zondag 29 mei 2011
Schuurfeest
In café, pardon, estaminet "Schommelen" in Leiden speelde vanmiddag de "Doggy Dike". Samen met Ada was ik er naar toe gefietst om onder het genot van een Steenbrugge te luisteren naar de Ierse folkmuziek van deze regionale band.
En geheel in de Ierse traditie kun je dan in een pub aanschuiven met een muziekinstrument en meespelen. Met twee geleende lepels voldeed ik aan dit verwachtingspatroon, zowel tijdens de sessie in het café als die op het terras.
Vanochtend kon ik trouwens constateren, dat de Mercurialis zalf uitstekend werk verricht had in het drastisch verkleinen van de beginnende derde bal. Deze was in een paar dagen tijd ingekrompen tot de grootte van een erwt.
Voor de poëten onder ons: de erwt van Bert!
Nu weten jullie meteen, hoe Hans Christiaan Andersen aan zijn inspiratie voor dit wereldberoemde sprookje is gekomen.
Het fietsen naar en van mijn geboortehuis had trouwens geen nadelige gevolgen voor mijn zitvlak gehad. Het waaide gisterenavond nog behoorlijk, toen wij om half 8 's avonds naar Nieuw-Vennep trapten. De regenbui was overgetrokken en met de wind in de rug koersten we vrij snel op de Haarlemmermeer af, waar we een schuurfeest hadden ter gelegenheid van de 50e verjaardag van mijn schoonzus Trudy.
Trudy is met haar 50 jaar de jongste van de familie Breed. Ze komt al jaren bij ons over de vloer, zoals blijkt uit deze archieffoto van 15 april 1977.
Op die dag werd het 40-jarig huwelijksjubileum van mijn ouders gevierd. De zus van Trudy kwam ook langs op de receptie en daar men het onbegrijpelijk vond, dat een Adonis als ik nog steeds vrijgezel was, werd Monique uitgenodigd om mij 's avonds op het feest in het gareel te houden.
Laat u niet van de wijs brengen door deze veelbelovende foto's. Het was onbegonnen werk.
De volgende avond ging ik, als een vrije vogel, met mijn vrienden naar het Ontmoetingscentrun in Nieuw-Vennep, waar de Hobo String Band optrad.
In die jaren heb ik menig schuurfeest bezocht. Vooral de feesten van het jongerenkoor Octopus, waar ik poogde om de baspartij te zingen, waren geliefd.
In een schuur op het erf van Henk en Jenny Baars, de vader en moeder van tweevoudig Nederlands kampioen marathonschaatsen Peter Baars, zorgde John van Zanten voor prima swingmuziek, zoals deze van Status Quo.
Na mijn verhuizing naar Leiden kwamen er niet zo veel uitnodigingen voor schuurfeesten meer. Er was echter één uitzondering. Toen Jaap de Gorter van de Nieuwe Rijn naar de Rijn en Schiekade verhuisde, kreeg ik een uitnodiging voor een schuurfeest in zijn nieuwe woning, die ik niet helemaal begreep. Er zat zelfs een stuk schuurpapier bijgevoegd. Helaas: de datum en de tijd ontbraken bij deze uitnodiging....
Nee, dan was de uitnodiging van Trudy een stuk duidelijker. Om kwart voor 9 waren we in de schuur bij mijn ouderlijk huis, waar de spullen voor de Winterbiatlon staan opgeslagen. Het was gezellig druk. Buiten de families De Waard en Breed waren er ook een hoop vrienden van Sarah.
Ik raakte aan de praat met een groepje wielervrienden uit de Haarlemmermeer, waarmee ik op 4 september mee ga fietsen in het kader van "Ride for the roses". In het speciaal voor deze gelegenheid ontworpen wielershirt heb ik 2 weken geleden de marathon van Leiden gelopen.
Uiteraard waren er ook wat liederen en sketches. Een van de sketches sloot aan op de reischeque, die Paul en Trudy aangeboden hebben gekregen van hun 3 kinderen. Hiermee kunnen ze gedeeltelijk hun vakantie naar Griekenland betalen. Als Nederlanders zijn we sowieso veel geld kwijt om het Griekse begrotingstekort te helpen dichten, dus dan is een vakantie naar de Griekse eilanden niet de slechtste optie.
Gekleed in traditionele Griekse kledij dansten twee vrienden van Paul en Trudy de sirtaki op muziek van Trio Hellenique.
Natuurlijk kon ik niet nalaten om mee te dansen. Ik had er dan ook wekenlang op geoefend.
Nu was Trudy een maand voor haar 50e verjaardag oma geworden. We konden Richard en Linda dus feliciteren met de geboorte van hun dochter Naomi op 15 april.
En toen had dit jonge ouderpaar een verrassing in petto voor mij. In het Spaarne ziekenhuis vroeg de verloskundige aan Richard: "Kom jij uit Nieuw-Vennep?"
Mijn neef bevestigde dat en kreeg de vraag: "Ben jij familie van Beer Breed, die in Heemstede op de HAVO heeft gezeten?"
Na enig doorvragen kwamen ze tot de conclusie, dat oom Bert inderdaad de klasgenoot van Gerda moest zijn, van wie ik de hartelijke groeten kreeg. Nu had ik in de HAVO echter twee Gerda's in de klas: Gerda van Zijl en Gerda Zwager. Uit de rest van het verhaal kon ik deduceren, dat het Gerda van Zijl uit Haarlem betrof. Wat is de wereld toch klein....
De bijnaam "Beer" had ik trouwens te danken aan Willem van Trigt, de docent Nederlands in 4 HAVO. Ik was koud een paar dagen op de HAVO-top van "De la Salle" aanwezig, of hij las mijn voornaam, tot hilariteit van 4C, verkeerd voor. Binnen een paar dagen had ik, na "Kikker" in Nieuw-Vennep, mijn tweede bijnaam te pakken.
Om half 1 vertrok Beer Breed naar Leiden, waarbij hij Ada zo veel mogelijk uit de wind hield. Om 2 uur zat de fietstocht vanaf het schuurfeest erop.
zaterdag 28 mei 2011
Joris Raven
Eergisteren kreeg ik een mailtje van Joris Raven. Hij was op zoek naar de handtekening van twee leden van de vereniging "De Friesche Elf Steden", zodat hij lotend lid zou kunnen worden. Uiteraard was ik hier toe bereid. Ik heb een aantal keren met Joris op natuurijs geschaatst en met het zetten van je handtekening verklaar je, dat je het potentiële lid in staat acht om de Elfstedentocht te volbrengen.
Joris Raven is een goede schaatser, die de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee twee keer volbracht heeft, dus voor die proeve van bekwaamheid is hij met vlag en wimpel geslaagd.
Na vanochtend in de bibliotheek van Rijnsburg gewerkt te hebben, ben ik vanmiddag eerst even wezen hardlopen. Een rondje Stevenshof van 7 km onder een bewolkte hemel met een harde wind. In ieder geval ging het een stuk lekkerder dan vorige week zondag. Dinsdag ben ik in ieder geval voldoende hersteld om weer gewoon aan de droogtraining van de IJVL mee te doen.
Na me gedoucht te hebben, kopieerde ik mijn lidmaatschapskaart van de Elfstedenvereniging, want dat bewijs moet bij het inschrijven van nieuwe leden op het vel met de handtekeningen geplakt worden.
Terwijl Joris en ik over onze tochten op natuurijs praatten, ging het mobieltje van Joris. Jaap de Gorter belde. Mijn Elfstedenmaatje levert Joris de tweede benodigde handtekening. Het gaat dus helemaal goed komen met de inschrijving van IJVL-lid Joris Raven.
Joris Raven is een goede schaatser, die de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee twee keer volbracht heeft, dus voor die proeve van bekwaamheid is hij met vlag en wimpel geslaagd.
Na vanochtend in de bibliotheek van Rijnsburg gewerkt te hebben, ben ik vanmiddag eerst even wezen hardlopen. Een rondje Stevenshof van 7 km onder een bewolkte hemel met een harde wind. In ieder geval ging het een stuk lekkerder dan vorige week zondag. Dinsdag ben ik in ieder geval voldoende hersteld om weer gewoon aan de droogtraining van de IJVL mee te doen.
Na me gedoucht te hebben, kopieerde ik mijn lidmaatschapskaart van de Elfstedenvereniging, want dat bewijs moet bij het inschrijven van nieuwe leden op het vel met de handtekeningen geplakt worden.
Terwijl Joris en ik over onze tochten op natuurijs praatten, ging het mobieltje van Joris. Jaap de Gorter belde. Mijn Elfstedenmaatje levert Joris de tweede benodigde handtekening. Het gaat dus helemaal goed komen met de inschrijving van IJVL-lid Joris Raven.
Labels:
Elfstedentocht,
Hardlopen,
Natuurijs,
Schaatsen
donderdag 26 mei 2011
Derde bal
De afgelopen week had ik tijdens het fietsen wat last met het zitten op mijn zadel. Er was een plek, die wat irriteerde. Een paar dagen heb ik er wat calendula-balsem op gesmeerd. Vaak helpt dat door de verzachtende werking op de huid, maar helaas.
Nu ben ik niet zo'n slangenmens, dat ik bij mezelf de onderkant van mijn zitvlees kan zien, dus ik vroeg vanochtend aan Ada, hoe het bultje tussen mijn benen er uit zag.
"Het lijkt wel een beetje op een kleine steenpuist" was het antwoord, dat ik liever niet hoorde. Bij wielrenners noemen ze dit "de derde bal".
Nu ben ik niet zo'n grote vent en heb ik ook geen naam gemaakt als coureur, dus het is maar een klein balletje. We hebben er geen foto's van gemaakt, dus die zullen jullie helaas moeten missen....
Gelukkig is Ada erg praktisch ingesteld en kwam ze aanzetten met een tube Mercurialiszalf. Siebe gebruikte dat ook als ontstekingsremmer, als hij weer eens op het wegdek was gestuiterd.
De komende dagen zal ik mij dus af en toe bescheiden terugtrekken. Want voor je het weet, wordt je verdacht van ongewenste intimiteiten.
Nu ben ik niet zo'n slangenmens, dat ik bij mezelf de onderkant van mijn zitvlees kan zien, dus ik vroeg vanochtend aan Ada, hoe het bultje tussen mijn benen er uit zag.
"Het lijkt wel een beetje op een kleine steenpuist" was het antwoord, dat ik liever niet hoorde. Bij wielrenners noemen ze dit "de derde bal".
Nu ben ik niet zo'n grote vent en heb ik ook geen naam gemaakt als coureur, dus het is maar een klein balletje. We hebben er geen foto's van gemaakt, dus die zullen jullie helaas moeten missen....
Gelukkig is Ada erg praktisch ingesteld en kwam ze aanzetten met een tube Mercurialiszalf. Siebe gebruikte dat ook als ontstekingsremmer, als hij weer eens op het wegdek was gestuiterd.
De komende dagen zal ik mij dus af en toe bescheiden terugtrekken. Want voor je het weet, wordt je verdacht van ongewenste intimiteiten.
Controle
Het was gisteren een van de vele mooie lentedagen van 2011. Op de fiets reed ik de 10 km naar de ijsbaan van Leiderdorp, waar ik voor het eerst sinds september mijn skeelers weer eens onderbond.
De eerste slagen zijn altijd wat onwennig, maar na een paar rondjes ging het rechte stuk al weer redelijk. Jaap de Gorter zou vandaag de skeelertraining geven, maar hij had een verrassing voor ons: Marieke van Hoek, met het skeeleren een van de toppers van Nederland, was de eerste helft van de training gastdocent.
We zouden gaan werken aan de bochtentechniek. "Het begint met controle", zei Marieke optimistisch. Als je nog geen 2 kilometer hebt geskeelerd, is die controle echter af en toe ver te zoeken.
Maar met de zeer heldere aanwijzingen en oefeningen van deze medewerkster van Ooms-Sport in de Leidse IJshal, die vorige week officieel geopend is door Laurine van Riessen, lukte het redelijk, al ben ik wel zo eerlijk om te zeggen, dat de bocht op de schaats makkelijker is.
Nu bezit de skeelerbaan in Leiderdorp een geasfalteerde cirkel, dus we konden daar continu rondjes rijden. Bijzonder zwaar voor je linkerbeen.
Halverwege de skeelertraining nam Jaap de Gorter het stokje weer over van Marieke van Hoek en gingen we meer werken aan het rechte eind. Na de serie bochten ging dat verbazingwekkend makkelijk. Zelfs het terugsturen lukte deze eerste skeelertraining weer. De eerste klap is in ieder geval een daalder waard, ook al heb ik nog niet alles onder controle.
De eerste slagen zijn altijd wat onwennig, maar na een paar rondjes ging het rechte stuk al weer redelijk. Jaap de Gorter zou vandaag de skeelertraining geven, maar hij had een verrassing voor ons: Marieke van Hoek, met het skeeleren een van de toppers van Nederland, was de eerste helft van de training gastdocent.
We zouden gaan werken aan de bochtentechniek. "Het begint met controle", zei Marieke optimistisch. Als je nog geen 2 kilometer hebt geskeelerd, is die controle echter af en toe ver te zoeken.
Maar met de zeer heldere aanwijzingen en oefeningen van deze medewerkster van Ooms-Sport in de Leidse IJshal, die vorige week officieel geopend is door Laurine van Riessen, lukte het redelijk, al ben ik wel zo eerlijk om te zeggen, dat de bocht op de schaats makkelijker is.
Nu bezit de skeelerbaan in Leiderdorp een geasfalteerde cirkel, dus we konden daar continu rondjes rijden. Bijzonder zwaar voor je linkerbeen.
Halverwege de skeelertraining nam Jaap de Gorter het stokje weer over van Marieke van Hoek en gingen we meer werken aan het rechte eind. Na de serie bochten ging dat verbazingwekkend makkelijk. Zelfs het terugsturen lukte deze eerste skeelertraining weer. De eerste klap is in ieder geval een daalder waard, ook al heb ik nog niet alles onder controle.
woensdag 25 mei 2011
Otwegen
Het meervoud van Otweg is Otwegen. Daar was gisterenavond sprake van, daar we gisteren precies dezelfde route als vorige week dinsdagavond fietsten, dus langs de landijsbaan van Otweg. Zondagmiddag had ik een kleine 5 kilometer gelopen en deze was niet geheel bevallen. Kennelijk was ik bij de marathon iets dieper gegaan dan vorig jaar en was ik nog niet voldoende hersteld om voluit mee te doen met de droogtraining.
Een droogtraining op halve kracht of minder heeft niet zo veel zin, dus kun je beter gaan fietsen. Behalve Hen van den Haak had Wil Verbeij op deze zonnige maar winderige avond zin om te gaan wielrennen. Het tempo lag een stuk hoger dan vorige week. De 37 km lange tocht voerde langs en door Hazerswoude-Rijndijk, Alphen aan den Rijn, Boskoop, Benthuizen en Zoeterwoude.
Het begon met windkracht 5 in de rug erg makkelijk, maar op een gegeven moment krijg je de wind tegen. Maar met de 2 meter lange Wil hadden we een uitstekende windbreker in ons midden!
In de kantine van Swift sloten we de trainingsrit gezellig af met degenen, die wel aan de reguliere droogtraining van de IJVL hadden deelgenomen.
Vanochtend kwam er een mailtje binnen van de Zevenheuvelenloop, dat de inschrijving was geopend. Daar deze best georganiseerde loop van Nederland is meestal snel volgeboekt, dus ik heb me maar snel ingeschreven op http://www.zevenheuvelenloop.nl/.
Een droogtraining op halve kracht of minder heeft niet zo veel zin, dus kun je beter gaan fietsen. Behalve Hen van den Haak had Wil Verbeij op deze zonnige maar winderige avond zin om te gaan wielrennen. Het tempo lag een stuk hoger dan vorige week. De 37 km lange tocht voerde langs en door Hazerswoude-Rijndijk, Alphen aan den Rijn, Boskoop, Benthuizen en Zoeterwoude.
Het begon met windkracht 5 in de rug erg makkelijk, maar op een gegeven moment krijg je de wind tegen. Maar met de 2 meter lange Wil hadden we een uitstekende windbreker in ons midden!
In de kantine van Swift sloten we de trainingsrit gezellig af met degenen, die wel aan de reguliere droogtraining van de IJVL hadden deelgenomen.
Vanochtend kwam er een mailtje binnen van de Zevenheuvelenloop, dat de inschrijving was geopend. Daar deze best georganiseerde loop van Nederland is meestal snel volgeboekt, dus ik heb me maar snel ingeschreven op http://www.zevenheuvelenloop.nl/.
zondag 22 mei 2011
Moesson
Bij moesson gaan de gedachten onwillekeurig uit naar India en andere tropische gebieden, die jaarlijks te maken krijgen met een droge en een natte moesson. Nu is er in onze kuststrook ook sprake van een milde moesson. In het voorjaar is het over het algemeen droger dan in de rest van het land, in het najaar is het juist omgekeerd.
De reden daarvoor is vrij simpel. In het voorjaar en de eerste helft van de zomer is de temperatuur boven het land normaal gesproken hoger dan boven de Noordzee. De wolken, die boven land komen, kunnen hierdoor makkelijker hun lading vasthouden.
In het najaar is de zeetemperatuur hoger dan die op het vasteland. De wolken, die veelal verzadigd zijn, kunnen door deze lagere temperaturen hun lading niet meer vasthouden en er valt meer neerslag.
Onder het eerste stukje hardlopen na de marathon van vorige week, eerst naar Ter Wadding en via de rand van de Stevenshofpolder weer naar huis, schoot mij te binnen, dat ik in januari een weerpraatje van Jan Visser had opgeslagen. Hier is het:
"Geen gebrek aan hemelwater in 2010! Uit de jaarcijfers van de neerslagstations van het KNMI, op rij gezet door de Friese klimaatanalist Harm Zijlstra, blijkt dat er gemiddeld over het land 869 mm is gevallen. Uitgaande van de 'oude' en 'nieuwe' normalen is dat duidelijk te nat. Gedurende het tijdvak 1971-2000 viel er gemiddeld in ons land 797 mm, thans (1981-2010) is dat 847 mm. Het afgelopen jaar was vooral in Zuid-Holland zeer nat. De eerste vier plaatsen van de ranglijst worden dan ook 'bezet' door meetpunten uit deze provincie. In Valkenburg bij Katwijk viel 1031, Voorschoten 1050, Zoetermeer 1079 en in Leiden 1109 mm. In Leiden viel maar liefst 269 mm meer dan in een doorsnee kalenderjaar. In Noord-Holland was mijn woonplaats Purmerend uitbijter met 1016 mm.
Niet overal was 2010 te nat. In met name het westen en zuidwesten van de provincie Friesland verliep het afgelopen jaar (op basis van de oude normalen) te droog. In Makkum viel 713 en in Harlingen slechts 707 mm."
Onze omgeving is dus vorig jaar veel te nat geweest. En dat, terwijl er in 2010, net als dit jaar, in de eerste helft van het jaar sprake was van een neerslagtekort.
Dit jaar is het een stuk extremer, nu we het droogste voorjaar sinds 1921 beleven, maar het betekent toch, dat het najaar van 2010 extreem nat was.
Een droog voorjaar, een extreem nat najaar en vervolgens een extreem droog voorjaar: het kan toeval zijn, maar het begint toch wel een beetje op moesson te lijken....
De reden daarvoor is vrij simpel. In het voorjaar en de eerste helft van de zomer is de temperatuur boven het land normaal gesproken hoger dan boven de Noordzee. De wolken, die boven land komen, kunnen hierdoor makkelijker hun lading vasthouden.
In het najaar is de zeetemperatuur hoger dan die op het vasteland. De wolken, die veelal verzadigd zijn, kunnen door deze lagere temperaturen hun lading niet meer vasthouden en er valt meer neerslag.
Onder het eerste stukje hardlopen na de marathon van vorige week, eerst naar Ter Wadding en via de rand van de Stevenshofpolder weer naar huis, schoot mij te binnen, dat ik in januari een weerpraatje van Jan Visser had opgeslagen. Hier is het:
"Geen gebrek aan hemelwater in 2010! Uit de jaarcijfers van de neerslagstations van het KNMI, op rij gezet door de Friese klimaatanalist Harm Zijlstra, blijkt dat er gemiddeld over het land 869 mm is gevallen. Uitgaande van de 'oude' en 'nieuwe' normalen is dat duidelijk te nat. Gedurende het tijdvak 1971-2000 viel er gemiddeld in ons land 797 mm, thans (1981-2010) is dat 847 mm. Het afgelopen jaar was vooral in Zuid-Holland zeer nat. De eerste vier plaatsen van de ranglijst worden dan ook 'bezet' door meetpunten uit deze provincie. In Valkenburg bij Katwijk viel 1031, Voorschoten 1050, Zoetermeer 1079 en in Leiden 1109 mm. In Leiden viel maar liefst 269 mm meer dan in een doorsnee kalenderjaar. In Noord-Holland was mijn woonplaats Purmerend uitbijter met 1016 mm.
Niet overal was 2010 te nat. In met name het westen en zuidwesten van de provincie Friesland verliep het afgelopen jaar (op basis van de oude normalen) te droog. In Makkum viel 713 en in Harlingen slechts 707 mm."
Onze omgeving is dus vorig jaar veel te nat geweest. En dat, terwijl er in 2010, net als dit jaar, in de eerste helft van het jaar sprake was van een neerslagtekort.
Dit jaar is het een stuk extremer, nu we het droogste voorjaar sinds 1921 beleven, maar het betekent toch, dat het najaar van 2010 extreem nat was.
Een droog voorjaar, een extreem nat najaar en vervolgens een extreem droog voorjaar: het kan toeval zijn, maar het begint toch wel een beetje op moesson te lijken....
zaterdag 21 mei 2011
Die Schöpfung en andere scheppingsverhalen
Ondanks het zonnige lenteweer zaten wij het grootste deel van de vrije zaterdagmiddag binnen. Het was de voorlaatste reguliere repetitie in de Lokhorstkerk van "Die Schöpfung". Over 4 weken is de uitvoering onder leiding van Paul Valk in de Hooglandse kerk.
Ook al is toegangsbewijs 235 al verkocht, er zijn nog steeds kaartjes te koop. Ga daarvoor snel naar de site van de Stichting Leidse Koorprojecten.
"Die Schöpfung" van Joseph Haydn is gebaseerd op het alom bekende scheppingsverhaal in de Bijbel. Het is het openingsverhaal van Genesis.
Nu mag dit mooie epos bij velen bekend staan als HET scheppingsverhaal, er zijn er nog meer, zowel oeroude als betrekkelijk nieuwe. Uit mijn eigen boekenkast heb ik voor jullie een keuze gemaakt uit diverse scheppingsverhalen.
De eerste komt uit "Goden mensen monsters uit de Griekse mythologie".
Momenteel staan de Grieken niet zo positief bekend vanwege hun gerommel met de Euro, maar in een grijs verleden stonden ze te boek als de bakermat van de Europese beschaving. Nu is de chaos in die contreien niet helemaal nieuw. Ik citeer: "" In het begin heerste er chaos. Uit deze chaos kwam Moeder Aarde tevoorschijn. Haar zoon Ouranos (Lat.: Uranus) modelleerde de aarde totdat zij de vorm hadm die wij thans kennen, en schiep de bloemen, bomen, dieren en vogels."
Later volgde er een strijd tussen de Titanen en de Nieuwe Goden, zoals Zeus en Hera, die hun thuis hadden op de berg Olympus. Inderdaad, de bakermat van de Olympische Spelen!
In dezelfde serie verscheen "Goden en helden uit de Noordse mythologie".
"In het begin was er Ginnungagap, een grote leegte. Een ruimte, zo reusachtig, dat ze zich in alle richtingen tot in eeuwigheid uitstrekt. Ofschoon die leegte eindeloos en vormloos was, was er toch niet niets. Hoe dat mogelijk is, behoort tot het geheim van de Goden." Er ontspon zich een strijd tussen de Vuurgoden en de IJsgoden!!!
Een belangrijke rol in de Scandinavische mythologie speelt de wereld-es, Ygdrassill.
Momenteel liggen de gebieden, waar nog Keltische talen gesproken worden, in de uithoeken van Europa, maar ooit was het halve continent het leefgebied van de Kelten.
De Kelten hebben een enorm rijke mythologie, maar verrassend genoeg hebben de druïden hun leer over het ontstaan van de wereld in hun graf meegenomen.
De vertellingen over bijvoorbeeld De Dana, lieten de Ierse vertellers vooraf gaan door het Bijbelse scheppingsverhaal.
Ik noem het hier toch, want de Keltische mythologie is te mooi om links te laten liggen.
Tenslotte zijn er ook nog moderne scheppingsverhalen. In "De Celestijnse belofte" van James Redfield, wordt het scheppingsverhaal uit Genesis in het hoofdstuk "De boodschap van de mystici" naadloos gecombineerd met de evolutieleer van Charles Darwin.
Maar het mooiste scheppingsverhaal is te vinden in "De Silmarillion" van J.R.R. Tolkien, de auteur van "In de ban van de Ring". Het eerste hoofdstuk heet "De muziek van de Ainur".
Enkele citaten uit "De Silmarillion":
Er was Eru, de Ene, die in Arda Illuvatar wordt genoemd. Hij schiep eerst de Ainur, de Heiligen, die de vrucht van zijn denken waren; en zij waren bij hem voor er iets anders werd geschapen. Hij sprak met hen en legde hun muziekthema's voor; en zij zongen voor hem en hij was verheugd. Maar lange tijd zongen zij slechts elk afzonderlijk, of met weinigen samen."
Na verloop van tijd zingen zij allen samen een Groots Muziekstuk en schiepen zo, met Melkor die disharmonisch zong, een Nieuwe weeld. Illuvator zei tegen hen: "Aanschouw uw Muziek!"
En zo is de cirkel weer rond. Muziek als oorsprong van "Die Schöpfung"!
En in Genesis, waarop "Die Schöpfung" is gebaseerd, is de slotzin aan het eind van iedere scheppingsdag: "En God zag, dat het goed was...."
Ook al is toegangsbewijs 235 al verkocht, er zijn nog steeds kaartjes te koop. Ga daarvoor snel naar de site van de Stichting Leidse Koorprojecten.
"Die Schöpfung" van Joseph Haydn is gebaseerd op het alom bekende scheppingsverhaal in de Bijbel. Het is het openingsverhaal van Genesis.
Nu mag dit mooie epos bij velen bekend staan als HET scheppingsverhaal, er zijn er nog meer, zowel oeroude als betrekkelijk nieuwe. Uit mijn eigen boekenkast heb ik voor jullie een keuze gemaakt uit diverse scheppingsverhalen.
De eerste komt uit "Goden mensen monsters uit de Griekse mythologie".
Momenteel staan de Grieken niet zo positief bekend vanwege hun gerommel met de Euro, maar in een grijs verleden stonden ze te boek als de bakermat van de Europese beschaving. Nu is de chaos in die contreien niet helemaal nieuw. Ik citeer: "" In het begin heerste er chaos. Uit deze chaos kwam Moeder Aarde tevoorschijn. Haar zoon Ouranos (Lat.: Uranus) modelleerde de aarde totdat zij de vorm hadm die wij thans kennen, en schiep de bloemen, bomen, dieren en vogels."
Later volgde er een strijd tussen de Titanen en de Nieuwe Goden, zoals Zeus en Hera, die hun thuis hadden op de berg Olympus. Inderdaad, de bakermat van de Olympische Spelen!
In dezelfde serie verscheen "Goden en helden uit de Noordse mythologie".
"In het begin was er Ginnungagap, een grote leegte. Een ruimte, zo reusachtig, dat ze zich in alle richtingen tot in eeuwigheid uitstrekt. Ofschoon die leegte eindeloos en vormloos was, was er toch niet niets. Hoe dat mogelijk is, behoort tot het geheim van de Goden." Er ontspon zich een strijd tussen de Vuurgoden en de IJsgoden!!!
Een belangrijke rol in de Scandinavische mythologie speelt de wereld-es, Ygdrassill.
Momenteel liggen de gebieden, waar nog Keltische talen gesproken worden, in de uithoeken van Europa, maar ooit was het halve continent het leefgebied van de Kelten.
De Kelten hebben een enorm rijke mythologie, maar verrassend genoeg hebben de druïden hun leer over het ontstaan van de wereld in hun graf meegenomen.
De vertellingen over bijvoorbeeld De Dana, lieten de Ierse vertellers vooraf gaan door het Bijbelse scheppingsverhaal.
Ik noem het hier toch, want de Keltische mythologie is te mooi om links te laten liggen.
Tenslotte zijn er ook nog moderne scheppingsverhalen. In "De Celestijnse belofte" van James Redfield, wordt het scheppingsverhaal uit Genesis in het hoofdstuk "De boodschap van de mystici" naadloos gecombineerd met de evolutieleer van Charles Darwin.
Maar het mooiste scheppingsverhaal is te vinden in "De Silmarillion" van J.R.R. Tolkien, de auteur van "In de ban van de Ring". Het eerste hoofdstuk heet "De muziek van de Ainur".
Enkele citaten uit "De Silmarillion":
Er was Eru, de Ene, die in Arda Illuvatar wordt genoemd. Hij schiep eerst de Ainur, de Heiligen, die de vrucht van zijn denken waren; en zij waren bij hem voor er iets anders werd geschapen. Hij sprak met hen en legde hun muziekthema's voor; en zij zongen voor hem en hij was verheugd. Maar lange tijd zongen zij slechts elk afzonderlijk, of met weinigen samen."
Na verloop van tijd zingen zij allen samen een Groots Muziekstuk en schiepen zo, met Melkor die disharmonisch zong, een Nieuwe weeld. Illuvator zei tegen hen: "Aanschouw uw Muziek!"
En zo is de cirkel weer rond. Muziek als oorsprong van "Die Schöpfung"!
En in Genesis, waarop "Die Schöpfung" is gebaseerd, is de slotzin aan het eind van iedere scheppingsdag: "En God zag, dat het goed was...."
vrijdag 20 mei 2011
Traplopen
Aan de hand van het aantal dagen, dat je last hebt van het traplopen, kun je zien hoe diep je bent gegaan. Hoe meer dagen het duurt, hoe dieper je bent gegaan. Na de marathon van Leiden, die ik in 3.58.38 voltooide, ondanks een wat mindere vorm in vergelijking met de paar afgelopen jaar, voelde ik tot donderdag mijn bovenbenen als ik naar beneden liep. Klimmen gaat om een of andere manier veel makkelijker dan dalen.
Vier dagen is tot nu toe het maximum bij mij na een flinke inspanning. Meestal is dit na een marathon of 200 kilometer schaatsen.
Maar soms gebeurt dit al na een kortere afstand. Na de 10 km van Alphen in maart had ik ook 4 dagen problemen met traplopen. Niet verbazingwekkend: mijn benen waren nog niet voldoende hersteld van de Alternatieve Elfstedentocht, die ik de week ervoor op Flevonice had geschaatst bij IJsstrijd.
Een enkele keer heb je hier na de marathon helemaal geen last van. Vaak is dit een teken, dat je dan in topvorm bent. Maar dat wist je dan natuurlijk allang, want de man met de hamer kwam dan ook niet opdagen.
woensdag 18 mei 2011
Otweg
Op de eerste dinsdagavond na een marathon ga ik altijd een stuk fietsen. De droogtraining is dan te zwaar voor mijn spieren. Als je me dan trap ziet lopen, weet je wel waarom.
Samen met Jos Drabbels fietste ik naar "De Bult", waar we op de normale tijd verzamelden. Terwijl de rest van de droogtrainingsgroep naar Cronesteyn vertrok voor een gevarieerde training, fietste ik met Hen van den Haak op deze tamelijk frisse avond over de Rijndijk naar Alphen aan den Rijn.
Via een fietspad tussen de weilanden en enkele stille weggetjes, waarbij we een paar groepen skeeleraars tegenkwamen, reden we naar Boskoop. Aardig wat struiken stonden in bloei bij de kwekerijen, dus het was bepaald geen onaangename tocht.
Vlak voor we bij het station van Boskoop kwamen, reden we langs de ijsbaan van IJsclub Otweg. Een voor een schaatsvereniging intrigerende naam, die bij deze bibliothecaris associaties oproept met een tweetal boeken. Allereerst met "Ot en Sien" van Jan Ligthart en Hendricus Scheepstra, met tekeningen van Cornelis Jetses.
En natuurlijk ook met "Otje", een van die onvergetelijke kinderboeken voor alle leeftijden van de deze week 100 jaar geleden geboren Annie M.G. Schmidt.
Via Benthuizen reden we terug naar Zoeterwoude, waar het aanmerkelijk rustiger was dan afgelopen zondag.
Onderweg hadden we het op de fiets uiteraard ook nog even over Dominique Strauss-Kahn, de topman van het IMF, die net als de toplui van het bankwezen denkt, dat hij zich alles kan permitteren.
Via Cronesteyn, dat door de droogtrainingsgroep inmiddels was verlaten, reden we naar de kantine van Swift, waar de kilometerteller aangaf, dat we een kleine 40 km gefietst hadden. Met de rit naar en van mijn werk en van mijn huis naar "De Bult" en terug kwam mijn dagtotaal op 67. Vergeleken met vorig jaar was dat vrij weinig. In de kantine van Swift konden we genoeglijk praten over de milde training.
Samen met Jos Drabbels fietste ik naar "De Bult", waar we op de normale tijd verzamelden. Terwijl de rest van de droogtrainingsgroep naar Cronesteyn vertrok voor een gevarieerde training, fietste ik met Hen van den Haak op deze tamelijk frisse avond over de Rijndijk naar Alphen aan den Rijn.
Via een fietspad tussen de weilanden en enkele stille weggetjes, waarbij we een paar groepen skeeleraars tegenkwamen, reden we naar Boskoop. Aardig wat struiken stonden in bloei bij de kwekerijen, dus het was bepaald geen onaangename tocht.
Vlak voor we bij het station van Boskoop kwamen, reden we langs de ijsbaan van IJsclub Otweg. Een voor een schaatsvereniging intrigerende naam, die bij deze bibliothecaris associaties oproept met een tweetal boeken. Allereerst met "Ot en Sien" van Jan Ligthart en Hendricus Scheepstra, met tekeningen van Cornelis Jetses.
En natuurlijk ook met "Otje", een van die onvergetelijke kinderboeken voor alle leeftijden van de deze week 100 jaar geleden geboren Annie M.G. Schmidt.
Via Benthuizen reden we terug naar Zoeterwoude, waar het aanmerkelijk rustiger was dan afgelopen zondag.
Onderweg hadden we het op de fiets uiteraard ook nog even over Dominique Strauss-Kahn, de topman van het IMF, die net als de toplui van het bankwezen denkt, dat hij zich alles kan permitteren.
Via Cronesteyn, dat door de droogtrainingsgroep inmiddels was verlaten, reden we naar de kantine van Swift, waar de kilometerteller aangaf, dat we een kleine 40 km gefietst hadden. Met de rit naar en van mijn werk en van mijn huis naar "De Bult" en terug kwam mijn dagtotaal op 67. Vergeleken met vorig jaar was dat vrij weinig. In de kantine van Swift konden we genoeglijk praten over de milde training.
zondag 15 mei 2011
Schubert Breedhovens 9e
Halverwege de jaren '70 heb ik een schooljaar doorgebracht in de eerste klas van de Pedagogische Academie. In die tijd bestond Inholland nog niet en kon je nog gewoon het dringende advies krijgen om maar met de studie te stoppen, omdat het toch niks zou worden.
Dat advies heb ik in juni 1975 opgevolgd, net voor ik aan mijn kaken werd geopereerd.
Veel mensen zullen dit "Een verloren jaar" noemen, maar zo denk ik er absoluut niet over. Een jaar Pedagogische Academie is sowieso zeer vormend. Je komt met allerlei vakken in aanraking, die je op de gewone middelbare school niet krijgt. Ook de creativiteit krijgt alle ruimte. In die jaren was macramé erg hip....
Daarnaast kreeg je op Pedagogische Academie "De la Salle" erg veel muziek. Een van de muziekdocenten was Cees Thissen. Op 19-jarige leeftijd leerde hij me blokfluiten aan, het begin van een glanzende muzikale carrière.
Halverwege het jaar moesten we een compositie van minimaal 8 maten schrijven. Bescheiden als ik ben, ondertekende ik het met Schubert Breedhoven.
Nu was dit trouwens niet geheel een eigen vondst. Mijn vriend Bas zat op "De la Salle" een jaar boven mij, en hij ondertekende zijn composities steevast met Bach Warnink.
Maar goed, vandaag ging het niet over compositieleer, maar wel over tempo en cadans. De marathon van Leiden stond op het programma. Mijn 9e alweer!
Om 6 uur was ik al wakker en dan ga je liggen hanewaken. Ada sliep rustig door. Om half 8 verlieten we de echtelijke sponde, terwijl het buiten een beetje spetterde.
De sportkleding werd aangetrokken, de tepels en de schuurplekken in het kruis werden met vaseline ingesmeerd. Uiteindelijk zou ik bij de marathon toch twee bloedende tepels oplopen.
Beneden gingen gingen we samen ontbijten. Om een uur of 9 fietste ik over een gedeelte van het parcours naar het huis van Carl Flaman, mijn speciale verzorgingspost voor de tweede ronde. Kobus Turk kwam net vanaf Zoeterwoude aangefietst. Met Kobus reed ik naar het centrum van Leiden, waar ik richting Jaap de Gorter reed.
Om 5 over 10 wandelden we naar de Breestraat, waar we in het startvak veel verder naar achteren stonden, dan we gedacht hadden. Het startschot of een soortgelijk sein om te vertrekken hadden we niet gehoord. Vooraan kennelijk wel, want op een gegeven moment kwam er ruimte voor ons. Daar we toch die kant op moesten, zijn we ook maar gaan lopen.
Het begin van de marathon gebruik ik altijd om in te lopen. Alle energie, die je hiermee uit kunt sparen, kun je op de laatste kilometers prima gebruiken. Jaap liep de halve marathon, dus 100 meter voorbij de start liep hij al van mij weg. Op de Breestraat werd ik al aangemoedigd door mijn oudste zus An.
Daar we behoorlijk ver naar achteren gestart waren, kon de inhaalrace gaan beginnen. Op de Lammenschansweg was er genoeg ruimte om in te halen, op de Vrouwenweg was dat al wat minder. Toch achterhaalde ik hier de pacers van 4.10, zodat ik op schema lag voor een tijd rond de 4 uur.
In Zoeterwoude zag ik twee trainingsmaten tussen het publiek: Boy van Dijk en Sjaak Stuijt, terwijl bij eerste drinkpost Bas Koster de derde was. Aan het eind van de eerste ronde kon ik het kwartet pas volmaken, toen ik Mart Moraal mij aan hoorde moedigen. Vanaf Zoeterwoude liep het parcours over een vrij smal weggetje. Ik zat net achter de pacers van 2 uur, dus inhalen was hier uitgesloten.
Een Hagenees dacht hier anders over. Hij riep: "Opzij!", maar er was geen plek om dat te kunnen doen. Dus haalde de haastige Hagenaar met blote benen door de brandnetels langs ons.
Nu moet je voor het lopen van de marathon een beetje masochistisch zijn, maar je kunt het ook overdrijven....
Bij de Vlietlanden kwam ik voor de pacers van 4 uur te lopen, dus het ging vooralsnog prima. Vlak voor de ijsbaan van Voorschoten stond Ada klaar met een paar krentenbollen en een flesje energiedrank. Het eerste kwart zat er bijna op. Langs de Korte Vliet en de rand van de Stevenshof hadden we de wind tegen, maar in een grote groep kun je regelmatig wat beschutting zoeken. Het was met wisselende bewolking en 15 graden trouwens erg lekker weer om hard te lopen.
In het Morskwartier begon ik mijn rechterkuit een beetje te voelen. Ietsje temporiseren en ontspannen lopen en gewoon door gaan. Een paar kilometer verder kwam je in de meest swingende straat: de Jacob Catslaan. Hier is de doorkomst van de marathon een heus volksfeest.
De eerste ronde ging in een brutotijd van 2.00.42. Ik schatte, dat ik op een nettotijd van 1.56 zat. Onder toeziend oog van speaker Teun de Reede kon ik gaan beginnen aan de tweede ronde. Het was ineens veel stiller, nu de grote groep van de halve marathon gefinisht was.
Enkelingen en kleine groepjes liepen over de parallelbaan van de Lammenschansweg. Bij het begin van de Vrouwenweg kreeg een vrouw, met wie ik opliep, te horen: "Je bent de 10e vrouw!" Dat hield tevens in, dat mijn klassering ook niet zo slecht kon zijn. Maar ik leverde al snel een paar minuten in. Eerst door een praatje te maken met Carl Flaman, terwijl ik het blikje cafeïnedrank leegdronk, een kilometer verder voor mijn enige plaspauze.
Inmiddels was de groep, die met de pacers van 4 uur meeliep, behoorlijk op mij ingelopen.
Na het feestgedruis bij de muziekband op het "brandnetelweggetje" gepasseerd te hebben, zaten de roze ballonnen nog maar 100 meter achter me. Bij de Vlietlanden werd ik ingerekend.
Met deze groep liep ik verder. Eigenlijk liepen ze net iets te hard voor me, maar in de luwte lopen van een groep kost minder kracht dan in je eentje tegen de wind in lopen. Desondanks kwam Ada, zoals wel vaker in mijn leven, als geroepen. Ik dronk het flesje energiedrank leeg en lag een meter of 25 achter de groep met de pacers. Zo'n gat loop je in je eentje niet meer dicht.
Het gaatje werd allengs wat groter, maar daardoor liep ik wel weer in mijn eigen tempo en forceerde ik nergens. Bij de rand van de Stevenshof haalde ik een stuk of 4 mensen uit deze groep in, die zich wel geforceerd hadden. Ada was weer eens "a blessing in disguise" geweest.
Nu moet je als sporter altijd zorgen voor een evenwichtige trainingsopbouw. Had ik de eerste ronde een beetje last van mijn rechterkuit, nu was mijn linkerkuit aan de beurt. Maar de compressiekousen deden hun werk goed. Even iets temporiseren en ontspannen lopen en het herstelt zich vrij snel.
Met nog 3 kilometer te gaan kon ik weer mensen inhalen en volgens de tussentijd bij de Jacob Catslaan zat ik nog steeds op het schema van een tijd onder de 4 uur. Het parcours ging langs de IJshal. En dan weet je, waarvoor je het allemaal doet. Vooral als je onderweg een kind langs de weg hoort zeggen: "Daar gaat mijn schaatstrainer!"
Een stukje verderop zat mijn collega Joke Prins.
Na de tunnel onder het spoor door konden we aan de laatste kilometer beginnen, allereerst langs het feestgewoel bij café "De Bijlen". Bij de finishstraat zag ik eerst Jaap de Gorter en Juul Mentink en een stukje verderop Ada en Annie. Met nog 250 meter te gaan hoorde ik, dat de groep met de pacers de marathon in een brutotijd van 4.02 gelopen had. Ik had nog de kracht om er iets, wat voor een eindsprint door moest gaan, uit te persen.
Onder elektronisch versterkte aanmoedigingen van Teun de Reede ging ik in 4.04.21 over de eindstreep.
Thuis gekomen bleek dit goed te zijn voor een nettotijd onder de 4 uur: 3.58.38. Waarmee ik met mijn 211e plaats van de 324 gefinishte marathonlopers uiteindelijk de pacers, die ik achter de eindstreep gesproken had, voorgebleven was. Zij hadden een netto eindtijd van 3.59.11. Jaap had trouwens een goede nettotijd met 1.45.24. Voor de start had hij gezegd: "Ik zou wel weer eens een tijd van 1.45 willen lopen." Waarvan akte.
Met Ada, Annie, Jaap en Juul kletste ik bij, voor Ada mijn zus naar het station ging brengen. En ja, schaatsers zijn dol op ijs, dus met een Italiaans ijsje in de hand wandelden we naar de Pieterskerk, waar ik het traditionele t-shirt kocht.
Maar het mooiste van de dag moest nog komen. Terwijl op t.v. de Chinezen Wang en Zhang met enorme balbeheersing de finale van het wereldkampioenschap tafeltennis speelden, kreeg deze Ajax-fan in het huis van Feyenoord-fan Jaap de Gorter live op de radio te horen, hoe Ajax voor de 30e keer landskampioen werd.
Beethoven wist het een kleine 2 eeuwen geleden muzikaal goed te verwoorden in het slotstuk van zijn 9e: "Ode an die Freude"!
Dat advies heb ik in juni 1975 opgevolgd, net voor ik aan mijn kaken werd geopereerd.
Veel mensen zullen dit "Een verloren jaar" noemen, maar zo denk ik er absoluut niet over. Een jaar Pedagogische Academie is sowieso zeer vormend. Je komt met allerlei vakken in aanraking, die je op de gewone middelbare school niet krijgt. Ook de creativiteit krijgt alle ruimte. In die jaren was macramé erg hip....
Daarnaast kreeg je op Pedagogische Academie "De la Salle" erg veel muziek. Een van de muziekdocenten was Cees Thissen. Op 19-jarige leeftijd leerde hij me blokfluiten aan, het begin van een glanzende muzikale carrière.
Halverwege het jaar moesten we een compositie van minimaal 8 maten schrijven. Bescheiden als ik ben, ondertekende ik het met Schubert Breedhoven.
Nu was dit trouwens niet geheel een eigen vondst. Mijn vriend Bas zat op "De la Salle" een jaar boven mij, en hij ondertekende zijn composities steevast met Bach Warnink.
Maar goed, vandaag ging het niet over compositieleer, maar wel over tempo en cadans. De marathon van Leiden stond op het programma. Mijn 9e alweer!
Om 6 uur was ik al wakker en dan ga je liggen hanewaken. Ada sliep rustig door. Om half 8 verlieten we de echtelijke sponde, terwijl het buiten een beetje spetterde.
De sportkleding werd aangetrokken, de tepels en de schuurplekken in het kruis werden met vaseline ingesmeerd. Uiteindelijk zou ik bij de marathon toch twee bloedende tepels oplopen.
Beneden gingen gingen we samen ontbijten. Om een uur of 9 fietste ik over een gedeelte van het parcours naar het huis van Carl Flaman, mijn speciale verzorgingspost voor de tweede ronde. Kobus Turk kwam net vanaf Zoeterwoude aangefietst. Met Kobus reed ik naar het centrum van Leiden, waar ik richting Jaap de Gorter reed.
Om 5 over 10 wandelden we naar de Breestraat, waar we in het startvak veel verder naar achteren stonden, dan we gedacht hadden. Het startschot of een soortgelijk sein om te vertrekken hadden we niet gehoord. Vooraan kennelijk wel, want op een gegeven moment kwam er ruimte voor ons. Daar we toch die kant op moesten, zijn we ook maar gaan lopen.
Het begin van de marathon gebruik ik altijd om in te lopen. Alle energie, die je hiermee uit kunt sparen, kun je op de laatste kilometers prima gebruiken. Jaap liep de halve marathon, dus 100 meter voorbij de start liep hij al van mij weg. Op de Breestraat werd ik al aangemoedigd door mijn oudste zus An.
Daar we behoorlijk ver naar achteren gestart waren, kon de inhaalrace gaan beginnen. Op de Lammenschansweg was er genoeg ruimte om in te halen, op de Vrouwenweg was dat al wat minder. Toch achterhaalde ik hier de pacers van 4.10, zodat ik op schema lag voor een tijd rond de 4 uur.
In Zoeterwoude zag ik twee trainingsmaten tussen het publiek: Boy van Dijk en Sjaak Stuijt, terwijl bij eerste drinkpost Bas Koster de derde was. Aan het eind van de eerste ronde kon ik het kwartet pas volmaken, toen ik Mart Moraal mij aan hoorde moedigen. Vanaf Zoeterwoude liep het parcours over een vrij smal weggetje. Ik zat net achter de pacers van 2 uur, dus inhalen was hier uitgesloten.
Een Hagenees dacht hier anders over. Hij riep: "Opzij!", maar er was geen plek om dat te kunnen doen. Dus haalde de haastige Hagenaar met blote benen door de brandnetels langs ons.
Nu moet je voor het lopen van de marathon een beetje masochistisch zijn, maar je kunt het ook overdrijven....
Bij de Vlietlanden kwam ik voor de pacers van 4 uur te lopen, dus het ging vooralsnog prima. Vlak voor de ijsbaan van Voorschoten stond Ada klaar met een paar krentenbollen en een flesje energiedrank. Het eerste kwart zat er bijna op. Langs de Korte Vliet en de rand van de Stevenshof hadden we de wind tegen, maar in een grote groep kun je regelmatig wat beschutting zoeken. Het was met wisselende bewolking en 15 graden trouwens erg lekker weer om hard te lopen.
In het Morskwartier begon ik mijn rechterkuit een beetje te voelen. Ietsje temporiseren en ontspannen lopen en gewoon door gaan. Een paar kilometer verder kwam je in de meest swingende straat: de Jacob Catslaan. Hier is de doorkomst van de marathon een heus volksfeest.
De eerste ronde ging in een brutotijd van 2.00.42. Ik schatte, dat ik op een nettotijd van 1.56 zat. Onder toeziend oog van speaker Teun de Reede kon ik gaan beginnen aan de tweede ronde. Het was ineens veel stiller, nu de grote groep van de halve marathon gefinisht was.
Enkelingen en kleine groepjes liepen over de parallelbaan van de Lammenschansweg. Bij het begin van de Vrouwenweg kreeg een vrouw, met wie ik opliep, te horen: "Je bent de 10e vrouw!" Dat hield tevens in, dat mijn klassering ook niet zo slecht kon zijn. Maar ik leverde al snel een paar minuten in. Eerst door een praatje te maken met Carl Flaman, terwijl ik het blikje cafeïnedrank leegdronk, een kilometer verder voor mijn enige plaspauze.
Inmiddels was de groep, die met de pacers van 4 uur meeliep, behoorlijk op mij ingelopen.
Na het feestgedruis bij de muziekband op het "brandnetelweggetje" gepasseerd te hebben, zaten de roze ballonnen nog maar 100 meter achter me. Bij de Vlietlanden werd ik ingerekend.
Met deze groep liep ik verder. Eigenlijk liepen ze net iets te hard voor me, maar in de luwte lopen van een groep kost minder kracht dan in je eentje tegen de wind in lopen. Desondanks kwam Ada, zoals wel vaker in mijn leven, als geroepen. Ik dronk het flesje energiedrank leeg en lag een meter of 25 achter de groep met de pacers. Zo'n gat loop je in je eentje niet meer dicht.
Het gaatje werd allengs wat groter, maar daardoor liep ik wel weer in mijn eigen tempo en forceerde ik nergens. Bij de rand van de Stevenshof haalde ik een stuk of 4 mensen uit deze groep in, die zich wel geforceerd hadden. Ada was weer eens "a blessing in disguise" geweest.
Nu moet je als sporter altijd zorgen voor een evenwichtige trainingsopbouw. Had ik de eerste ronde een beetje last van mijn rechterkuit, nu was mijn linkerkuit aan de beurt. Maar de compressiekousen deden hun werk goed. Even iets temporiseren en ontspannen lopen en het herstelt zich vrij snel.
Met nog 3 kilometer te gaan kon ik weer mensen inhalen en volgens de tussentijd bij de Jacob Catslaan zat ik nog steeds op het schema van een tijd onder de 4 uur. Het parcours ging langs de IJshal. En dan weet je, waarvoor je het allemaal doet. Vooral als je onderweg een kind langs de weg hoort zeggen: "Daar gaat mijn schaatstrainer!"
Een stukje verderop zat mijn collega Joke Prins.
Na de tunnel onder het spoor door konden we aan de laatste kilometer beginnen, allereerst langs het feestgewoel bij café "De Bijlen". Bij de finishstraat zag ik eerst Jaap de Gorter en Juul Mentink en een stukje verderop Ada en Annie. Met nog 250 meter te gaan hoorde ik, dat de groep met de pacers de marathon in een brutotijd van 4.02 gelopen had. Ik had nog de kracht om er iets, wat voor een eindsprint door moest gaan, uit te persen.
Onder elektronisch versterkte aanmoedigingen van Teun de Reede ging ik in 4.04.21 over de eindstreep.
Thuis gekomen bleek dit goed te zijn voor een nettotijd onder de 4 uur: 3.58.38. Waarmee ik met mijn 211e plaats van de 324 gefinishte marathonlopers uiteindelijk de pacers, die ik achter de eindstreep gesproken had, voorgebleven was. Zij hadden een netto eindtijd van 3.59.11. Jaap had trouwens een goede nettotijd met 1.45.24. Voor de start had hij gezegd: "Ik zou wel weer eens een tijd van 1.45 willen lopen." Waarvan akte.
Met Ada, Annie, Jaap en Juul kletste ik bij, voor Ada mijn zus naar het station ging brengen. En ja, schaatsers zijn dol op ijs, dus met een Italiaans ijsje in de hand wandelden we naar de Pieterskerk, waar ik het traditionele t-shirt kocht.
Maar het mooiste van de dag moest nog komen. Terwijl op t.v. de Chinezen Wang en Zhang met enorme balbeheersing de finale van het wereldkampioenschap tafeltennis speelden, kreeg deze Ajax-fan in het huis van Feyenoord-fan Jaap de Gorter live op de radio te horen, hoe Ajax voor de 30e keer landskampioen werd.
Beethoven wist het een kleine 2 eeuwen geleden muzikaal goed te verwoorden in het slotstuk van zijn 9e: "Ode an die Freude"!
zaterdag 14 mei 2011
235
Na 3 weken rust in verband met de meivakantie stond vandaag weer een repetitie voor "Die Schöpfung" op het programma. Alvorens naar de Lokhorstkerk te fietsen, legde ik alle spullen, die ik nodig had voor de marathon van morgen klaar. Bij de Lokhorstkerk stalde ik mijn fiets en wandelde naar de Pieterskerk om mijn startnummer op te halen. Mij was nummer 235 toebedeeld.
In de Pieterskerk kwam ik Rob van Bladel tegen, die een tweetal seizoenen meegedraaid heeft met onze droogtrainingsgroep. Een jaar of 10 geleden heb ik met hem mijn eerste Dam tot Damloop gelopen.
Terug bij de Lokhorstkerk haalde ik de voor familieleden bestemde kaartjes voor de uitvoering op vrijdag 17 juni op, waarna ik plaatsnam in de oefenruimte in de kerk. Samen met Sjaak Stuijt en André Mom zat er zodoende een compleet IJVL-trio vlak bij elkaar. Behalve heerlijk zingen werd er ook volop gelachen. Muziek en gezelligheid gaan prima samen. Dat heeft dirigent Paul Valk goed begrepen.
Vaste dirigent Wim de Ru was trouwens voor het eerst weer bij een repetitie aanwezig. Hij is gelukkig weer aan de beterende hand en hij werd met applaus ontvangen. Hij luisterde en na de pauze zong hij een paar stukken mee met de bassen. Zo zagen we Wim een keer in een heel andere rol.
Thuis gekomen na deze heerlijke repetitiemiddag maakte ik de envelop met de kaartjes open en daarbij zat nummer 235....
In de Pieterskerk kwam ik Rob van Bladel tegen, die een tweetal seizoenen meegedraaid heeft met onze droogtrainingsgroep. Een jaar of 10 geleden heb ik met hem mijn eerste Dam tot Damloop gelopen.
Terug bij de Lokhorstkerk haalde ik de voor familieleden bestemde kaartjes voor de uitvoering op vrijdag 17 juni op, waarna ik plaatsnam in de oefenruimte in de kerk. Samen met Sjaak Stuijt en André Mom zat er zodoende een compleet IJVL-trio vlak bij elkaar. Behalve heerlijk zingen werd er ook volop gelachen. Muziek en gezelligheid gaan prima samen. Dat heeft dirigent Paul Valk goed begrepen.
Vaste dirigent Wim de Ru was trouwens voor het eerst weer bij een repetitie aanwezig. Hij is gelukkig weer aan de beterende hand en hij werd met applaus ontvangen. Hij luisterde en na de pauze zong hij een paar stukken mee met de bassen. Zo zagen we Wim een keer in een heel andere rol.
Thuis gekomen na deze heerlijke repetitiemiddag maakte ik de envelop met de kaartjes open en daarbij zat nummer 235....
vrijdag 13 mei 2011
Fijnstof
Afgelopen week hoorde ik op de radio, ik meen bij Vroege vogels, een stukje over de effecten van fijnstof bij hardlopers. Ten opzichte van wandelaars ademen hardlopers 3 keer zo veel lucht in, dus ook 3 keer zoveel fijnstof. Hier moest ik aan denken, toen ik gisteren 's ochtends op marathontempo de laatste 5 kilometer lange training voor aanstaande zondag volbracht.
Ik liep naar de molen in de Stevenshof en liep vandaar langs het fietspad langs de weilanden, waar de asfaltlobby de N11-West gepland heeft.
Na een paar minuten lopen kwam ik het bord 36 km al tegen. Als het zondag ook zo makkelijk gaat....
Nu zijn de polders ten zuiden van de Stevenshof nog een groene buffer bij Leiden, Nederlands dichtstbebouwde gemeente! Voor het hardlopen is het heerlijk om langs de groene rand van de stad te lopen. Maar hoe moet dat, als er straks naast de A44 nog een snelweg ligt, die fijnstof de Stevenshof in blaast?
Ook de marathon van Leiden komt met de aanleg van de N11-West in de problemen. Het tracé wordt in Voorschoten gelijkvloers en doorkruist daar het parcours van de marathon en langs de Stevenshof mogen de marathonlopers veel meer fijnstof gaan inhaleren. En dat, terwijl veel mensen aan sport doen om gezond te blijven!
Alle deelnemers aan de marathon van Leiden zouden zich aan moeten sluiten bij het protest tegen dit idiote plan van de nieuwe Gedeputeerde Staten van de de provincie Zuid-Holland!
Alle argumenten tegen de als Rijnlandroute vermomde Rijksweg 11-West zijn te vinden op www.behoudrijnland.nl en op www.vriendenoostvlietpolder.nl.
Ik liep naar de molen in de Stevenshof en liep vandaar langs het fietspad langs de weilanden, waar de asfaltlobby de N11-West gepland heeft.
Na een paar minuten lopen kwam ik het bord 36 km al tegen. Als het zondag ook zo makkelijk gaat....
Nu zijn de polders ten zuiden van de Stevenshof nog een groene buffer bij Leiden, Nederlands dichtstbebouwde gemeente! Voor het hardlopen is het heerlijk om langs de groene rand van de stad te lopen. Maar hoe moet dat, als er straks naast de A44 nog een snelweg ligt, die fijnstof de Stevenshof in blaast?
Ook de marathon van Leiden komt met de aanleg van de N11-West in de problemen. Het tracé wordt in Voorschoten gelijkvloers en doorkruist daar het parcours van de marathon en langs de Stevenshof mogen de marathonlopers veel meer fijnstof gaan inhaleren. En dat, terwijl veel mensen aan sport doen om gezond te blijven!
Alle deelnemers aan de marathon van Leiden zouden zich aan moeten sluiten bij het protest tegen dit idiote plan van de nieuwe Gedeputeerde Staten van de de provincie Zuid-Holland!
Alle argumenten tegen de als Rijnlandroute vermomde Rijksweg 11-West zijn te vinden op www.behoudrijnland.nl en op www.vriendenoostvlietpolder.nl.
Walk on the wild side
In mijn jeugdjaren, toen ik in "De Hobbit" in Nieuw-Vennep ieder weekeinde wel een bardienst draaide, was in dit alternatieve jongerencentrum "Walk on the wild side" van Lou Reed een veel gedraaid nummer.
Het was dus extra aanlokkelijk, toen ik dit affiche in de bibliotheek zag hangen om daar tijd voor vrij te maken.
Na thuis met Ada gegeten te hebben fietste ik voor de tweede keer naar Katwijk, dit keer om de lezing van Jolanda Linschooten bij te wonen. De bibliotheek zat met ongeveer 75 toeschouwers behoorlijk vol, toen om 8 uur de lichten uit gingen en we op een groot scherm de prachtige foto’s en filmbeelden van de fotograaf, auteur en avonturier Jolanda Linschooten kregen voorgeschoteld, die graag naar noordelijke oorden trekt, zoals Lapland en Alaska.
Maar, zei ze er bij: “Vlakbij ligt een ongerept natuurgebied: de Schotse Hooglanden”.
En daar is geen woord van gelogen. Met een rugzak en een simpel tentje trok ze met of zonder haar levenspartner Frank van Zwol 10 weken door de Highlands. Vaak bleven ze een dag of 10 buiten de bewoonde wereld.
Nu zijn Ada en ik nog niet in Schotland geweest, maar als je de beelden ziet, dan krijg je, ondanks de filmpjes van lopen en kamperen in de regen, toch wel zin om te gaan. Wat is dit uniek, die leegte in ons dicht bevolkte werelddeel. En ondanks de in vergelijking met de Alpen vrij geringe hoogte is het toch zeer ruig. Desolaat.
Desondanks waren er zeer zeker punten van herkenning: de wandeling door het hoogveen, waarbij je een decimeter wegzakte in de zompige bodem riep meteen herinneringen op aan onze wandelvakantie in Dartmoor.
Behalve beelden van de prachtige natuur kregen we ook beelden en verhalen voorgeschoteld van Schotse plaatsjes, gebruiken en geschiedenis, terwijl ook de muziek niet werd vergeten. Vooral de doedelzakmuziek niet.
In de pauze kon ik het als rasechte bibliothecaris natuurlijk niet nalaten om een gesigneerd exemplaar van “Bergtochten in Schotland, Wales en Engeland” te kopen.
De bewandelde en behandelde routes en de werkelijk schitterende foto’s, die tijdens “Walk on the wild side” vertoond werden, staan in dit boekje. Ook als je nooit naar de Schotse Hooglanden zou gaan, kun je volop van dit boekje van Jolanda Linschooten genieten. Vooral met prachtige Schotse muziek op de achtergrond.
woensdag 11 mei 2011
"Wat is dit zwaar!"
De tweede dinsdagavond in mei is traditioneel het begin van de droogtraining van de IJVL. Zoals ieder jaar was het weer een weerzien van veel bekenden, en soms een nieuw gezicht. Dit jaar betrof het nieuwe gezicht Frank Steenkamp, die zich jarenlang al skeelerend voorbereidde op het schaatsseizoen en nu eens iets nieuws wilde uitproberen.
Mogelijk werd hij aangelokt, doordat onze trainer Pieter Smit zijn zoon Jaap dit voorjaar in Thialf naar een fabuleuze 13.37 op de 10 km heeft gecoacht.
We liepen op deze droge en vrij warme avond vanaf de kantine van Swift naar station Lammenschans, waar op de trappen een aantal technische oefeningen werden uitgevoerd, waar ik me overigens deels aan onttrok omdat ik zondag de marathon mag lopen. Maar debutant Frank Steenkamp onderging deze oefeningen wel en dat ontlokte aan deze toch goed getrainde sportman de verzuchting: "Wat is dit zwaar!"
Na de trappen van Lammenschans liepen we naar Cronesteyn, waar we nog een serie veldoefeningen deden, om de training te besluiten met schaatsstappen in de elastieken. Zwaar, maar het zijn geweldige oefeningen. Je krijgt, terwijl je je schaatstechniek oefent, tegelijk krachttraining. Efficiënter kun het niet krijgen! Zodoende oefen je de valbeweging, diep zitten, de heupinzet en de zijwaartse afzet tegelijk, terwijl een trainingsmaat je tegenhoudt in een stevig elastiek. Maar om een oud-voorzitter van de IJVL te citeren: "Wat is dit zwaar!"
Tja, en na zo'n zware training wil je natuurlijk zo snel mogelijk naar bed. Maar helaas. De BAM, bekend van de succesvolle marathonschaatsploeg met Bob de Jong en Bob de Vries, was net bezig het fietspad langs het clubhuis van Swift te asfalteren.
Zodoende moesten we noodgedwongen ruim een uur doorbrengen in de kantine van Swift....
Mogelijk werd hij aangelokt, doordat onze trainer Pieter Smit zijn zoon Jaap dit voorjaar in Thialf naar een fabuleuze 13.37 op de 10 km heeft gecoacht.
We liepen op deze droge en vrij warme avond vanaf de kantine van Swift naar station Lammenschans, waar op de trappen een aantal technische oefeningen werden uitgevoerd, waar ik me overigens deels aan onttrok omdat ik zondag de marathon mag lopen. Maar debutant Frank Steenkamp onderging deze oefeningen wel en dat ontlokte aan deze toch goed getrainde sportman de verzuchting: "Wat is dit zwaar!"
Na de trappen van Lammenschans liepen we naar Cronesteyn, waar we nog een serie veldoefeningen deden, om de training te besluiten met schaatsstappen in de elastieken. Zwaar, maar het zijn geweldige oefeningen. Je krijgt, terwijl je je schaatstechniek oefent, tegelijk krachttraining. Efficiënter kun het niet krijgen! Zodoende oefen je de valbeweging, diep zitten, de heupinzet en de zijwaartse afzet tegelijk, terwijl een trainingsmaat je tegenhoudt in een stevig elastiek. Maar om een oud-voorzitter van de IJVL te citeren: "Wat is dit zwaar!"
Tja, en na zo'n zware training wil je natuurlijk zo snel mogelijk naar bed. Maar helaas. De BAM, bekend van de succesvolle marathonschaatsploeg met Bob de Jong en Bob de Vries, was net bezig het fietspad langs het clubhuis van Swift te asfalteren.
Zodoende moesten we noodgedwongen ruim een uur doorbrengen in de kantine van Swift....
dinsdag 10 mei 2011
Regenbroek
Vanochtend trok ik, voor ik naar mijn werk fietste, toch maar mijn regenbroek aan. Normaal gesproken zijn dit geen zaken, die ik in mijn weblog vermeld, maar de laatste keer, dat ik mijn regenbroek aan had is zo'n maand of 2 geleden. En dat is in Nederland toch wel heel bijzonder. Ik kan mij niet heugen om ooit zo lang zonder dit in Nederland noodzakelijke kledingstuk te hebben gefietst.
Maar ja, we hadden dan ook het droogste voorjaar sinds 1921. In Good old England zouden ze zeggen: "It could be worse!"
zondag 8 mei 2011
Moederdag
Een week voordat je de marathon gaat lopen, is het parool: rust houden. Gisteren 8 km in marathontempo gelopen, vandaag stond er alleen een stukje fietsen op het programma. Samen met Ada reed ik in de warme lentezon via de binnenstad van Leiden naar de watertoren en vandaar langs de Vliet naar Cronesteyn.
Daar worden vanaf 10 mei tot half september iedere dinsdagavond grootse dingen verricht in het kader van de droogtraining van de IJVL, zoals 15 keer opdrukken en een minuut statisch zitten. Dat statisch zitten deden Ada en ik nu al, alleen nu deden we dat op een bank, waar we onze meegebrachte boterhammen aten. En dat is toch echt een stuk makkelijker!
Na een rondje buitenom Cronesteyn gereden te hebben fietsten we langs de Vliet naar Ada's ouders, waar Ada haar op school geleerde versje voor Moederdag feilloos opzegde.
Abonneren op:
Posts (Atom)