Er was eens een schaatser in Leiden,
die op de Rijn een tocht was gaan rijden,
maar het ijs was te zwak
en hij reed in een wak,
die plek kon hij maar beter vermijden.
De afgelopen 3 maanden beleefden we de warmste meteorologische zomer sinds het begin van de metingen in de 18e eeuw. Gemiddeld was het meer dan 2 graden te warm: 19 graden tegen gemiddeld 17 graden Celsius.
Het meest verrassende in het afgelopen jaar is de kou in de tweede helft van februari en in maart. Gek genoeg hadden we zowel in het koude voorjaar als tijdens de warmte vanaf april te maken met wind uit dezelfde hoek. Deze was door hogedrukgebieden boven Scandinavië opvallend vaak oost tot noordoost.
Nu heeft het weer nogal eens de neiging om weerpatronen te herhalen. Wat dat aangaat wil ik een heel voorzichtige prognose voor de komende winter geven, die natuurlijk nog in nevelen gehuld is.
Ik verwacht een natte herfst. De Noordzee is recordwarm en zodra het boven land kouder is dan boven zee, laten de wolken makkelijk hun lading kwijt.
Maar gezien de voorliefde voor het weer om dit jaar de oosthoek en de noordoosthoek op te zoeken, verwacht ik komende winter in ieder geval een natuurijsperiode. Komt deze in januari, dan kunnen we een "ouderwetsche" winter beleven, maar komt deze periode vroeg of juist later, dan zullen we ons tevreden moeten stellen met winters zoals de afgelopen 2 jaar.
Vanmorgen liep ik naar de volkstuin toe om de planten in de kas water te geven. Zo langzamerhand worden de contouren van Rijksweg 11 West, getooid met de versluierende naam Rijnlandroute, steeds zichtbaarder.
Lopend naar de loopbrug over de A4 bij de Maaldrift zag ik, dat er op een paar plekken geasfalteerd werd. Eerst aan de westzijde langs de Schenksloot, verderop langs de ventweg, waar op beide plaatsen een nieuw fietspad wordt aangelegd.
Dit prachtige uitzicht is dus helaas voltooid verleden tijd....
We denken bij the Champions League ten onrechte, dat we naar voetbal zitten te kijken. In werkelijkheid kijken we naar een miljoenenbal.
Ajax plaatste zich gisterenavond ten koste van Dynamo Kiev voor de groepsfase van the Champions League. Daarmee is de Amsterdamse club verzekerd van € 40.000.000,-.
PSV kan 35 miljoen op de rekening bijschrijven bij plaatsing voor dit miljoenenbal. Met alleen deze plaatsing verdienen beide clubs al meer dan de totale begroting van de meeste Eredivisieclubs.
De gevolgen van dit wangedrocht laten zich raden. Onze topclubs worden leeggeplunderd door de topclubs uit de grote voetballanden, omgekeerd halen onze topclubs de beste spelers bij de andere Nederlandse clubs vandaan.
The Champions League is zodoende een zichzelf versterkend systeem van concurrentievervalsing, waarin de rijken steeds rijker worden en de armen armer. Het lijkt de echte wereld wel....
Tijdens onze zonovergoten en kurkdroge fietsvakantie in Duitsland kregen we op een gegeven moment van het thuisfront de mededeling, dat Buienradar failliet was gegaan.
Maar ze hebben zich aardig gerevancheerd. Vanaf zaterdag zaten de regenbuien, die voor vanavond voorspeld werden, er in. Af en toe verschoof het begin of het einde van de buienlijn een beetje, maar deze weersverwachting is bijna exact uitgekomen.
Ik zou vandaag eventueel een extra dienst draaien als skeelertrainer van de G-schaatsers, maar ik hield er sterk rekening mee, dat de training afgelast zou worden.
Vandaag was voor de 6 zonnepanelen, die nu 5 jaar op ons dak liggen, geen goede dag, maar we hebben natuurlijk wel een prima zomer gedraaid. Maar het meest verrassende is, dat de opbrengst over een jaar gemeten gedurende deze 5 jaar, niet eens zo veel verschilt met andere jaren.
Momenteel staat de totaalopbrengst op 8,23 mWh, waar deze vorig jaar op 6,61 megaWattuur stond.
Dit betekent, dat er in een jaar tijd 1,62 mWh is geproduceerd. Alle jaren zat ik tussen de 1,6 en 1,7 mWh, dus dat is wel stabiel te noemen.
In die 5 jaar hebben we de elektriciteitsmeter terug zien lopen van 39.621 naar 36.846 kWh. Het is een heerlijk idee, dat je met schone energie elektriciteitsproducent kunt worden.
Het was een uitstekend idee om nog een dagje te kamperen in Zuid-Limburg. Het was een stuk koeler dan de afgelopen weken, dus we hadden nog heerlijk geslapen in onze Eureka Susten 3XP.
De buitentent was niet helemaal kurkdroog. Deze hingen we te drogen over het hek, net als het grondzeil. De binnentent tilden we op en zetten die in de zon. Toen alles kurkdroog was, ruimden we de tent op, zodat we deze niet meer thuis hoefden te pakken.
Er kwam een bakker op de camping, dus tussendoor konden we in de schaduw van de appelboom rustig ontbijten.
Af en toe kwam er een appel naar beneden vallen, maar dat hoort nu eenmaal bij de natuur.
Voor het vertrek praatten we nog even met onze buren, die veel te zwaar beladen met 7 versnellingen de Ardennen in getrokken waren. Via de Vennbahn-Radweg waren ze terug gereden.
We fietsten via Lemiers naar Orsbach in Duitsland. Het was een pittige klim, maar wat een prachtig uitzicht hadden we over het Mergelland met Vijlen prominent in het midden.
Klimmend en dalend slingerden we door het oostelijk deel van het Mergelland via Bochholzerheide en Simpelveld naar Heerlen toe.
Op het terras van "Het Duitse bakkertje" namen we afscheid van deze fietsvakantie met koffie, jus d'orange en een kersen-rijstvlaai en een Erdbeerschnitte.
We hadden de trein van 11.49 naar Utrecht. De trein schokte dusdanig, dat Ada's fiets omviel. Gelukkig vingen de fietstassen de klap op.
In Utrecht stapten we over op de trein naar Leiden. Daarna was het nog 4 kilometer naar huis fietsen.
We hadden in 101 uur en 16 minuten 1580 kilometer gefietst met een gemiddelde snelheid van 15.59 kilometer per uur met als hoogste piek 42.52 kilometer per uur.
We hadden een flinke Umleitung van Emmerich via de Werra naar Bayreuth en langs de Main naar Maiz. Daarbij reden we door dor Duitsland en dat maakte ons dorstig....
Op de gebruikelijke tijd van half 6 werd ik wakker. Na het toiletbezoek wilde de slaap niet meer komen.
De landende vliegtuigen voor Frankfurt waren daar deels debet aan, maar vooral een deze vakantie vrij onbekend verschijnsel: getik op het tentdoek. Het spetterde. In de tent klinkt het indrukwekkender dan het in werkelijkheid is.
We ruimden de tent weg zodra het gespetter gestopt was. Daarna ontbeten we. De wespen hadden ook trek in het ontbijt. Ons ontbijt nota bene.
Het veld, waarop we stonden, was behoorlijk leeg. De eerste fietser vertrok om half 6 al. Met het fietslicht aan!
De mensen, die wij gisteren uitgebreid gesproken hadden, vertrokken eerder dan wij. Als laatste spraken we onze Duitse buurman, die ver van zijn geboortestad Mainz woont en in de zomer vaak op deze camping kampeert.
Om half 9 vertrokken we van camping "Maaraue" en fietsten over de brug over de Rijn naar Mainz.
Daar reden we linea recta naar het Hauptbahnhof, waar we een Quer durchs Land-Karte kochten. Om 3 over 10 hadden we de boemeltrein naar Köln Hauptbahnhof.
Op perron 2B spraken we met 2 Nederlandse fietsers, die vanwege de aanhoudende hitte hun fietsvakantie eerder afbraken: "Dit is niet leuk meer!"
Dat was de treinreis wel. Mainz was een beginstation, dus we hadden alle ruimte en tijd om de fietsen binnen te zetten en een plekje aan de Rijnkant te kiezen.
Vooral de Romantische Rhein tussen Bingen en Koblenz was erg mooi. Wel kon je goed zien, dat het water er laag stond aan de drooggevallen platen aan de oevers en soms zelfs in het midden van de rivier.
De trein reed keurig op tijd. De Deutsche Gründlichkeit deed zijn werk. Op Köln Hauptbahnhof stapten we over op de trein naar Aachen. Na het passeren van Rothe Erde, het beginpunt van de Vennbahn-Radweg, waren we een paar minuten later in het centrum van Aken.
We fietsten richting Dom, waar we op een klein gezellig plein bij "La Liége" koffie en verse jus d'orange bestelden, terwijl er Franse muziek uit de geluidsboxen klonk.
We verlieten het pleintje om richting Vaals te fietsen, toen we hoorden roepen: "Hé, Bert en Ada."
Onze buurjongen Luka liep daar met wat familieleden. Waren we op de valreep tijdens de vakantie toch een bekende tegengekomen.
Door het mooie Westpark, waar de grote vijver half droog was, fietsten we langs de drukke doorgaande weg naar Vaals toe.
Daar vonden we een plekje op camping "De Gastmolen". Na de tent onder een oude appelboom opgezet te hebben, fietsten we naar Landal Green Parks om boodschappen te doen voor het avondeten en wat Limburgse biertjes.
Terug op "De Gastmolen" kochten we daar nog een koude appelcider. De kilometerteller stond op 1552 kilometer, hetgeen inhield, dat we vandaag 16 kilometer gefietst hadden.
Ik ging douchen om aansluitend in de schaduw het dagboek bij te werken. Ada volgde mijn schone voorbeeld.
Hoewel het niet zo heet was als gisteren, was het nog behoorlijk warm, ook al hadden we daar in de trein niet zoveel van gemerkt door de airco.
We aten gemengde groente met zoete aardappels en stukjes zalm en yoghurt toe, waarna ik de vaat deed.
Na het eten gingen we een stukje wandelen. We staken op de camping de beek over, klommen naar de weg toe en zagen, dat we in Duitsland liepen. We sloegen rechtsaf en eigenlijk konden we alleen langs de kant van de doorgaande weg lopen. Na een kilometer besloten we op deze heuvelachtige terug te lopen. Ter hoogte van de camping hoorden we een bel.
Dit herkenden we van een vorig bezoek. De ijscoman kwam langs. Hij stuurde een paar kinderen met een bel en een lepel langs om op de camping reclame te maken. Deze belhamels deden dat vol overgave.
Het resultaat mocht er wezen. Toen we aankwamen stond er een behoorlijk lange rij, die telkens van de achterkant werd aangevuld. Paul had dan ook heerlijk ijs.
Nadat we dit op hadden, gingen we bij de tent zitten lezen. Het was aanmerkelijk koeler dan de afgelopen week. Voor het eerst deden we weer een bloes met lange mouwen aan en ritsten we de pijpen aan onze afritsbroek. Het was een verademing!
Het was een vreemde gewaarwording om van het ene moment op het andere tot trainer gebombardeerd te worden. Ik fietste naar Elwin den Dulk om samen met hem naar "Swift" te fietsen voor de wekelijkse droogtraining van de IJVL.
Elwin stond klaar met een sleutelbos en een drietal briefjes met daarop het trainingsschema voor vanavond. Hij was verhinderd en ik mocht de training overnemen.
Om half 8 waren er 8 man aanwezig. Voor het eerst dit seizoen waren er geen vrouwen bij. Dat had ik weer....
We liepen naar het Romeinse fort, waar we begonnen met 3 Steigerungen. Jaap de Gorter wilde op zoek naar een speciale bank. Deze lag vlak bij een van de ingangen van het fort.
Als je op de bank ging zitten, hoorde je Middeleeuwse koormuziek.
Op deze plek stond namelijk in de Middeleeuwen het St. Margarethaconvent. Dit nonnenklooster telde in de 15e eeuw maar liefst 200 nonnen. Dat waren vrouwen, die op non-actief waren gezet.
Dat hoefde ik vandaag niet te doen, want de IJVL-dames hadden dat vanavond zelf al gedaan.
De 8 mannen van de droogtrainingsgroep liepen het Castellum Matilone binnen, waar we 3 x 30 meter voluit sprinten. Daarna volgde de schaatsstappen en bochtstappen in de elastieken, een serie buikspieroefeningen met de veel variaties biedende "Russian Twist"
Zelf hou ik het liever bij deze twist.
Daarna deden we de de oefeningen in de elastieken weer, gevolgd door de conventionele buikspieroefeningen en statisch zitten.
We sloten de training af door nogmaals naar het Middeleeuwse klooster van St. Margaretha der Tertiarissen te lopen. Helaas klonk er geen muziek, toen wij op de kerkbank gingen zitten.
Maar elk nadeel heb zijn voordeel. Nu kan men niet beweren, dat wij voor het zingen de kerk uit gingen....
Het begint een vast stramien te worden. Om 6 uur opstaan, de tent uitruimen en opruimen en aansluitend ontbijten. Van onze buurman uit Frankfurt hadden we gehoord, dat je om 7 uur koffie op de camping kon drinken op het terras, waar we gisterenavond gezeten hadden. Dat klopte, al ging normaal gesproken de zaak pas om 8 uur open.
Het viel ons op, dat deze omgeving nat was. Een plaatselijke bui was uitgesloten, daar het bij onze tent nog steeds kurkdroog was. Er was 's nachts gespoten om het grasveld bij het meer intact te houden.
Ik betaalde € 16,50 voor Seecamping "Mainflingen", waarna we het terrein af konden fietsen. Via het dorp Mainflingen reden we terug naar de Main-Radweg.
Ongewijzigd was het weerbeeld van de afgelopen weken: 's ochtends was het nog redelijk fris, vanaf 9 uur begon de temperatuur op te lopen en om 1 uur was het echt heet en dat hield de hele middag aan.
Dankzij de tip van de buurman sloegen we Seligenstadt niet over. Het is een mooi stadje, ook al was het om half 8 's ochtends nog uitgestorven.
Bij Steinheim, eveneens een plaatsje met een leuk centrum, verlieten we de Main. We hadden een kleine 20 kilometer gereden en waren op zoek naar een plek, waar we koffie konden kopen.
Helaas was alles gesloten, dus wij trapten door naar Offenbach.
Daar vonden we in het centrum een bakkerij, waar we 2 taartpunten, een koffie en een jus d'orange bestelden. We hadden er al 38 kilometer op zitten.
Waar Offenbach al iets weg had van Rotterdam, de skyline van Frankfurt had het helemaal met zijn vele kantoorkolossen.
Het centrum van Frankfurt was voor een flink deel in de oude luister hersteld.
Na een van de vele bruggen over de Main overgestoken te zijn, kwamen we in een enorme drukte terecht. De kermis werd afgebroken of juist opgebouwd. Tientallen bussen parkeerden in de hoek, waar wij heen wilden en alle passagiers wandelden over het fietspad langs de Main naar de rondvaartboten, die daar klaar lagen.
Het was zodoende voor ons, zeker met bepakking, slalommen voor gevorderden.
We zetten de fietsen tegen de Nicolaikirche, een kleine maar mooie Middeleeuwse kerk.
Op een derde paneel was te lezen, hoe Johannes Gutenberg vanuit Frankfurt de boekdrukkunst én de Reformatie verspreidde.
Uit die tijd stamt de nog steeds bestaande Frankfurter Buchmesse. Dat riep bij mij de herinnering op aan het verhaal over een Amsterdamse uitgever, die tijdens de Buchmesse een aantal rijk besprenkelde recepties afliep. Hij was al aardig in de lorum en gaf de chaufeur van de taxi het kaartje van het hotel, waar hij verbleef. Op de acherbank viel hij in slaap.
Op een gegeven moment werd hij gewekt door de taxichauffeur. Hij had per ongeluk zijn visitekaartje gegeven en stond voor zijn huis in Amsterdam....
Nu we het toch over onze hoofdstad hebben. Sint-Nicolaas is de schutspatroon van de schippers, maar ook van Amsterdam.
Een beeltenis van Sinterklaas was op het plafond te zien.
We wandelden op aanraden van onze Frankfurter fietser ook naar de Paulskirche.
Hier was in 1848 en 1849 het eerste democratische Duitse parlement, dat door "Ougenweide" loffelijk werd bezongen in "Zu Frankfurt, an dem Main": "Ins Parla, Parla, Parlament, das Reden nimmt kein End...."
Na dit hoogtepunt verlieten we Frankfurt an dem Main en fietsten westwaarts. Het was inmiddels 12 uur geworden en het was bloedheet. Hoewel we nog maar 40 kilometer te gaan hadden, waren het wel de zwaarste kilometers. De laatste loodjes wogen zoals gebruikelijk het zwaarst.
Aanvankelijk viel het wel mee. In Frankfurt stonden veel bomen langs het fietspad, maar gaandeweg kwamen er steeds meer kale stukken.
Bij Sindlingen vonden we in een park een bank in de schaduw, waar we brood aten. Daarna was het uit met de pret. We kwamen regelmatig over zomerdijken te fietsen waar geen enkele beschutting was. Alleen de tegenwind zorgde voor enige verkoeling.
Na een korte pauze bij een bijna droge beekbedding stopten we in Flörsheim bij een teras, waar we een Apfelschorle en een Hefe Weizen Alkoholfrei namen. Franziskus zak er zijn zegen aan hebben gegeven.
We vulden de bidons met koud water en begonnen aan de laatste etappe naar het eind van de Main-Radweg.
Maar zoals we er de hele vakantie al mee te maken hadden, ontbrak ook vandaag de Umleitung niet.
In plaats van vlak langs de Main te fietsen, klommen we nu tot boven de druivenvelden, waar flink water werd gegeven. Er werden geulen gegraven, waarin met brandslangen van bovenaf in gespoten werd, zodat de hele rij druivenstruiken van voldoende water werd voorzien.
Bij de Barockkirche Peter und Paul daalden we af naar Kostheim.
Na de tent opgezet te hebben, douchten we ons om beurten.
Na een ijsje op de camping gingen we boodschappen doen bij Nettomarkt. We hadden een maaltijd bij elkaar gescharreld, die voedzaam was zonder te hoeven koken.
Terug op de camping hadden we ruim 93 kilometer gefietst. Ada maakte van gemengde sla, komkommer, paprika, tomaat, een kruidenkaas en een pittige hummus een heerlijke maaltijdsalade, terwijl ik de Erdinger Hefe Weizen en Radler kocht.
We aten onder een afdakje, dat aanvankelijk in de schaduw lag. We praatten met een man, die 9 weken onderweg was. Vanuit Bulgarije en Roemenië was hij richting huis aan het fietsen. Ook een Nederlandse studente schoof aan. Zij fietste de Rijn langs naar Zwitserland.
Daar de zon zakte en onder het afdak scheen, aten we de yoghurt met frambozensmaak onder een boom. De vaat was voor mijn rekening. Daarna ging ik het dagboek bijwerken, terwijl mijn vrouw verder ging lezen in "Het beste van Adam Sharpe".
Daar het op de camping nog behoorlijk warm was, zocht zij een bank aan de oever van de Rijn op met uitzicht op Mainz.
In de avondschemering werd het nog mooier.
Ik kwam erbij zitten en even later kregen we gezelschap van de studente biologie uit Groningen. Via haar studie kende ze professor Leo Beukeboom, een oude trainingsmaat van me bij de IJVL. Soms is de wereld klein....
Op de camping sprak ik met een van de twee Engelse fietsers, die we de hele tocht langs de Main telkens weer tegenkwamen en die vrijwel iedere dag op dezelfde camping stonden.
Om 11 uur gingen we naar bed. In de tent was het nog flink warm, maar de slaap kwam bij mij redelijk snel.
Geboren en getogen in Nieuw-Vennep in een gezin met 12 kinderen en sinds 1979 woonachtig in Leiden. Mijn vader was de oprichter van het transportbedrijf B.Breed & Zonen in Nieuw-Vennep, dat nog steeds bestaat.
Ik ben in 1983 getrouwd en vader van 4 kinderen.
Ik train al sinds mijn verhuizing naar Leiden voor de Elfstedentocht en ben uiteraard een groot liefhebber van schaatsen op natuurijs.