Henk Distelvelt, om er toen het wat langer ging duren aan toe te voegen: "Alleen de topschaatsers weten, hoe ze de afritsbroek uit kunnen doen."
Ja, en als en dan een tiental ogen op je gericht is, die je nadrukkelijk op je vingers kijken, dan gaat het nog veel langer duren....

Het ijs in de Leidse IJshal was hard en gleed prima. Met een peloton van 15 man en nog 15 andere schaatsers op de buitenbaan ging het behoorlijk hard. Nog ruim 2 weken, dan zit het seizoen er al weer op.

Voor René een uitstekende gelegenheid om in de zomermaanden te oefenen met de afritsbroek.

woensdag 26 februari 2014

Brede heupen en een rekje op de buitenbaan

Gisterenavond maakte ik van mijn nieuwe werkrooster gebruik door na de ochtendtraining ook 's avonds mijn rondjes te schaatsen op de kunstijsbaan aan de Vondellaan. Het was behoorlijk druk op het ijs, hetgeen vooral kwam doordat er veel nieuwkomers kwamen schaatsen. Het Sotsji-effect?
Doordat de vele nieuwkomers de spelregels nog niet zo goed kenden, was het het eerste kwartier ietwat chaotisch.
Ik kwam van het begin af aan op kop van het peloton te rijden. Zo reed er bij de nieuwkomers een vrouw met brede heupen.

Ze had best wel een goede techniek. Op een gegeven moment kwam ze voor me rijden. In de bocht wilde ik haar inhalen, maar ze kwam steeds verder naar rechts rijden. Het gat tussen haar en de boarding werd steeds kleiner. Ik bereidde me al voor op een zachte landing, terwijl ik gegniffel en gelach achter mij hoorde.
Gelukkig liep het allemaal goed af. Haar het was gisteren bepaald geen doorsnee-avond. Ik heb de afgelopen 34 jaar al aardig wat meegemaakt op de dinsdagavond in de Leidse IJshal, maar dit was voor mij toch ook een primeur: er stak iemand met een rekje de buitenbaan over, terwijl er een peloton met gezwinde spoed kwam aangereden.

Het is maar goed, dat het peloton bestond uit stuk voor stuk ervaren schaatsers, want zodoende konden we dit ijzeren obstakel zonder ongelukken passeren, linksom of rechtsom.
Er reden op de drukke buitenbaan twee pelotons rond en een groepje snelle rijders. Ik reed ruim een half uur op kop van het eerste peloton. Na een minuut of 10 als tweede of derde man in dit peloton gereden te hebben, nam ik mijn plaats als locomotief weer in.

Ik maakte, ondanks wat pijn in de rug, het uur vol. Ik lig aardig op schema voor de Winterbiatlon van de IJVL, waarvoor u zich nog steeds op kunt geven. Hier is de link!
De vorm is nog niet zo goed als in het najaar, toen ik heel regelmatig met de snelste groep mee kon, maar ik ben zeer tevreden over het lang op kop kunnen rijden, terwijl ik 's ochtends ook al 125 rondjes met de "Krasse knarren" had gereden.
Uiteraard ging ik weer een minuut of 10 "mooi schaatsen" achter Wierd Wagenmakers, waarna ik bij het uitrijden vrij uitgebreid met Paul de Kruijff praatte.
Eerlijk gezegd verwachtte ik, dat het druk zou zijn in de kantine, maar het was vrij stil. Terwijl er ijshockeytraining was op de binnenbaan, hoorden Koos Zwaan en ik de wederwaardigheden van Willem van Vliet in Zweden, waar hij met ruim 10 andere schaatsers 2 weken geleden de Alternatieve Elfstedentocht had gereden op natuurijs. Zij wel....

dinsdag 25 februari 2014

Schaatsbeschermers


Gisteren en vandaag werd de Olympische equipe gehuldigd. Volkomen terecht. Het waren voor Nederland de beste Olympische Spelen ooit met 24 keer eremetaal.
Verbreed je je blik even, dan bestaat natuurlijk het risico, dat het langebaanschaatsen een sport gaat worden voor slechts één land. Om het spannender te maken, moet Nederland dus de buitenlanders meer kansen gaan bieden. Een mogelijkheid is om Nederlanders achteruit te laten schaatsen.
Maar René Strelzyn liet vanmorgen een veel effectievere methode zien, toen hij met zijn schaatsbeschermers aan op het ijs stapte. De jury beoordeelde de val met een gemiddelde van 9,2.
Met 15 "Krasse knarren" reden we in de Leidse IJshal de gebruikelijke piramide van in totaal 125 rondjes. Het ijs gleed goed, maar was wat brokkelig. Het brak uit.

Over de oorzaak daarvan konden we slechts gissen. Kwam het door de hoge buitentemperatuur in combinatie met een behoorlijk hoge luchtvochtigheid? Of was het de ene schaatser, die nog met vaste schaatsen reed en met flink wat kracht met de punt van zijn ijzers afzette?
Door deze foute techniek komen er kleine scheurtjes in het ijs. Even later rijdt een andere schaatser erin. Deze trapt het scheurtje wat verder uit, een volgende schaatser doet hetzelfde. Na een uur het je dan toch aardige scheuren aan het begin of het einde van de bocht.
Ondanks dat het ijs uitbrak hebben we heerlijk gereden. Iedereen kon het bijhouden, ook al schaatsten we niet zo mooi in elkaars slag als bij de ploegenachtervolging.

maandag 24 februari 2014

Een verlopen hippie

Vorige week kwam het hoofd frontoffice geheimzinnig op mij afgestapt.
"Ik moet je wat vertellen", zei Irene: "Er komt geen natuurijs meer."
Dat had ik zelf ook al bedacht. Deze winter zonder winter zit de wind vrijwel constant in de zuidwest- tot zuidoost-hoek en daar komt in het algemeen geen kou vandaan.

Toen ik een paar dagen later meldde, dat ik naar de kapper zou gaan, ervoer Irene dat als een persoonlijke triomf. Ik laat haar graag in die waan.
Nee, dan kent ze mij nog niet goed genoeg. Als ik zou willen, dan zou ik rustig mijn haar nog een jaar laten groeien. Ik heb in het verleden vaker met dat bijltje gehakt.


Sterker nog, hoe meer druk men op mij uitoefent, hoe dieper mijn hakken in het zand gaan.
Er is echter één persoon, voor wie ik een uitzondering maak. Mijn liefhebbende echtgenote, die af en toe zeer raak uit de hoek placht te komen met typeringen als: "Je krijgt een blubberbuik!"
Anderhalve week geleden had ze er nog zo eentje: "Je lijkt met dat haar wel een verlopen hippie!"

Dat ze mij na al die jaren samen nog aanduidt met "hippie", dat beschouw ik als een compliment. Maar dat verlopen....?
Ik heb zo'n vaag vermoeden, dat Koen Verweij deze termen niet naar zijn hoofd geslingerd krijgt.

Maar ja, hij maakte dan ook deel uit van de meest succesvolle Olympische schaatsploeg ooit: 70% van de maximaal te behalen 32 Olympische medailles op de langebaan waren voor Oranje. Na deze 23 medailles kan het de volgende keer alleen maar achteruit gaan.
Vanmiddag fietste ik na mijn werk naar de kapperszaak van Edwin Minnee. Onder het praten over zeer uiteenlopende onderwerpen verdween steeds meer "wintervacht" op de vloer van de uitvinder van het door Sotsji zeer actuele homoschaatsen.
Het gaat weer een jaar duren, voor ik er weer uit zie als een verlopen hippie....

zondag 23 februari 2014

Overbelasting

Wie veel aan sport doet, loopt het risico van overbelasting. Dit risico doet zich met name voor in de tijd, dat je toewerkt naar een piek. Je bent ergens voor aan het trainen, of het nu een (halve) marathon, een (Alternatieve) Elfstedentocht of een pittige wielertocht is. Voorafgaand aan zo'n evenement train je vaker en dieper dan gewoonlijk. Wat pijntjes horen er dan bij, dat is onvermijdelijk.
Waar het dan mis kan gaan, is dat de balans tussen trainen en rust nemen zoek raakt. Want rust nemen is net zo belangrijk als het trainen zelf!
Dat heeft te maken met het volgende fysiologische gegeven, dat de basis is van iedere trainingsleer. Als je sport, dan worden er spiervezels afgebroken. Het lichaam maakt dan nieuwe vezels aan, maar maakt er meer aan, dan er aan spiervezels is afgebroken. In de trainingsleer wordt dit de supercompensatie genoemd.
Train je echter zwaar zonder de nodige rust te nemen, waardoor het lichaam zich kan herstellen, dan kun je blessures krijgen door overbelasting.

Vaak uit zich dat niet eens in de spieren zelf, maar in de pezen. De pezen zijn minder doorbloed en groeien veel langzamer dan de spieren zelf, dus daar komt de overbelasting vaak het eerst naar voren. Denk daarbij aan bijvoorbeeld de beruchte achillespeesblessure.
Ik heb de naam een trainingsbeest te zijn, en eerlijk gezegd ben ik dat ook wel een beetje, maar ik pak toch wel op tijd mijn rust. Vandaag was zo'n dag. Gisteren had ik al met Hans Boers 12 km gelopen, dus dat hoefde vandaag niet meer. Zo kan mijn lichaam zich weer herstellen, voordat ik dinsdag 's ochtends en 's avonds in de Leidse IJshal ga schaatsen.
Zo kon ik vandaag rustig werken om een andere vorm van overbelasting te voorkomen.

De jaarlijkse aangifte van de Belastingdienst heb ik vanmiddag afgehandeld. Wat dat aangaat heb ik het erg makkelijk: we hebben geen eigen huis, geen beleggingsportefeuille, zijn geen eigen baas maar gewoon werknemer, kortom: het was een kwestie van de jaaropgaven van ons werk invoeren, de jaarlijkse giften opvoeren als aftrekpost en er was weer een klus geklaard. Zou ik de giften niet opvoeren, dan zou er immers sprake zijn van overbelasting!

Wie trouwens blij was, dat de Olympische Spelen erop zitten, was Koen Verweij. Met 5 medailles is Ireen Wüst de grootverdiener tijdens de voor Oranje beste Olympische Spelen ooit. Hoe zwaar zou het voor onze stoere Viking uit Koedijk wel niet geworden zijn, als Ireen nog meer medailles had kunnen winnen?

Het gevaar van overbelasting lag op de loer....

zaterdag 22 februari 2014

Lenteloop

Zelden is de benaming "Krokusvakantie" zo raak gekozen als dit jaar. De krokussen schoten de afgelopen anderhalve week door het veel te warme februariweer als paddenstoelen uit de grond, terwijl de sneeuwklokjes ook nog vol in bloei stonden.


Met het oog op de finale van de ploegenachtervolging in Sotsji had ik om 12 uur met Hans Boers te gaan lopen. Ik fietste naar station Voorschoten, nadat ik iets bij mijn schoonouders had afgeleverd.
We liepen over de Papelaan naar de fietstunnel van Den Deyl, een klein stukje langs de A44 en door het park, dat het gemeentehuis van Wassenaar omzoomt. Over de landgoederen gingen we door tot de tunnel onder de A44 bij de voormalige dierentuin. Over de Horstlaan en de Velostrada kwamen we bij temperaturen van een graad of 10 weer bij station Voorschoten uit.

Overal om ons heen was duidelijk: de lente zat in de lucht. Of in het Engels: "Now that the spring is in the air".

Na me na deze lekkere lenteloop van 12 km thuis gedoucht te hebben, kon ik gaan genieten van de hogeschool van het schaatsen. De Nederlandse dames hadden het makkelijk: zowel Japan als Polen legden zich vanaf de eerste meter neer bij de Nederlandse suprematie.

Bij de mannen moest Nederland vol aan de bak tegen Zuid-Korea, maar dit trio wist ook goud te behalen.

Voorafgaand hieraan was er een relletje rond het zich terugtrekken van Jorrit Bergsma als reserve bij de ploegenachtervolging. Erben Wennemars en Rintje Ritsma gaven hier hun visie op, waarbij ik opveerde, toen ik deze wijze woorden van de Beer van Lemmer hoorde: "Schaatsers zijn allemaal individualisten. In teamverband rijden vinden ze erg lastig. Eigenlijk zijn het allemaal haantjes!"
Waar heb ik dat eerder gehoord?

Ploegenachtervolging en zo

Bij de schaatsles van de IJVL haakte ik gisterenmiddag aan bij de Olympische Spelen. Waar ik bij de instuif in de Leidse IJshal slechts een door pilonnen afgebakend stuk van de baan tot mijn beschikking had, daar hadden we nu meer ruimte tot onze beschikking.
Allerlei oefeningen, die afgelopen week rond het thema "Olympische Spelen" aan bod waren gekomen, passeerden ook nu weer de revue.
Er waren 9 kinderen in de groep van Walter Boon en mij, waarvan één proeflesser. Zie dat laatste met nog slechts een tweetal schaatslessen te gaan maar als een investering in het nieuwe seizoen.
De kinderen hadden het prima naar hun zin. De basis om te leren schaatsen is immers schaatsplezier. Een heel scala aan oefeningen zorgde voor de nodige variatie, maar de nadruk lag toch een beetje bij de ploegenachtervolging. Zo konden de kinderen aan den lijve ervaren, hoe moeilijk het is om in drietallen 6 rondjes met elkaar te schaatsen en na ieder rondje van kop wisselen. Terwijl bij zowel de dames als de heren Oranje liet zien, hoe het moest.

In de Leidse IJshal konden we het ons veroorloven om het Olympische motto te hanteren: "Meedoen is belangrijker dan winnen!"
Aan het slot deden we met alle aanwezige kinderen tikkertje. Dit keer was het "medailles verzamelen". Als een kind getikt was, moest hij of zij aansluiten bij de tikker. Dat ging zo bij ieder volgend getikt kind. Zo werd de sliert steeds langer.
De eerste sessie was met 2 tikkers, de tweede met 3 en de laatste met 4. Uit eigen ervaring kan ik u meedelen, dat je als trainer ook goed op moest letten....

vrijdag 21 februari 2014

Het loon van de angst


We hebben er weer een medaille bij. De Nederlandse mannen staan in de finale van de ploegenachtervolging, het mooiste onderdeel bij het schaatsen. Wat is het een genot om als schaatsliefhebber te kijken, hoe mooi drie atleten perfect in elkaars slag vallen.
Daar ik al dik 30 jaar iedere week in de Leidse IJshal in kleine groepjes of pelotons schaats, weet ik hoe moeilijk het is om precies in iemands slag te rijden.

Het Nederlandse trio, bestaande uit Sven Kramer, Koen Verweij en Jan Blokhuijsen, treft in de finale Korea.
Wie er niet bij zijn, zijn de Noren en de Russen. Zij ontvangen het loon van de angst. Hadden ze maar niet de 10 kilometer moeten laten schieten. Vooral in Noorwegen zelf, een land met een enorme traditie op de 10.000 meter, is dit verkeerd gevallen, zoals blijkt uit dit gedicht, pardon, dit loflied, op deze foute beslissing.
Zie hier het fel realistische epos van Frode Grytten: "Waar was je toen er nul Noren meededen aan de 10 km in Sjotsji?"

donderdag 20 februari 2014

Benno L.

Het was deze week onontkoombaar: de komst voor Benno L. naar Leiden. Om met Gerard Reve te spreken: het ging niet onopgemerkt voorbij.

Gelukkig heeft deze wegens pedofilie veroordeelde zwemleraar zich niet gemeld voor het geven van schaatslessen aan kinderen in de Leidse IJshal.

Want stel je voor, dat er een schaatser per ongeluk onderuit glijdt en hem licht beschadigt met zijn scherpe ijzers. Dat moet je toch niet willen....
Het was trouwens zonder Benno L. erg gezellig op de ijsbaan aan de Vondellaan. Er waren 116 kinderen af gekomen op de instuif. Ik had weer een groep op de binnenbaan met 15 kinderen, samen met Tim, een 14-jarige scholier uit Hoogmade.
Het thema was wederom de Olympische Spelen. Alle oefeningen, die eerder deze week aan de orde gekomen waren, kwamen in een iets andere vorm weer aan de orde.

Want het lijkt wel of je maar een oranje schaatspak hoeft aan te trekken en je al een medaille verdiend hebt.

Gelukkig maar, dat we niet geluisterd hebben naar degenen, die voor de Winterspelen opriepen om vanwege de homorechten in Rusland Sotsji te boycotten.

En dat, terwijl het Friese woord voor schaatsers "reedriders" is.....

woensdag 19 februari 2014

Norse Noren

Het had heel wel een titel kunnen zijn van een Suske- en Wiske-strip: "Norse Noren". Toch heb ik deze titel niet zelf verzonnen, maar deze kop werd me op een presenteerblaadje aangereikt op de site van onze eigen NOS: "Minder spannend voor de Noren, want die doen voor het eerst niet mee aan de 10 km tijdens de Olympische Spelen. Dus zitten er in Noorwegen vooral veel norse Noren. Het probleem? Havard Bøkko en Sverre Lunde Pedersen hebben zich afgemeld. En niet alleen zij, maar de hele Noorse schaatsploeg laat verstek gaan, zelfs de reserves. Dat doen ze omdat ze geen kans maken op een medaille. "We staan met onze tijden 20 tot 30 seconden van de podiumkandidaten af", zei Bøkko. "We zouden onze energie verspelen. Het is beter om ons te focussen op de ploegenachtervolging. Daar hebben we wel kans op een medaille."

Ook de Russische stayer Ivan Skobrev trok zich terug ten faveure van de ploegenachtervolging. Het je bij voorbaat neerleggen bij een nederlaag past niet bij Olympische topsport. Deze 3 goede schaatsers zijn niet ineens 3 slechte schaatsers.

Ze hebben alleen wat meer mentale training nodig.
Achteraf zal dit trio zich wel achter de oren gekrabd hebben. De tijd van Bob de Jong van was voor hen zeker haalbaar geweest.

Met in Calgary gereden tijden van 12.53 en 12.58 waren Bøkko en Skobrev beduidend sneller dan de 13.07, die De Jong gisteren liet noteren, terwijl de Astana-tijd van 13.08 van Pedersen zeer dicht bij de bronzen tijd kwam.
Maar nog meer spijt zullen de Norse Noren gekregen hebben van hun beslissing om stayer Mårtin Långbrøk niet mee te nemen naar Sotsji. Zodoende hebben we weer een geheel oranje gekleurd podium kunnen zien bij de 10.000 meter met Jorrit Bergsma als de redelijk verrassende Olympische kampioen en Bob de Jong wederom in de rol van de lachende derde.
Gisterenavond ging ik naar de Leidse IJshal, waar het behoorlijk drukker was als op andere dinsdagavonden. Er waren veel scholieren, die in het begin niet alle veiligheidsregels in acht namen. Zo kon er iemand op gehuurde ijshockeyschaatsen op de buitenbaan tegen de richting in fietsen.
Aanvankelijk reed ik dus veiligheidshalve maar met het peloton mee, maar nadat de jeugd in de gaten kreeg, dat het voor hun eigen bestwil beter was om zich aan de regels te houden, pakte ik zeer regelmatig met Hans den Outer en Koos Zwaan rondjes op dit peloton. Op onze beurt werden wij weer gedubbeld door een snellere groep van een man of 8.
De topvorm van eind 2013 heb ik niet, maar het ging best wel goed.

Aan het eind van de training ging ik een kwartier mooi schaatsen achter Wierd Wagenmakers. Daar bij de 10 kilometer 2 Friezen op het podium stonden, kon ik natuurlijk het meeste opsteken van de techniek van een Fries. Nota bene eentje, die het hele schaatsspectrum beheerst: van shorttrack tot de Elfstedentocht.

Daar kunnen de Norse Noren ook nog wat van leren!

dinsdag 18 februari 2014

"Kun je daarop schaatsles geven?"

Net als gisteren fietste ik naar de Vondellaan om schaatsles te geven in de Leidse IJshal. In kleedkamer 2 trok ik mijn kluunschaatsen aan, toen een andere trainer opmerkte: "Kun je daarop schaatsles geven?"
Na een minuut of 10 op de buitenbaan ingereden te hebben op de kabouterschaatsen, ging ik naar de binnenbaan toe. Je moet natuurlijk wel weten, wanneer je van baan moet wisselen.

Ik had een groep van 9 kinderen onder mijn hoede. Het thema was uiteraard weer "Olympische Spelen", waarbij de accenten net even anders lagen als gisteren. Naast de start legde ik de nadruk op de zijwaartse afzet. Het remmen kwam ook aan bod, waarna we begonnen aan de goudkoorts.
Met een pikhouweel hakten we rotsblokken los, die we op moesten rapen van het ijs. Met een zware zak op de rug reden we diep gebogen een paar keer heen en weer, waarna we de stukken rots in de beek wasten. De stenen zonder goud werden weggegooid, waar we juichten omdat we een goudklomp hadden gevonden.

De tweede helft kwamen de bobslee, de skeleton en de slalom aan bod, terwijl we met pilonnen de shorttrackbocht oefenden. De pilonnen werden gebruikt voor curling en om de baan heen en weer te schaatsen met een pilon op de rug.
We sloten de schaatsles af met tweelingtikkertje. Het was met in totaal 146 kinderen gezellig druk op de ijsbaan. Zelf had ik het idee, dat ik wel aardig schaatsles kon geven op die grappige schaatsen.

maandag 17 februari 2014

De winter zonder winter


We kunnen er kort over zijn. Alleen in het uiterste noorden van ons land, is het een beetje winter geweest.

In Slovenië ging het er heel anders aan toe.

Het verschil met het eerste half jaar van 2013 is enorm!

De oorzaak hiervan is deels gelegen in de uitstroom van kou aan de oostkust van de Verenigde Staten en deels in de de Noord-Atlantische oscillatie.

Tot nu toe heeft deze lange herfst nog steeds maar 0,0 Hellmannpunten gescoord, een unicum in ruim 300 jaar meetgegevens. Hoewel ik deze winter niet hoog inschatte, heb ik dit absoluut niet verwacht. Ik heb de plank dus, net als diverse andere weerprofeten, mis geslagen.

Van een Elfstedentocht kon dus absoluut geen sprake zijn.

Veel Nederlanders vinden dit erg jammer. Alleen dit rayonhoofd denkt daar iets anders over....

Gouden Spelen

Wat doe je als schaatstrainer, als je tijdens de meest succesvolle Olympische Spelen ooit schaatsles mag geven aan beginnende schaatsers? Natuurlijk, je grijpt terug op het succes van de Oranje-equipe, die inmiddels al 17 medailles verzameld heeft, net zo veel als de grootmachten Rusland en de Verenigde Staten.
Inderdaad, dan geef je schaatsles rond het thema "Olympische Spelen"!

In totaal waren er 121 kinderen afgekomen op de instuif, die in de schoolvakanties in de Leidse IJshal wordt georganiseerd.
Samen met Jacob had ik een groep van 9 kinderen onder mijn hoede. We begonnen met een aantal starts, waarna de andere Olympische disciplines aan bod kwamen. Het shorttracken ging in tweetallen van ongeveer gelijke lengte. Je moest met 1 hand op het ijs een rondje schaatsen, terwijl het andere kind je vasthield.
Het schansspringen bestond uit de volgende oefeningen: starten, tweebenig een stukje doorglijden en dan omhoog springen en weer doorglijden op 2 schaatsen.
De traditionele valoefeningen waren verpakt als bobsleeën en skeleton. Bij het bobsleeën moest je vaart maken en op je billen een stukje doorglijden, bij skeleton deed je de buikschuiver.

Het kunstschaatsen omvatte een drietal oefeningen: de clownsstappen, doorglijden op 1 been met het andere been en het bovenlichaam gestrekt in 1 lijn met de armen wijd uitgestrekt en tenslotte het achteruitschaatsen.
Voor het slalomskiën stonden de pilonnen keurig netjes opgesteld. Daar maakten we dan ook dankbaar gebruik van.
Aan het eind van de les kwamen de houten stokken te voorschijn. De eerste oefening daarmee was ijshockeyen. Met de stok heen en weer schuivend als een ijshockeystick met af en toe een uithaal, waarna de pilonnen als curlingschijf over het gleden en de stokken dienst deden als bezem om de baan van de schijf schoon te vegen.
Eén van de kinderen zei, dat de stok ook als geweer gebruikt kon worden. Natuurlijk, dat ik daar zelf niet gedacht had! De biatlon! De kinderen moesten een stukje schaatsen, pardon, skiën, op hun buik gaan liggen en op de schietschijven mikken.

Tenslotte werden de stokken gebruikt als skistokken, waarmee je je af moest zetten in de "sneeuw", terwijl het prima estafettestokken waren.
Na een ploegenachtervolging in groepjes van 3, waarbij je om beurten een rondje op kop moest en steeds bij elkaar moest blijven, sloten we onze Olympiade af met een paar starts, waarbij de kinderen tegen de boarding moesten zitten en dan op het startsignaal op moesten springen om zo snel mogelijk naar de overzijde te schaatsen. Gelukkig hing het bij ons niet af van 0,003 seconden....
Bij ons stond niet de topprestatie, maar het schaatsplezier voorop!

zondag 16 februari 2014

Maison d'être

Gisteren ben ik in de zoveelste storm 3 keer naar het centrum van Leiden gefietst. Eerst ging met Ada naar "De Helianth", de tweede keer fietste ik naar Leiden Centraal, waar ik de trein naar Haarlem na om bij Soellaart de nieuwe buitentent van de Eureka Susten 3XP op te halen. Bij bar Wolkers aan het Spaarne nam ik samen met Tim de Beer een warme chocolademelk, terwijl we even bijpraatten.
's Avonds om 6 uur reden Ada en ik na de zinderende 1500 meter naar Leiden Centraal, waar we de trein naar Rotterdam pakten.

In bar Bar aan Schiekade 201 gingen we naar het themafeest van Maison d'être.
Het thema van de mede door Ike georganiseerde avond was "smaak". Dit kwam tot uiting in de diverse gerechten, die we kregen voorgeschoteld. Maar ook door een serie "Smakeloze grappen".
"Wat is het verschil tussen orale en rectale temperatuurmeting?"
"De smaak!"

En dan deze. Komt een oude vrouw bij de dokter: "Vroeger moest ik me altijd helemaal uitkleden. Tegenwoordig hoef ik alleen mijn tong maar uit te steken...."

Daarnaast was de jonge schrijfster Deborah Klaassen, een oud-klasgenote van Ike, van de partij. Ze las tweemaal een stuk van haar hand voor. Het eerste "smakelijke" stuk kwam uit haar roman "Bek dicht en dooreten".

Aan het slot van het driegangenmenu las Deborah nog een stuk voor over de manier, waarop een kakkerlak genoot van een rijstkorrel. Ik heb er smakelijk om moeten lachen.
Niet veel later kregen we een chocolaatje met meelworm geserveerd. De smaak was goed, maar of je ermee door de dopingcontrole komt? Dat gold ook voor de gefrituurde sprinkhaan. Daar was ook niets mis me. Alleen bleven er wat vliesjes tussen de kiezen steken.
Over de gevolgen van het sprinkhanen eten kan ik nog niets zeggen. Mocht ik de komende dagen ietwat springerig gedrag vertonen....

Als tegenhanger van het insectenmenu was er gelukkig "De bebaarde brouwer".

Ik heb een viertal mij onbekende biertjes geprobeerd. Bij deze subjectieve test kwam "Harrie" van de Kaapse Brouwers als smakelijkste naar voren.

De organisatoren van Maison d'être hadden wederom een proeve van bekwaamheid afgeleverd.