zaterdag 30 september 2017

Wadlopen in Wassenaar

Een klant in de bibliotheek had me er deze week al op gewezen. Het zou hoog water zijn als we de Halve marathon van Katwijk zouden lopen: "Vorige week zaterdag was het rond het middaguur laag water, dus dan is het komende zaterdag vloed."
Nu is de Halve marathon van Katwijk gewoonlijk al de zwaarste van Nederland, dit keer zou daar nog een schepje bovenop komen. Als stelregel heb ik, dat er bij vloed een minuut per kilometer bij komt. Een snelle tijd was dus op voorhand uitgesloten.
Met dit in het achterhoofd fietste ik vanmorgen, na een paar Jehova's duidelijk te hebben gemaakt, dat ik geen belangstelling had voor hun Wachttoren, naar Katwijk toe, waar ik mijn fiets stalde in de fietsenstalling van de bibliotheek, waarna ik van de Schelpendam naar de Boulevard wandelde. Het spetterde een beetje, maar aan het strand was het droog.
Ik voelde me fit. Vooral de kilometertijd van 4.03 bij de laatste droogtraining van de IJVL gaf me veel vertrouwen. Ik liep bijna 15 kilometer per uur. Niet gek voor een 62-jarige. Alleen een pijntje op de rand van mijn ribben en mijn rug gaf me enige twijfel. Had ik bij de val bij het spuiten in de Leidse IJshal dan toch wat gekneusd?

Ik zou het gauw genoeg weten. Kort nadat de kersverse burgemeester van Katwijk, Cornelis Visser, die zijn naam mee heeft in dit vissersdorp, ons om 12 uur had weggeschoten, liep ik met de meute mee de Boulevard op. In het begin ging het lekker, maar bij het betreden van de duinen voelde ik pijn op de bewuste plek. Ik had dus toch wat gekneusd. Vervelend, maar niet onoverkomelijk. Gewoon doorgaan is dan het devies. In de familie Breed hebben we namelijk een gruwelijke hekel aan opgeven. Een karaktertrek, die de volgende generatie ook heeft meegekregen.
Uit eigen ervaring weet ik, dat je pijn er ook uit kunt sporten. Bij de Elfstedentocht van 2012 deed mijn linkervoet de eerste 70 kilometer bij iedere slag een beetje pijn. Ik had me mentaal voorbereid op 200 kilometer afzien, maar na Stavoren was het zeurende gevoel gelukkig verdwenen. Ik ben het liever niet, maar als het nodig ik, kan ik een bikkel zijn. Alleen bij de tandarts niet....
De pijn ontstond vooral bij de beklimmingen. Dan moet je namelijk krachtig afzetten. Na 2 kilometer in het duin had ik de manier gevonden, waarop het beter ging. Ik moest met veel meer ontspanning lopen. In de afdalingen ging dat eigenlijk vanzelf, doordat ik de armen slap langs mijn lichaam liet hangen en de zwaartekracht zijn werk liet doen. In een niet eens zo lange afdaling in het Panbos haalde ik 7 lopers in.
Vanaf de zacht verende grond in het Panbos liepen we weer terug naar de duinen, waar ons na 10 kilometer een lange klim en een dito afdaling wachtte. Wijs geworden klom ik veel meer op souplesse, terwijl ik in de afdaling een tiental andere lopers achter me liep. Dat inhalen ging door op het glooiende schelpenpad langs het ook al niet vlakke fietspad naar Wassenaar. Hier kregen we eventjes een echte regenbui. Doordat je door het hardlopen aardig warm bent, was dit zelfs een beetje aangenaam.
Na ruim 15 kilometer betraden we bij Wassenaarse slag het strand. Zoals aangekondigd was het strand mul dankzij het hoge water. Alleen langs de vloedlijn was een smalle strook, waar het wat beter was. Het hoogste punt van de vloed lag net achter ons. Toch was het niet overal beter.  Na een kleine kilometer op het stand kwam een stuk van een meter of 400, waar we gewoon moesten  wadlopen. Je zakte soms meer dan 5 centimeter weg in het natte zand.
Hoeveel zwaarder wil je het hebben?
Gelukkig ontdekten we een pad op de grens van nat en droog strand, dat door de voor ons lopende deelnemers aan de Halve marathon van Katwijk was aangestampt. Waar ik in de duinen veel lopers had ingehaald, werd ik nu op mijn beurt door andere lopers ingehaald, terwijl ik als een rechtgeaarde diesel gewoon hetzelfde tempo aanhield.
Na ruim 5 kilometer zwoegen op de soms schuin aflopende vloedlijn konden we ter hoogte van de Vuurbaak het strand verlaten.
Over een duinpad liepen we naar de Boulevard naar de finish, waar Teun de Reede voor iedere loper een goed woordje deed.
Eerlijk gezegd hadden we dat wel verdiend. Dit was toch wel een van de zwaardere edities van de Halve marathon van Katwijk. Ik was dan ook dik tevreden met de nettotijd van 1.53.57, waarmee ik 236e was geworden van de 552 gefinishte lopers en bij de 55-plussers 35e van de 89 gefinishten.
Henk Krol belde me terstond met het aanbod van een verkiesbare plaats op de lijst van 50-plus. Dat had hij goed gezien. Meteen na de finish voelde ik me een oud mannetje, doordat mijn rug weer behoorlijk gevoelig was.
Maar dat mocht de pret niet drukken. Bij het betreden van de duinen had ik niet gedacht, dat ik nog zo lekker zou lopen.

vrijdag 29 september 2017

IJs proeven

Het is een reeds jaren bestaande traditie. Voorafgaand aan het nieuwe schaatsseizoen kunnen de trainers op de vrijdagavond, voordat de Leidse IJshal open gaat, "ijs proeven".
Uiteraard fietste ik naar de Vondellaan om mijn Salomons aan te trekken en daar de Freeskates onder te klikken. Het was gezellig druk op het ijs, zowel op de buitenbaan als op de binnenbaan. Gisteren had ik 11 rondjes geschaatst, vandaag stonden er 55 op mijn teller: 11 kilometer. Een symbolisch getal. Je traint immers jarenlang voor de Elfstedentocht.
Het draaide vanavond meer om ontspannen schaatsen en nog meer om de gezelligheid. Na een paar rondjes tempo rijden volgden er een paar, waarin er rechtop schaatsend werd gepraat met andere schaatsers. Zo reed ik onder andere schaatsend op met Hans van der Plas,  Ken Ainsworth, Wilbert de Boer, Janine Waaijer, Jos Fugers, Jos Segers en Jaap Kroes.
De spits is eraf. Het ijs was spiegelglad en keihard. Kortom: het smaakte naar meer!

Duintraining

Het was vanmiddag zeer aangenaam nazomerweer. Als we de weersverwachtingen mogen geloven voorlopig voor het laatst. Aangezien ze de laatste jaren steeds nauwkeuriger worden, was de boodschap duidelijk: profiteer ervan zolang het nog kan. 
Om half 2 fietste ik vanaf filiaal Hoornes/Rijnsoever naar de Boulevard om over het fietspad door de duinen naar Wassenaar te trappen. Buiten dat het een prachtig natuurgebied is vlak om de hoek, was deze fietsrit ook een vorm van mentale training. Morgen loop ik de Halve marathon van Katwijk. En hoewel ik in dit stuk van de duinen heel veel voetstappen heb liggen, is het toch goed om alles nog een keertje tot je te nemen.
Via "De Klip" en de "geheime klim" in Rijksdorp fietste ik naar de volkstuin, waar ik de planten in de kas water gaf en een komkommer, wat tomaten, enkele frambozen en de laatste braam plukte.
Je kunt merken, dat de oogsttijd langzaamaan op zijn eind begint te lopen. De afgelopen 4 maanden voelde het een beetje aan als "Hansje in 't Bessenland".
Met deze oogst fietste ik in het nazomerzonnetje op huis aan. Onderweg kwam ik Koos van Schie tegen op het eind van Via 44. Samen verbaasden we ons over de kaalslag, die momenteel plaatsvindt als voorbereiding op de Rijnlandroute, die voorheen gewoon nog Rijksweg 11 West genoemd werd. In deze tijd van klimaatverandering, waarin de CO2-uitstoot moet worden teruggedrongen, worden ruim 9000 bomen, die dit broeikasgas vastleggen, geveld voor 4 kilometer extra asfalt. Kosten: 1 miljard euro. We kunnen een hoop zeggen van onze overheid, maar niet, dat de prioriteit ligt bij het tegengaan van de klimaatverandering.

donderdag 28 september 2017

Wintertriatlon

Tot een kleine 10 jaar geleden werd het schaatsseizoen traditioneel afgesloten met een door de IJVL georganiseerde wintertriatlon. Deze wintertriatlon speelde zich af in en rondom de Leidse IJshal. Vandaag opende ik het schaatsseizoen met een wintertriatlon. De afstanden en de volgorde klopten totaal niet, dus het was een zeer alternatieve triatlon, maar dat past wel bij mij. In mijn jeugdjaren was ik ook zeer alternatief.
Om half 9 fietste ik naar de Vondellaan, waar de buitenbaan net gedweild was met de Zamboni. Het ijs moest nog even harden, maar daarna mocht ik als proefpersoon optreden en als eerste schaatser met mijn Salomons de eerste rondjes rijden op het verse ijs. De eerste ervaringen waren prima. Het ijs was spiegelglad en gleed weer als vanouds. Het eerste rondje ging wat harkerig, maar gaandeweg kwam de Schwung er weer in. Alleen onder de loopbrug was het wat hobbelig. Gecondenseerd water komt daar druppelsgewijs naar beneden en dat geeft wat kleine hobbeltjes, waar je makkelijk overheen schaatst. Kortom: kom vanaf dit weekeinde schaatsen in de Leidse IJshal!

Nu kwam ik niet alleen om te schaatsen, maar ook om te helpen bij het opspuiten van water in de hoeken, waar de Zamboni niet bij kon komen. Samen met Wim Noteboom verrichtte ik deze taak, terwijl John de Lange het kalk van de rubber matten schrobde. Op het moment, dat Wim met de dweilmachine op de binnenbaan bezig was, haalde ik met de trekker de druppels van de trap af.

Om 1 uur zat de ochtenddienst erop en fietste ik naar huis, waar ik na de lunch naar de volkstuin fietste, waar ik het groenteafval in het compostvat deed en daarna een stuk of 50 dode slakken uit de regenton haalde. Zij dreven in het water.
Daarna leegde ik de regenton door telkens met een gieter vol water naar de sloot te lopen. Het water stonk. Het had een rioollucht. Er zat niets anders op dan om de regenton helemaal te legen. Toen ik bijna op de bodem zat, keerde ik de ton om. Dat deed ik ook met de overloopton ernaast.
Ik fietste weer naar huis toe, waar ik mijn hardloopschoenen aantrok en in een miezerregen ruim 4 kilometer liep met het oog op de Halve marathon van Katwijk. Conditie doe je er niet meer mee op, maar het is prima om je spieren even "los te lopen". Met dit korte duurloopje voltooide ik wel de eerste wintertriatlon van schaatsseizoen 2017-2018. Het lijkt wel de omgekeerde wereld.

woensdag 27 september 2017

Trainingsdag

Het was een goed gevulde trainingsdag gisteren. Of beter gezegd een dag waarop de training voor het nakende schaatsseizoen centraal stond.
Het begon 's ochtends met het fietsritje naar de Vondellaan, waar ik in de Leidse IJshal zou helpen met spuiten. Bij aankomst zag het er een beetje vreemd uit. De helft van de buitenbaan zag er wit uit, de andere helft grijs. Hetgeen klopte. De tweede helft moest nog gedaan worden. Zodoende kon ik dat gedeelte van de buitenbaan nog niet kon spuiten.
Ik was dus voornamelijk op de binnenbaan actief. Alles ging goed tot het moment, dat Jan en Frans op de buitenbaan aan de slag gingen met de kalkspuitmachine, die een miniscuul laagje kalk op de buitenbaan op het ijs aan zou brengen. De brandslang lag op de kalkspuitmachine en daardoor in een bocht. Ik wilde de slang op de binnenbaan wat meer ruimte geven en trok eraan. Doordat ik dit in een schuine stand deed stond ik wat minder stabiel in het gedeelte, dat ik net gespoten had. Voor ik er erg in had, lag ik op het spiegelgladde ijs.
De eerste val van het seizoen had ik al te pakken nog voor ik ook maar een meter geschaatst had! En dan te bedenken, dat ik vorig seizoen niet een keer gevallen ben, noch op kunstijs, noch op natuurijs.
Met wat lichte pijntjes op mijn rechterheup en een paar ribben kwam ik met de schrik vrij. Maar goed, het was een geval van eigen schuld dikke bult. Had ik maar niet zo arrogant moeten zijn om te denken, dat mij niets kon overkomen en het ook wel zonder spijkerzooltjes kon.
Hoogmoed komt voor de val.

Berouw komt na de zonde, dus na de theepauze trok ik de spijkerzooltjes toch maar aan. De ijsmeester en de nieuwe vrijwilliger legden de blauwe lijn op het net bekalkte ijs aan, terwijl ik op de binnenbaan bezig was. Daar lagen logo's van de IHCL, Kunstschaatsvereniging "Rijnland" en de ijshockeyclubs "Leiden Lions" en "Key Town Tigers". De laatstgenoemde club had de sponsor erbij vermeld: VSM sloopwerken. Dat past wel bij het beeld, dat velen bij het zien van de bodychecks in het ijshockey hebben.
Waar was trouwens het logo van de IJVL?
Om 1 uur deed ik nog wat boodschappen bij "De Helianth" alvorens ik thuis ging lunchen. Daar kwam ik er achter, dat ik wat vergeten was. Geen probleem. Ik moest toch nog een duurloop doen met het oog op de Halve marathon van Katwijk aanstaande zaterdag. Via de Haagweg liep ik naar de binnenstad van Leiden en met een paar boodschappen in een rugtas liep ik via de Vondellaan weer op huis aan. De plaspillen deden hun werk en daar wildplassen tegenwoordig beboet wordt, maakte ik nog even gebruik van het toilet in de Leidse IJshal.
's Avonds fietste ik met Jos Drabbels en Elwin den Dulk naar de Herensteeg, waar we in "La Bota" het afsluitende etentje van het zomerseizoen hadden met de droogtrainingsgroep van de IJVL. Bij binnenkomst liep ik "Krasse knar" Aad Berg tegen het lijf. De droogtraining en de schaatstraining liepen zo soepel in elkaar over.
In de grote eetzaal hadden 15 IJVL-ers een gezellige avond met prima eten en drinken met de nodige lachsalvo's. Ook de leeftijdskorting kwam weer ter sprake. Nu we het toch over korting hebben: de vaste trainer en de reserve trainer werden door de rest van de groep vrijgehouden, waarvoor onze hartelijke dank.

dinsdag 26 september 2017

Oudewijvenzomer

We beleven op dit moment onder de vleugels van een hogedrukgebied prachtig nazomerweer. Weerkundigen hebben hiervoor de benaming "Oudewijvenzomer" bedacht. Na de overvloedige regenval in september genieten we hier met volle teugen van. Vooral zondag was het buitengewoon aangenaam weer.
Door het zonnige weer voelde het veel warmer aan dan de zoals gebruikelijk in de schaduw gemeten temperaturen. De gemiddelde temperatuur werd trouwens gedrukt doordat de nachten door de onbewolkte hemel flink afkoelden.
Maar zoals gezegd was het zondag fantastisch weer om te fietsen. Dat deden we dan ook. 's Middag fietsten we naar Den Haag. In de Residentie aten we met het hele gezin bij "Symbiose".
In dit vegetarische restaurant hadden we een heerlijke en bovenal gezellige maaltijd, voordat we weer naar de Sleutelstad terugfietsten in het donker. Het was toen al weer aardig afgekoeld.
Hopelijk gaat dat in de komende winter ook gebeuren. Toen Siebe en Ana de vorige keer rond deze tijd van het jaar over waren uit Spanje, was het ook een oudewijvenzomer. De winter erop kon je op eigen houtje de Elfstedentocht schaatsen....

zondag 24 september 2017

Wim de Ru

40 jaar geleden begon Wim de Ru officieel als dirigent van de Schola in de Leidse Studenten Ekklesia. Vandaag werd in de Hooglandse kerk stilgestaan bij dit jubileum.
Zonder dat Wim het wist waren heel veel ex-leden van de Schola Cantorum opgetrommeld, zodat er ineens een koor van ruim 70 zangers voor zijn neus stond. Onnodig om te zeggen, dat het klonk als een klok met veel liederen van Huub Oosterhuis.
Inderdaad, de vader van.
Met als thema de psalmen lag de link met de muziek voor de hand. Jac van der Hoeven, die ons huwelijk ingezegend had, had een prachtige meditatie met als pareltje deze zin: "Zingend kun je boven jezelf worden uitgetild."
En dat is zo waar!  Geen andere vorm van kunst kan, wat muziek kan: dwars door je ziel snijden.
Zelf heb ik diverse keren mogen ervaren, hoe je zingend boven jezelf uitgetild kan worden. Ik heb diverse keren meegezongen met voor mij tot dan toe onbekende muziekstukken. In het begin ben je alleen maar aan het ploeteren op de noten en de tekst, langzamerhand begint het een beetje ergens op te lijken, bij de laatste repetities hoor je nog zoveel haperingen, dat je denkt: "Als dat maar goed gaat."
En dan stijg je bij de uitvoering ineens als koor boven jezelf uit, doordat de dirigent op het juiste moment nog de juiste puntjes op de i weet de zetten. In verreweg de meeste gevallen was de dirigent Wim de Ru. Ik hoop, dat Wim dit zegenrijke werk nog vele jaren mag doen. Hij zal er vele zangers en toehoorders zeer gelukkig mee maken.

zaterdag 23 september 2017

"Dag, collega schaatser!"

Om 7 uur werden we wakker. De tent stond in de schaduw van een appelboom, maar was desondanks kurkdroog. We ruimden deze zo netjes mogelijk op, waarna we op de tafelbank ontbeten met een paar croissantjes en bolletjes. Na het afval afgevoerd te hebben vertrokken we onder een bewolkte hemel vanaf camping "De Gastmolen".
We fietsten bij Lemiers iets anders dan op de heenweg, waardoor we een flinke klim voor onze kiezen kregen met wel een prachtig uitzicht over het heuvelland rondom Vijlen. Tijdens de klim werden we ingehaald door een groepje wielrenners uit Sittard. Eén van hen zei in het voorbijgaan: "Dag, collega schaatser!"
Waar een IJsstrijd-trainingsjack al niet goed voor is!
Zo was ik herkenbaar voor iemand, die traint op de ijsbaan in Geleen.
Via Bocholz, Bocholzerheide en Simpelveld reden we weer naar Heerlen. Onderweg bleek, dat de plaspillen prima werkten. Op het kleine stukje moest ik 2 keer een boom opzoeken. Kennelijk werkte het vandaag extra sterk, omdat ik gisteren vanwege de treindag door het Rijndal de plaspil niet had ingenomen.
In Heerlen kwamen we op het terras van "Beer Kompanie" terecht, waar we naast cappuccino en verse jus d'orange Limburgse vlaai namen.
Daarna fietsten we naar het station van Heerlen, waar we nog net de trein konden halen. Ada zou de fietskaartjes kopen, maar de automaat kon ze door de verbouwing niet vinden. Bij de conducteur konden we een kaartje kopen, maar dat kostte € 50,- extra. Gelukkig was hij coulant. Op Schiphol moesten we overstappen. Daar zouden we een kaartje kopen.
Even voorbij Weert kwam hij naar ons toe. In Eindhoven was 8 minuten tijd, daar een andere trein aangekoppeld zou worden. Ik rende de trappen af naar de pinautomaat, waar ik voor € 12,20 een tweetal fietskaartjes kocht en sprintte de trap weer op.
Zo had ik in de Lichtstad een primeur: voor het eerst in mijn leven verdiende ik € 100,- met een sprint!
Voor de rest verliep de thuisreis probleemloos. Ada las "Korte verhalen", ik schreef in het dagboek.
Op Schiphol konden we gelijk overstappen op de stoptrein naar Leiden, waar we om 4 uur weer thuis waren na een fietsvakantie van 1126 kilometer.

Paddenstoelenloop


Het weer is totaal anders dan een jaar terug, toen we in september zowaar een hittegolf over ons heen kregen. Het is duidelijk, dat september uit een heel ander vaatje tapt. De regenmeters draaiden dan ook overuren, terwijl de temperatuur vanaf half juli gemiddeld behoorlijk onder de normale temperatuur voor de tijd van het jaar ligt. Zo ook vannacht, toen we de koudste nacht sinds 11 mei beleefden.
Doordat de zachte wind in de oosthoek zat, werd het heel aangenaam weer. Het was eindelijk nazomer.
Na 's ochtends bij "De Helianth" boodschappen gedaan te hebben inclusief de wekelijkse portie zoutarm brood, fietste ik via de volkstuin, waar Ada aan het werk was, naar het station van Voorschoten, vanwaar ik met Hans Boers een rondje door "De Horsten" ging lopen. Hoewel de haddmaximumtemperatuur onder de 20 graden lag, voelde het in het zonnetje warmer in dit Indian summer-weer.
Via de Velostrada liepen we naar de achteringang van "De Horsten", waar we meteen linksaf sloegen om over een smal bospaadje met veel boomwortels een lichte vorm van hindernisbaan hadden. Aan het eind van het pad, na een viertal smalle houten bruggetjes, sloegen we rechtsaf richting spoorbaan. We liepen voorts het vertrouwde rondje van de vorige keer, tot het moment, dat we een tweetal fotografen met telelenzen langs de kant van het pad zagen zitten.
"Daar is wat te zien", dachten we en we stopten even met lopen om te kijken, wat er was. Heel veel kleine witte paddenstoelen. Minimaal honderd op een vierkante meter.
We liepen via de ventweg van de Papelaan terug naar het station. Aan het kroos dat aan het gras aan de slootkant was blijven plakken, kon je zien, dat het water in de sloot 2 weken geleden anderhalve decimeter hoger stond. Onderweg hadden we het over popmuziek. Deze groepen kwamen ter sprake.


Bij de auto van Hans aangekomen luisterden we naar dit nummer van de door mijn trainingsmaat herontdekte Johnny Cash. We waren na de Paddenstoelenloop terug bij het vertrekpunt. De cirkel was weer rond.

vrijdag 22 september 2017

Rijndal

Om 6 uur werd ik wakker. Om niet in slaap te vallen, las ik "Verhalen uit de Tour de France" uit.
Ada werd ook vroeg wakker en we besloten de natte tent op te breken en op het station te ontbijten. Om kwart over 7 verlieten we camping "Kirchzarten" en om 7.24 hadden we de trein naar Freiburg, waar we over moesten stappen. Er waren al een stuk of 6 fietsen in de bagageruimte.
Op weg naar Offenburg ontbeten we, terwijl we keken naar hoe het Zwarte Woud langzamerhand steeds lager werd. De bagageruimte werd steeds voller, want er kwamen nog een paar fietsers bij. De Nederlandse scouts kregen de opdracht om hun bagage weg te halen. In Offenburg moesten we met vertraging overstappen. In Duitsland betekent dat een fiets met bepakking via de trappen omhoog en omlaag zeulen.

De trein naar Karlsruhe kwam aangereden. We kwamen in een bagageruimte met een stuk of 8 wandelwagens, maar ook met zittende mensen, die niet van plan waren om op te staan. Zodoende bleven we midden in het gangpad staan bij onze fietsen. Nieuwe fietsers, die een station verder instapten, maakten ook opmerkingen over de zittenblijvers. Op een gegeven moment werd er een klapstoel vrijgemaakt. Om beurten zouden we gaan zitten.
Een ontwapenend jochie van een jaar of 3 maakte contact met me en het ijs was gebroken. Toen Ada en ik van plaats wisselden, liet ik Niklaus zelfs op Ada's fiets zitten.
Met 5 minuten vertraging kwamen we in Karlsruhe aan. Desondanks haalden we de trein naar Mainz. waar de scouts uit Nederland hun bagage weer massaal in de bagageruimte dumpten. Fietsers op een tussenstation konden er zodoende niet in! Onderweg liep de trein een minuut of 10 vertraging, terwijl wij aardig wat dingen herkenden van de fietstocht langs der Rhein van 4 jaar geleden zoals de Rheinterrassen.
In Mainz hadden we onwijs veel geluk. De trein naar Köln stond er nog. Een jonge machinist hing uit het raam en zei, dat iedereen nog rustig in kon stappen. Hij zou niet eerder vertrekken. Dat instappen ging nog, maar ook hier werden de zitplaatsen in de fietsruimte bezet door een Pools gezin met 5 kinderen. Wij moesten daardoor alle bagage van onze fietsen halen en de fietsen tegen 2 beladen fietsen aan zetten. De reis naar Köln Hauptbahnhof duurde 3 uur.
Ik las "De vrouw met de blauwe mantel" van Deon Meyer, waaraan ik vanmorgen begonnen was, uit. Onderwijl keek ik regelmatig naar buiten tijdens de rit langs de Romantische Rhein vanaf Bingen met de Loreley als bekendste fenomeen.
Na Koblenz, waar we een paar keer gekampeerd hadden, en Remagen met zijn steile afdaling naar de Rijn, gingen we na Bonn de fietsen opladen, daar Köln Hbf niet het laatste station was. Na nog een keer de beladen fietsen de trap af en op gezeuld te hebben, zat de krachttraining er voor vandaag op. Wel moesten we nog een sprintje trekken, daar de fietsruimte helemaal voorin de trein naar Aachen was en wij te horen hadden gekregen, dat deze achteraan te vinden was.
Maar ook deze horde werd genomen, zodat we langs de noordrand van de Eifel  reden met o.a. stops in Düren en tot onze grote vreugde Rothe Erde. Hier was het begin van de Vennbahn Radweg, waar we ruim 2 weken geleden aan begonnen. De cirkel was rond.
In Aken stapten we uit en reden langs een drukke weg naar Vaals. In deze grensstad zagen we geen winkel, maar wel een Landal Green Park. Hier hadden ze een uitgebreide kampwinkel, waar we boodschappen deden voor het avondeten.
We daalden vanaf de Vaalserberg af naar camping "De Gastmolen", waar we net als aan het begin van de vakantie inschreven voor één nacht.
Het was heerlijk weer. De natte tent lieten we drogen over een picknicktafel voordat we ons aan het opzetten ervan wijdden. We hadden vandaag echt geluk gehad met de reis, zodat we 2 uur eerder op de camping waren dan gepland, Nadat Ada zich koud had gedoucht, deed ik dat met een warme. Waar een muntje van 50 eurocent al niet goed voor is.
Met 11,5 kilometer was dit de kortste afstand, die we gefietst hadden deze vakantie, maar we hadden wel de langste afstand afgelegd.
Ada kookte de macaroni met groentemix en tomaten. Een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Toen we aan het toetje toe waren, reed een ijswagen camping "De Gastmolen" op. "Pauls" verkocht zelfgemaakt schepijs. Met een beker met vanille- en frambozen- of aardbeienijs met flink wat vers rood fruit was dit de perfecte afsluiting van het avondeten bij de tent op de voorlaatste dag van de vakantie. We genoten van de zomeravond op "ons grasveld" met een droge witte huiswijn en een Vaalser blond. Dat hadden we wel verdiend na een toch wel vermoeiende treinreis.

donderdag 21 september 2017

Wie van de drie?

Daar sta je dan als hardloper in de Leidse regio. Zo heb je niets, zo heb je ineens keuzestress: "Wer die Wahl hat, hat die Qual". Op zondag is 8 oktober is er een ruime keuze voorhanden.

Als eerste is er de GlibberTreel, die om 11 uur 's ochtends vanaf de Burcht in Leiden vertrekt voor een afstand van 6,5 kilometer. Deze voert dwars door en langs unieke plekjes in het oude centrum van onze fraaie Sleutelstad.
Nummer 2 op de lijst is de 15 van Wassenaar. Deze voert door de dorpskern, de landgoederenroute en de villawijken. De start is om half 3 's middags op de dr. Mansveltkade.  U merkt het: in Wassenaar houden ze van uitslapen.
De derde duurloop is Lopen tegen kanker in Warmond en omgeving. De start is bij sporthal "De Geest". Je moet er vroeg voor uit de veren, want het startschot klinkt om 10 uur 's ochtends. En dan heeft u nog de keuze uit de 5 en de 10 kilometer ook.


Het lijkt wel een aflevering uit het klassieke televisiespelletje "Wie van de drie?"
Mijn keuze valt vooralsnog op Lopen tegen kanker. Deze heb ik vorig jaar gelopen, doordat trainingsmaat Fer Vergeer me er bij het schaatsen in de Leidse IJshal op attent maakte.
Maar dat is geen doorslaggevende reden. Deze loop doe ik ter nagedachtenis aan mijn oudste broer Kees, die op 2 april overleden is nadat een kankergezwel zijn lichaam gesloopt had. Ik hoop, dat de organisatie van Lopen tegen kanker veel geld bij elkaar weet te krijgen voor het goede doel.

De terugkeer van Spuit Elf

Gisteren is begonnen met het leggen van de ijsvloer in de Leidse IJshal aan de Vondellaan.
Vandaag zou ik acte de présence geven. Om kwart over 1 fietste ik naar de IJshal en ik was bij terugkeer aangenaam verrast over hoe het ijs er al bij lag.
Doordat met de Zamboni telkens een laagje water op het 3 millimeter dikke ijs werd aangebracht, hoefden Wim Noteboom en ik alleen maar in de hoeken te spuiten, waar de dweilmachine niet bij kon komen. Dat schiet lekker op. We konden zodoende vanmiddag in 4 laagjes water aanbrengen.
Na de theepauze was wel duidelijk, dat de combinatie van drinken, plaspillen en de kou in de IJshal het toiletbezoek danig verhoogt. Deze ervaring zal ik in het schaatsseizoen zeker gebruiken bij het moment van de inname van deze medicijnen. Anders moet ik bij het schaatsen telkens van het ijs af.
Het is al tot daar aan toe, dat anderen het heen en weer krijgen van Spuit Elf, pardon, van mij....