Ruim een eeuw lang werd Koninginnedag gevierd. Van 1949 t/m 2013 was de datum 30 april. Het grootste deel van mijn leven was 30 april dan ook een vrije dag met, gek genoeg, heel vaak goed weer. In het hele land werd dit het Oranjezonnetje genoemd, in mijn familie hielden we het op het Antonzonnetje.
De sfeer van hoe wij met het huis van Oranje omgaan werd het best samengevat door Wim Sonneveld met zijn onnavolgbare "De Stalmeester".
Vandaag werden we op de voormalige Koninginnedag getrakteerd op Hollandse luchten met het daarbij behorende weerbeeld. Snel wisselend weer. Dat merkte ik vanmiddag, toen ik in een uur tijd mijn inmiddels gebruikelijke Lockdown lightloop van 11 kilometer afwerkte.
Ik vertrok om half 1 met een lichte miezerregen, liep weldra in het zonnetje om in de laatste keer dat ik de 900 meter op het stille weggetje heen en weer liep een korte maar hevige bui voor mijn kiezen te krijgen, waardoor er geen draad op mijn lijf droog was.
Op weg naar huis liep ik weer in het zonnetje.
Daarbij stond er aardig wat wind.
Thuis gekomen douchte ik me, voordat ik om kwart voor 2 ging lunchen. De rest van de dag wisselden thuiswerk en boodschappen doen elkaar af. 's Ochtends fietste ik naar "De Helianth" in de Herenstraat, maar daar de leverancier nog niet geweest was, kon ik niet alles kopen, wat ik wilde.
Derhalve fietste ik 's middags naar "Odin" in Voorschoten.
Daar kon ik de rest van de boodschappen halen. Ik reed via de volkstuin terug, waar mijn vrouw hard in de weer was met de kolen en artisjokken.
Op de tuin dronk ik met Ada een kop thee onder Hollandse luchten.
Thuisgekomen stond de totaalstand van de kilometerteller van april op 943 kilometer. Het eerste trimester van 2020 kwam daarmee uit op 3184 kilometer.
Vandaag zou ik om 10 uur helpen om de bibliotheek in Rijnsburg weer in te richten. Daar mijn vrouw boodschappen voor haar ouders op de markt ging doen en daarbij ook meteen wat voor onszelf kocht, was het het handigste, als ik mee zou fietsen en de boodschappen thuis brengen voor ik aan de arbeid begon.
Daarvoor moesten we naar de Beestenmarkt en de Lammermarkt. In vroeger tijden was daar iedere week een heuse markt, waar onder het genot van een borrel voor het middaguur flink wat handel met drie handklappen werd afgesproken. Daar kwamen geen contracten aan te pas. Gewoon: afspraak is afspraak!
Als kind mocht ik af en toe mee met mijn vader en dan voelde je je vereerd, dat je mee mocht naar "de grote stad".
En nu woon ik er al 40 jaar. En ik gebruik nu de overtreffende trap: Leiden is een grootse stad!
Na de boodschappen thuis gebracht te hebben werkte ik van 10 tot kwart voor 4 in de bibliotheek van Rijnsburg. Na het ruimen van vorige week stond nu het inruimen op het programma.
Het grote verschil met het terugplaatsen van de kasten was, dat we nu wieltjes hadden, waarmee we de kasten op zijn plek konden krijgen. Doordat we meer ruimte tussen de kasten wilden hebben in verband met de anderhalve meter afstand, besloten we om 2 displaytafels niet teug te zetten.
Met een man, die klussen deed in "De Burgt", deed ik het sjouwwerk. Betaalde krachttraining. Daarna hielp ik met Carolien, Annette en Anneke om de boeken terug te plaatsen in de kasten, waarna we kastcontrole deden.
Toen we om kwart voor 4 het pand via de artiesteningang verlieten, scheen de zon uitbundig.
Via filiaal Hoornes/ Rijnsoever, waar inmiddels al weer 20 dozen afgeschreven boeken klaar stonden om afgevoerd te worden,
Via de Boulevard, waar je door de heldere lucht zonder vliegtuigstrepen de Tweede Maasvlakte kon zien liggen, fietste ik naar de doorgaande wegen, die me naar de volkstuin brachten, waar ik om 5 uur aankwam.
"The Move" had ooit een grote hit met "Flowers in the rain".
Vandaag paste dit volledig bij het weerbeeld. Het regende vrijwel de hele dag. Niet hard, maar wel langdurig.
Het weer tapte dus uit een ander vaatje dan gisteren, toen het een zonovergoten lentedag was. Desondanks stapten we om half 10 op de fiets om een bakje met Spaanse margrieten naar een vriend te brengen.
In regenkleding gehuld fietsten we naar de Bollenstreek, die nu weer vrij gegeven was na de afsluiting van het afgelopen weekeinde.
De vriend woont in een tehuis, dat al wekenlang van de buitenwereld is afgesloten. We moesten dus vanachter het glas met elkaar communiceren.
In de regen fietsten we vervolgens naar de tuin, waar de bloemen van mijn overleden broer Kees nu stonden te bloeien. Vooral de tulpen. Het was een kleurrijk palet aan kleuren en vormen. Een lust voor het oog.
Na een kop koffie en thee gedronken te hebben bij onze jarige neef, fietsten we naar huis, waar we brood aten, voordat we naar de volkstuin fietsten om wat kleine klusjes te doen. We hoefden vandaag immers geen planten water te geven op deze vrij koude dag.
We hadden 55 kilometer gefietst, waarbij we genoeg bloemen in de regen hebben gezien. Niet dat we dat erg vonden. Voor de tuinen en de natuur was deze regen heel hard nodig.
Heel het land? Nee, het trotse Leiden, dat het Spaanse beleg zo dapper weerstond, doet er niet aan mee. Wij vieren de Willem-Alexander van Burendag. Nu ga ik de baan van koning niet bagatelliseren, maar zijn grootste prestatie heeft onze koning geleverd, toen hij nog kroonprins was. Hij reed op 26 februari 1986 de Elfstedentocht uit onder de naam W.A. van Buren.
Nu heb ik tweemaal zelf de Tocht der Tochten uitgereden en in totaal 20 keer de 200 kilometer volbracht, waarvan eenmaal als winnaar, maar onder ons gezegd en gezwegen: het blijft een klereneind. Alleen als je in topvorm bent kom je de man met de hamer niet tegen.
Zeker als je geen gepolijste schaatstechniek hebt, en dat had onze vorst in de tijd, dat hij de Elfstedentocht reed beslist niet, is het nog veel zwaarder. Kortom, doorzettingsvermogen heeft W.A. van Buren wel.
Geheel in stijl begonnen we in deze omgeving de Willem-Alexander van Burendag met vorst aan de grond.
Dat zit onze vorst vanavond ook, als heel Nederland de nota voor de borrel van 4 uur om op de jarige te proosten naar Huis Ten Bosch stuurt.
Vergeet bij het bonnetje niet de B.T.W. te vermelden. Dat maakt de administratie van deze borrel voor het huis van Oranje wat eenvoudiger.
Na het ontbijt liep ik om kwart over 9 in een oranje hardloopshirt naar de Leidse binnenstad, waar ik een zakje met bloemzaad bij een collega van mijn vrouw af moest leveren. Ik wilde vroeg gaan om de drukte in het centrum van onze mooie Sleutelstad te ontlopen.
Ik kan garanderen, dat het niet druk was. Via de Haagweg, het Galgewater en de Beestenmarkt liep ik langs de fraai versierde molen "De Valk".
Langs het LUMC, waar ik 3 jaar geleden kind aan huis was, liep ik via de Leidse IJshal door het Morskwartier naar "Het Haagsche Schouw" terug naar de Stevenshof en vandaar weer naar huis. De Willem-Alexander van Burenloop van 10 kilometer zat erop op deze stralende lentedag.
Het enige minpunt was, dat ik tijdens het lopen helemaal vergeten ben om om 10 uur met het "Wilhelmus" mee te zingen. Mijn vrouw heeft het volkslied wel met een aantal buren meegezongen, een voor mij verzachtende omstandigheid.
Ik ga met gezwinde spoed bij Zijne Koninklijke Hoogheid Koning Willem-Alexander een gratieverzoek indienen!
Met stijgende verbazing had ik de suggestie van de Oranjeverenigingen op mij in laten werken. Daar we dit jaar vanwege het coronavirus zo veel mogelijk thuis moeten blijven, wilden zij Koningsdag omdopen in Woningsdag. Hoe verzinnen ze het. Hebben ze geen enkel historisch besef?
Exact 40 jaar geleden was "Geen woning, geen kroning" de leus van de kraakbeweging, die destijds in Amsterdam zeer groot was. Soms werd dit aangevuld met "Claus, wir wollen ein Haus!" De kroning van koningin Beatrix ging dan ook niet onopgemerkt voorbij. En ik was een van de vele getuigen van deze heftige dag.
Zoals ieder jaar ging ik met Bas Warnink en Joep Kapiteijn naar Amsterdam met Koninginnedag om feest te vieren. Zo ook in 1980. Het begon al redelijk vroeg op de dag met een rookbom, die een eind verderop werd afgestoken. Tradities zijn er om in ere te worden gehouden. Voor de rest was het gemoedelijk.
Zoals gebruikelijk zwierven we door het centrum van Mokum. Wij gingen naar het standbeeld van de Dokwerker. Daar zou om 1 uur een demonstratie zijn tegen de woningnood, die vooral de jongeren trof. Net zo iets als nu dus.
Wat wij niet konden bevroeden was, dat we midden in een veldslag terecht kwamen. Daar waren we niet voor gekomen. We waarschuwden nog zo: "Mensen, hou toch anderhalve meter afstand!"
Maar denk je dat ze naar ons luisterden? Vergeet het maar!
Via de achterzijde verlieten we deze orgie van geweld rondom het Waterlooplein, waarbij gemakkelijk doden hadden kunnen vallen. We begaven ons naar rustiger oorden.
Het Thorbeckeplein was een vreemde mengeling van feestende mensen en de geur van traangas.
Het meest surrealistische was, dat er op het Leidseplein gefeest werd alsof het een totaal andere stad was. Met deze bizarre Koninginnedag in mijn achterhoofd vroeg ik me af, welke briljante geest op het idee van Woningsdag gekomen was?
Daar ik soms een tikkeltje recalcitrant ben, niet verder vertellen hoor, vier ik Woningsdag op een andere dag. Vandaag om precies te zijn.
Na een nacht met vorst aan de grond beleefden we een ochtend, waarin de wind letterlijk uit alle windstreken kwam.
Vanmorgen sliepen we uit. Dat krijg je als je naast een 65-plusser ligt.
We deden allerlei klusjes in huis en in onze achtertuin. Om 3 uur fietsten we naar de volkstuin, waar we lunchten, waarna Ada wat planten uitpootte en ik het grootste deel van de tuin water gaf, waarna we weer naar huis fietsten op onze Woningsdag.
Daar heel Nederland de buren veel vaker tegen zal komen dan met normale Koningsdagen, stel ik voor om het om te dopen in Willem-Alexander van Burendag.
Ik vermoed, dat koning Willem-Alexander er geen enkel bezwaar tegen heeft, dat heel het volk het sportieve hoogtepunt uit zijn leven op deze wijze nogmaals meeviert.
P.S.
Majesteit, u kunt het lintje gewoon naar mijn huis opsturen.
Na het ontbijt fietste ik met mijn vrouw naar "De Helianth". Daar er volgens de richtlijnen maar 1 persoon van een huishouden boodschappen mag doen, bleef ik buiten, terwijl Ada naar binnen ging. Dit bood me de mogelijkheid een aardige droogtraining af te werken met veel schaatsstappen. Vooral het overkomen en de valbeweging kon ik zo goed oefenen evenals ze zijwaartse afzet.
Van een wandelend echtpaar kreeg ik in onvervalst Leids de vraag: "Is het ijs al dik genoeg?"
Ik kon hen geruststellen: "Hier zak je niet doorheen!"
Na ruim 20 minuten trainen op techniek gebruikten mijn vrouw en ik onze fietstechniek om met fietstassen vol boodschappen naar huis te rijden.
Daar dronken we koffie en thee, waarna mijn vrouw een tweetal tassen met met boodschappen naar haar ouders bracht en vandaar naar de volkstuin fietste. Onderwijl hing ik de was op en maakte de lunchpakketten klaar, die we op de volkstuin nuttigden.
Met een redelijk gevulde maag fietste ik naar de Kniplaan, waar ik om 2 uur met Hans Boers had afgesproken. Samen liepen we naar de Vlietlanden onder een brekend wolkendek.
We liepen een variant op het rondje van 8 kilometer van vorige week. Het was wederom een veldloop, die met een zachte noordwestenwind werd afgelegd.
Zodoende kwamen we ook weer langs de Vogelplas. Dit keer luidde het antwoord op de vraag "Is het ijs al dik genoeg?" ontkennend.
Met deze teleurstellende conclusie fietste ik na de veldloop via de Vlietlanden en de landijsbaan van Voorschoten naar huis toe, daar ik een warme douche prefereerde boven een duik in het nog koude water.
Weer opgefrist keek in naar een special met prachtige beelden onder de titel "De 14 regels van Johan Cruijff". Een aanrader voor iedereen, die van de schoonheid van het voetbal wil genieten.
Mijn dag kon niet meer stuk, toen ik vanmorgen hoorde, dat Donald Trump de suggestie deed om desinfecteermiddelen in te spuiten om het coronavirus in het lichaam te doden.
Dat ik zelf niet op dit geniale idee gekomen ben. De Nobelprijs voor de geneeskunde zou mijn deel zijn! Nu gaat deze prijs aan mijn neus voorbij.
De president van de Verenigde Staten gaat met de eer strijken. En terecht. Het is het meest effectieve middel tegen Covid-19. Het doodt ongetwijfeld het virus. Dat de rest van het lichaam het niet overleeft is een bijkomstigheid. Een kniesoor, die daar op let.
Natuurlijk ging ik na het ontbijt meteen op pad om een flinke hoeveelheid desinfecteermiddel in te slaan. Bij het hamsteren van toiletpapier liep ik achter de feiten aan. Dat ging mij geen tweede keer overkomen!
Ik fietste derhalve zo snel mogelijk naar de Bierwinkel aan de Zeemanlaan, waar 1150 verschillende speciaalbiertjes verkocht worden.
Alcohol is namelijk een uitstekend ontsmettingsmiddel. Ten behoeve van de wetenschap ben ik bereid om aan dit door dokter Trump geopperde medisch experiment mee te werken. En wat mij betreft hoeft er geen arts aan te pas te komen om dit middel middels een injectie in te brengen. Ik weet wel een andere methode om dit desinfecteermiddel tot me te nemen!
Op weg naar de winkel bracht ik als coördinator van de "Krasse knarren" in de Leidse IJshal een speciaal op maat geschreven trainingsschema naar één van mijn trainingsmaten. We moeten in oktober natuurlijk wel weer in vorm beginnen aan het nieuwe schaatsseizoen. Zodoende combineerde ik met deze fietsrit het nuttige met het aangename.
Geboren en getogen in Nieuw-Vennep in een gezin met 12 kinderen en sinds 1979 woonachtig in Leiden. Mijn vader was de oprichter van het transportbedrijf B.Breed & Zonen in Nieuw-Vennep, dat nog steeds bestaat.
Ik ben in 1983 getrouwd en vader van 4 kinderen.
Ik train al sinds mijn verhuizing naar Leiden voor de Elfstedentocht en ben uiteraard een groot liefhebber van schaatsen op natuurijs.