Vanmorgen bracht ik op de fiets aardbeien, sla en komkommer van onze volkstuin naar mijn schoonouders, waarna ik nog een set reservesleutels van de tuin bij liet maken. Het was al behoorlijk warm, maar toen ik om 1 uur naar mijn werk fietste, was het nog een stuk warmer.
In de Hoofdbibliotheek was het beneden betrekkelijk koel. Dat vond ik geen enkel probleem. Bij tropisch weer moet je je tempo aanpassen aan de omstandigheden.
Om kwart over 6 zat ik weer op de fiets om via de duinen naar Wassenaar te rijden. Het was behoorlijk druk in de duinen. Vooral wielrenners profiteerden van de iets lagere temperatuur door een zacht briesje van zee.
Bij de volkstuin aangekomen wachtte mij echter de heetste klus van de dag. Ik had aan mijn vrouw beloofd om de planten in de kas water te geven. Zonder thermometer te raadplegen, daar ik die niet bij de hand had, durf ik te stellen, dat de temperatuur in de kas boven de 40 graden lag. Maar goed, een gratis sauna is nooit weg om het luie zweet eruit te werken.
Na nog een bakje vol aardbeien geplukt te hebben, fietste ik naar huis om macaroni met broccoli en prei te koken. Om half 9 kon ik samen met Ada in de tuin eten. Het lijkt Spanje wel.
dinsdag 30 juni 2015
Afritsbroek
Iedereen, die wel eens op fietsvakantie is gegaan, kent de grote voordelen van een afritsbroek. Waar ik vroeger 2 spijkerbroeken en 2 korte broeken meenam, volsta ik nu met 2 afritsbroeken. Het is veel lichter en de stof is veel eerder droog. Geen onbelangrijk gegeven op regenachtige dagen.
Gisterenavond ontdekte ik het gemak van de afritsbroek op een andere manier. In de kleedkamer van "Swift" pakte ik mijn de avond ervoor ingepakte sporttas uit en zag, dat er geen sportbroek in zat. Deze hing zondagavond nog te drogen op het wasrek.
"Die pak ik morgen wel", dacht ik en in de veronderstelling, dat de tas helemaal gebruiksklaar was, pakte ik de tas toen ik van huis vertrok.
Maar geen nood: ik ritste de pijpen van mijn broek en in vakantietenue deed ik mee aan de droogtraining van de IJVL.
Jaap de Gorter had een zeer gevarieerde training in elkaar gezet. Op gelamineerde vellen stonden 15 foto's met oefeningen met daaronder de uitleg ervan. De meeste oefeningen kenden we wel. In tweetallen moest je deze 15 oefeningen afwerken met tussen de oefeningen door het kleine rondje lopen bij het grote veld in "Cronesteyn".
Samen met Hans Boers deed ik de oefeningen, variërend van schaatsstappen tot hinkelen en van opdrukken tot schaatssprongen met het been achterlangs strekken.
Een voor ons nieuwe oefening op deze zomerse avond was powerliften. Je moest op je knieën gaan zitten met de benen van je partner in je handen ter hoogte van je schouders. Daarna moest je je armen strekken. Een zware oefening, dat kan ik u garanderen.
En voor de omstanders een hilarische. Daar Hans een stuk langer is dan deze kleine doordouwer, werd ik, toen hij mij moest liften, ongeveer in de handstand gezet.
Er was nog een hilarisch element in de training. Een vrouw liet met haar zoon van een jaar of 9 een jonge hond uit. De hond deed een heleboel, behalve luisteren. Het water van de sloot was op deze warme avond een magneet voor de hond.
En wat doen honden, als ze uit het water komen? Inderdaad, zich uitschudden.
En daar hij tussen de duo's in het gras doordraafden, werd hij aangemoedigd om zich uit te schudden vlak bij onze sportvrienden. Maar helaas, zoals ik al eerder meldde: de hond luisterde slecht....
Terwijl de rest van de trainingsgroep via de kortste weg naar het clubgebouw van "Swift" liep, was er een kwartet, dat nog een extra lus meepikte. Gera van Duijvenvoorde maakte het nog extra zwaar door langs de Vliet de palenloop te introduceren: van de ene lantaarnpaal naar de volgende sprinten, dan rustig dribbelen tot de volgende, dan weer sprinten enzovoorts en zo verder.
Gera had echter niet in de gaten, dat Hans, Jos en ik op "De Bult" de klim op het wielerparcours nog zouden nemen. Met een lichte zuurstofschuld beklommen we deze op het oog niet zo steile helling, maar daar vergis je je deerlijk in.
Maar het was een prima afsluiting van een zeer gevarieerde training.
En om deze zomeravond in stijl af te sluiten togen Andrea Landman, Jaap, Jos en ik naar café "Plantage", waar we op het terras met Leidsch Blond en Hoegaarden witbier aan vochtcompensatie werkten.
Gisterenavond ontdekte ik het gemak van de afritsbroek op een andere manier. In de kleedkamer van "Swift" pakte ik mijn de avond ervoor ingepakte sporttas uit en zag, dat er geen sportbroek in zat. Deze hing zondagavond nog te drogen op het wasrek.
"Die pak ik morgen wel", dacht ik en in de veronderstelling, dat de tas helemaal gebruiksklaar was, pakte ik de tas toen ik van huis vertrok.
Maar geen nood: ik ritste de pijpen van mijn broek en in vakantietenue deed ik mee aan de droogtraining van de IJVL.
Jaap de Gorter had een zeer gevarieerde training in elkaar gezet. Op gelamineerde vellen stonden 15 foto's met oefeningen met daaronder de uitleg ervan. De meeste oefeningen kenden we wel. In tweetallen moest je deze 15 oefeningen afwerken met tussen de oefeningen door het kleine rondje lopen bij het grote veld in "Cronesteyn".
Samen met Hans Boers deed ik de oefeningen, variërend van schaatsstappen tot hinkelen en van opdrukken tot schaatssprongen met het been achterlangs strekken.
Een voor ons nieuwe oefening op deze zomerse avond was powerliften. Je moest op je knieën gaan zitten met de benen van je partner in je handen ter hoogte van je schouders. Daarna moest je je armen strekken. Een zware oefening, dat kan ik u garanderen.
En voor de omstanders een hilarische. Daar Hans een stuk langer is dan deze kleine doordouwer, werd ik, toen hij mij moest liften, ongeveer in de handstand gezet.
Er was nog een hilarisch element in de training. Een vrouw liet met haar zoon van een jaar of 9 een jonge hond uit. De hond deed een heleboel, behalve luisteren. Het water van de sloot was op deze warme avond een magneet voor de hond.
En wat doen honden, als ze uit het water komen? Inderdaad, zich uitschudden.
En daar hij tussen de duo's in het gras doordraafden, werd hij aangemoedigd om zich uit te schudden vlak bij onze sportvrienden. Maar helaas, zoals ik al eerder meldde: de hond luisterde slecht....
Terwijl de rest van de trainingsgroep via de kortste weg naar het clubgebouw van "Swift" liep, was er een kwartet, dat nog een extra lus meepikte. Gera van Duijvenvoorde maakte het nog extra zwaar door langs de Vliet de palenloop te introduceren: van de ene lantaarnpaal naar de volgende sprinten, dan rustig dribbelen tot de volgende, dan weer sprinten enzovoorts en zo verder.
Gera had echter niet in de gaten, dat Hans, Jos en ik op "De Bult" de klim op het wielerparcours nog zouden nemen. Met een lichte zuurstofschuld beklommen we deze op het oog niet zo steile helling, maar daar vergis je je deerlijk in.
Maar het was een prima afsluiting van een zeer gevarieerde training.
En om deze zomeravond in stijl af te sluiten togen Andrea Landman, Jaap, Jos en ik naar café "Plantage", waar we op het terras met Leidsch Blond en Hoegaarden witbier aan vochtcompensatie werkten.
Labels:
Droogtraining,
Fietsen,
Fietsvakanties,
Hardlopen
zondag 28 juni 2015
Oogsttijd
Er is een tijd van zaaien en een tijd van oogsten (Prediker 3.2). En de tijd van oogsten is nu gekomen. Na de regenbui van vanmiddag fietste ik met Ada naar de volkstuin, waar we tuinbonen, doperwten, sla, wilde spinazie, komkommer en aardbeien plukten of afsneden, terwijl de planten in de kas water kregen. Bij de kas stond de blauwe lavender in bloei.
Al met al waren we, inclusief een theepauze, 2 uur op de tuin bezig.
Met de fietstassen vol van groente en fruit trapten we weer op huis aan, waar de maaltijd voor een groot deel bestond uit een eigenhandig geplukte oogst.
Geinlijn
In de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw was Max Tailleur een begrip op menig schoolplein. Allereerst had hij diverse moppenboeken op zijn naam staan met vooral Sam en Moos in de hoofdrol.
Verder is "De zak van Max" nog steeds een begrip. Dat geldt in iets mindere mate voor de Geinlijn, die deze moppentapper in 1971 opzette. Je kon dagelijks deze lijn bellen bellen om voor een luttel bedrag de mop van de dag te horen. En dat, terwijl het leven van Max Tailleur zelf niet bepaald een geintje was.
Ik kan mij niet heugen ooit van de Geinlijn gebruik te hebben gemaakt. Gisteren maakte ik deze omissie goed door op station Amsterdam-Zuid door daar van de spoorlijn over te stappen op de Geinlijn. De metro bracht Ada en mij naar station Gein.
Vandaar wandelden we naar het huis van Sheila, die 60 jaar geworden was. Zelf was ze niet thuis. Tim had een verrassingsparty geregeld. We werden met Surinaamse hartelijkheid ontvangen door de familie van Sheila.
Het was om 4 uur in de tuin behoorlijk warm. Het hele gezelschap, waarmee we een maand geleden hadden gekampeerd in Lage Vuursche, was aanwezig, net als de familie De Beer. De term "beregezellig" is zeer juist gekozen!
Om half 6 kwam de jarige binnen in een overvolle huiskamer, terwijl er ook in de tuin de nodige familieleden of vrienden stonden. Uiteraard werd Sheila toegezongen in het Nederlands en het Sranantongo.
Dat gold ook voor het lied, dat Tim had gemaakt op "Ik heb een tuintje in mijn hart".
Met warme Surinaamse hapjes en ijskoude Hollandse biertjes was het prima uit te houden op deze zomerse avond, waarbij we met deze en gene bijpraatten. Bas en Nel hadden de afgelopen week in Drente gekampeerd en waren naar Grolloo geweest, waar ze de tentoonstelling over Eelco Gelling in het "Cuby & the Blizzards"-museum bezocht hadden.
Bas wist een prachtig verhaal te vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de hoes van de lp "Appleknockers Flophouse". Het oorspronkelijke idee met dronken boeren en een stripster heeft het uiteindelijk niet gehaald.
Mijn collega-bibliothecaris gaf me daarnaast ook nog eens een leestip: "IJstweeling" van S.K. Tremayne.
Nu denk ik bij "IJstweeling" eigenlijk automatisch aan een heel andere tweeling.
Na de taart namen we op deze gezellige avond in de tuin om 10 uur afscheid van Sheila en Tim. We reden met Bas, Nel en Joep in de auto mee naar Hoofddorp, waar we de trein naar Leiden namen. We misten zodoende de terugreis op de Geinlijn, maar in de wagen hadden we met zijn vijven meer dan genoeg gein....
vrijdag 26 juni 2015
Tour de Kans
Ook dit jaar doe ik mee met de Tour de Kans. Daar ik gewend ben om met open vizier te strijden, viel de keuze voor de naam van het team en de ploegleider op de twee schaatsboeken, die ik heb geschreven. De ploegnaam is "De Elfsteden toch gereden".
De chef d'equipe gaat getooid met de naam "Molen- en Merentocht" de strijd aan met de andere ploegleiders.
Aan het begin van de week heb ik mijn voorlopige selectie bekend gemaakt. Daarin is, afgezien van de reserves, niets gewijzigd. Natuurlijk kan dat nog komen, want er kunnen renners geblesseerd afvallen of door dopingperikelen alsnog buiten de boot vallen, maar ik ga er van uit, dat dit mijn wielerploeg wordt.
Met 100 punten te verdelen probeer je natuurlijk zo efficiënt mogelijk "in te kopen". Dat deed ik door 2 voormalige Tourwinnaars in de gelederen op te nemen: De Spanjaard Alberto Contador en de Brit Christopher Froome. Contador won de Giro d'Italia en de Route du Sud, terwijl Froome het Criterium du Dauphiné op zijn naam schreef. Beide renners zijn 20 punten waard, net als de winnaar van de groene trui de afgelopen 3 jaar: Peter Sagan. In de Ronde van Zwitserland won de Slowaak 2 etappes, dus met zijn vorm zit het wel goed.
Dat geldt ook voor "onze" Tom Dumoulin, die de 2 tijdritten in het Alpenland won. De Limburger is met 7 punten vrij goedkoop. Dat moet ook wel, want met deze 4 renners heb ik al 67 punten verbruikt. Voor mijn laatste grote aankoop twijfelde ik heel lang tussen Alexander Kristoff en Thibaut Pinot. Met het wegvallen van de Duitse sprinter Marcel Kittel stijgen de kansen van de Noor natuurlijk, maar gezien het bergachtige parcours van dit jaar gaat mijn voorkeur toch uit naar de nummer 3 van de Ronde van Frankrijk van 2014. Deze Franse klimmer won in zowel de Tour de Suisse als de Ronde van Romandië de Koninginnerit.
Met de 13 punten van Pinot is 80% van mijn budget op. Er resteren dus slechts 20 punten voor 9 renners. Dat betekent zo goedkoop mogelijk "inkopen". Een tweetal renners kostte slechts 3 punten. De Brit Simon Yates won het jongerenklassement in de Dauphiné, terwijl de Colombiaan Julian Arredondo bij zijn debuut in de Ronde van Italië in 2014 een etappe won.
De Zuid-Afrikaan Louis Meintjes werd in de Dauphiné derde in de voorlaatste etappe en in het bergklassement. Met 2 punten is hij een koopje. Zodoende had ik nog 7 punten over voor een laatste grote aankoop: de Australiër Michael Matthews. Een etappewinnaar in Parijs-Nice, de Ronde van het Baskenland, de Giro d'Italia en de Ronde van Zwitserland. Er zijn niet veel renners, die hem dat na kunnen zeggen.
Blijven 5 punten over voor 5 reserves: de Fransen Nicolas Edet, Antoine Duchesne en Arnaud Gerard. Fransen rijden in de Tour altijd net even harder dan anders.
De Nederlandse inbreng mag natuurlijk niet ontbreken. De sprinters Ramon Sinkeldam en Tom Leezer complementeren de Tourploeg van "De Elfsteden toch gereden".
Doe uw voordeel met mijn voorwerk en raadpleeg procyclingstats.com voor een nog betere onderbouwing van uw team.
Ik wens u een leuke Tour de Kans toe!
De chef d'equipe gaat getooid met de naam "Molen- en Merentocht" de strijd aan met de andere ploegleiders.
Aan het begin van de week heb ik mijn voorlopige selectie bekend gemaakt. Daarin is, afgezien van de reserves, niets gewijzigd. Natuurlijk kan dat nog komen, want er kunnen renners geblesseerd afvallen of door dopingperikelen alsnog buiten de boot vallen, maar ik ga er van uit, dat dit mijn wielerploeg wordt.
Met 100 punten te verdelen probeer je natuurlijk zo efficiënt mogelijk "in te kopen". Dat deed ik door 2 voormalige Tourwinnaars in de gelederen op te nemen: De Spanjaard Alberto Contador en de Brit Christopher Froome. Contador won de Giro d'Italia en de Route du Sud, terwijl Froome het Criterium du Dauphiné op zijn naam schreef. Beide renners zijn 20 punten waard, net als de winnaar van de groene trui de afgelopen 3 jaar: Peter Sagan. In de Ronde van Zwitserland won de Slowaak 2 etappes, dus met zijn vorm zit het wel goed.
Dat geldt ook voor "onze" Tom Dumoulin, die de 2 tijdritten in het Alpenland won. De Limburger is met 7 punten vrij goedkoop. Dat moet ook wel, want met deze 4 renners heb ik al 67 punten verbruikt. Voor mijn laatste grote aankoop twijfelde ik heel lang tussen Alexander Kristoff en Thibaut Pinot. Met het wegvallen van de Duitse sprinter Marcel Kittel stijgen de kansen van de Noor natuurlijk, maar gezien het bergachtige parcours van dit jaar gaat mijn voorkeur toch uit naar de nummer 3 van de Ronde van Frankrijk van 2014. Deze Franse klimmer won in zowel de Tour de Suisse als de Ronde van Romandië de Koninginnerit.
Met de 13 punten van Pinot is 80% van mijn budget op. Er resteren dus slechts 20 punten voor 9 renners. Dat betekent zo goedkoop mogelijk "inkopen". Een tweetal renners kostte slechts 3 punten. De Brit Simon Yates won het jongerenklassement in de Dauphiné, terwijl de Colombiaan Julian Arredondo bij zijn debuut in de Ronde van Italië in 2014 een etappe won.
De Zuid-Afrikaan Louis Meintjes werd in de Dauphiné derde in de voorlaatste etappe en in het bergklassement. Met 2 punten is hij een koopje. Zodoende had ik nog 7 punten over voor een laatste grote aankoop: de Australiër Michael Matthews. Een etappewinnaar in Parijs-Nice, de Ronde van het Baskenland, de Giro d'Italia en de Ronde van Zwitserland. Er zijn niet veel renners, die hem dat na kunnen zeggen.
Blijven 5 punten over voor 5 reserves: de Fransen Nicolas Edet, Antoine Duchesne en Arnaud Gerard. Fransen rijden in de Tour altijd net even harder dan anders.
De Nederlandse inbreng mag natuurlijk niet ontbreken. De sprinters Ramon Sinkeldam en Tom Leezer complementeren de Tourploeg van "De Elfsteden toch gereden".
Doe uw voordeel met mijn voorwerk en raadpleeg procyclingstats.com voor een nog betere onderbouwing van uw team.
Ik wens u een leuke Tour de Kans toe!
Labels:
Boeken,
Elfstedentocht,
Fietsen,
Fryslân,
Schaatsen,
Sportboeken,
Tour de France,
Wielrennen
donderdag 25 juni 2015
Labbekakken
De droom van iedere schrijver is om een nieuw woord te verzinnen. Mij is dat gelukt toen mij het woord "fileklûnen" te binnen schoot.
Een goed alternatief is het aan de vergetelheid ontrukken van een "vergeten woord". Welnu, dat lukte werkgeversvoorzitter Hans de Boer met het gebruik van het woord "labbekakken" in een interview in de Volkskrant.
Hij kreeg over zijn denigrerende opmerkingen terecht een stortvloed aan kritiek over zich heen. Diezelfde dag meldde de voorzitter van VNO-NCW, dat hij spijt heeft van zijn gebruik van het woord "labbekakken".
Let wel, hij heeft spijt van zijn woordkeuze. Maar niet van de inhoud!!!
De mentaliteit, die hier schuil achter werd keurig verbeeld door topcartoonist Tom Janssen.
Je moet maar durven. VNO-NCW beloofde in het Sociaal Akkoord, dat in het voorjaar van 2013 werd gesloten met het kabinet en de FNV, te zorgen voor honderdduizend banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Daar is niets van terecht gekomen.
Nog erger is het op het gebied van het in vaste dienst nemen van flexwerkers. Op alle mogelijke manieren proberen werkgevers onder deze afspraak uit te komen.
Net zo goed, als ze jarenlang het Burgerlijk Wetboek aan de laars hebben gelapt. Hierin stond, dat werknemers een proeftijd hadden van 2 of 3 maanden en daarna in vaste dienst moesten komen. Hoeveel werknemers hebben de laatste 10 jaar daadwerkelijk een vast contract gekregen in vergelijking met werknemers met flexcontract op flexcontract?
En wat deed de politiek? Zij beloonde deze wetsovertreding!
Iedereen wordt geacht door te werken tot zijn 67e. Maar als je de pech hebt om boven je 50e je baan kwijt te raken, dan kun je solliciteren tot je een ons weegt, maar een baan zul je niet meer krijgen. Simpelweg doordat je zonder iets te horen niet eens meer uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek. We mogen het geen leeftijdsdiscriminatie noemen, maar dat is het natuurlijk wel.
Er zijn mensen, die 30 tot 40 jaar bij een baas gewerkt hebben, 30 jaar hebben meebetaald aan de VUT en na een reorganisatieronde kansloos via de WW richting bijstand afdrijven. En als klap op de vuurpijl krijgen ze van de VNO-NCW-voorziter te horen, dat ze labbekakken zijn.
In het interview in de Volkskrant liet blaasbalg Hans de Boer zien, dat hij totaal ongeschikt is voor die functie.
Een goed alternatief is het aan de vergetelheid ontrukken van een "vergeten woord". Welnu, dat lukte werkgeversvoorzitter Hans de Boer met het gebruik van het woord "labbekakken" in een interview in de Volkskrant.
Hij kreeg over zijn denigrerende opmerkingen terecht een stortvloed aan kritiek over zich heen. Diezelfde dag meldde de voorzitter van VNO-NCW, dat hij spijt heeft van zijn gebruik van het woord "labbekakken".
Let wel, hij heeft spijt van zijn woordkeuze. Maar niet van de inhoud!!!
De mentaliteit, die hier schuil achter werd keurig verbeeld door topcartoonist Tom Janssen.
Je moet maar durven. VNO-NCW beloofde in het Sociaal Akkoord, dat in het voorjaar van 2013 werd gesloten met het kabinet en de FNV, te zorgen voor honderdduizend banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Daar is niets van terecht gekomen.
Nog erger is het op het gebied van het in vaste dienst nemen van flexwerkers. Op alle mogelijke manieren proberen werkgevers onder deze afspraak uit te komen.
Net zo goed, als ze jarenlang het Burgerlijk Wetboek aan de laars hebben gelapt. Hierin stond, dat werknemers een proeftijd hadden van 2 of 3 maanden en daarna in vaste dienst moesten komen. Hoeveel werknemers hebben de laatste 10 jaar daadwerkelijk een vast contract gekregen in vergelijking met werknemers met flexcontract op flexcontract?
En wat deed de politiek? Zij beloonde deze wetsovertreding!
Iedereen wordt geacht door te werken tot zijn 67e. Maar als je de pech hebt om boven je 50e je baan kwijt te raken, dan kun je solliciteren tot je een ons weegt, maar een baan zul je niet meer krijgen. Simpelweg doordat je zonder iets te horen niet eens meer uitgenodigd wordt voor een sollicitatiegesprek. We mogen het geen leeftijdsdiscriminatie noemen, maar dat is het natuurlijk wel.
Er zijn mensen, die 30 tot 40 jaar bij een baas gewerkt hebben, 30 jaar hebben meebetaald aan de VUT en na een reorganisatieronde kansloos via de WW richting bijstand afdrijven. En als klap op de vuurpijl krijgen ze van de VNO-NCW-voorziter te horen, dat ze labbekakken zijn.
In het interview in de Volkskrant liet blaasbalg Hans de Boer zien, dat hij totaal ongeschikt is voor die functie.
Labels:
Aarlanderveen,
Molenviergangtocht,
Natuurijs,
Schaatsen
Rondje Horstlaan
Vanmorgen bracht ik Ada's fiets naar fietsenmaker Van Vliet en haalde mijn Batavus Galibier op. De fiets was nu vakantieklaar, ook al moet ik wel de spaken nog een keer laten spannen.
Er zit namelijk een ander achterwiel in. In het oude achterwiel zaten in de velg wat scheurtjes. Vermoedelijk is het een fabricagefout, want na 15 maanden moet dat nog niet mogen.
Ik kocht ook nog een nieuwe regenbroek. Na 3 jaar was de oude wel aan vervanging toe.
Thuis gekomen trok ik mijn sportkleren en mijn skeelers aan en bracht via de Velostrada een bakje aardbeien en een zakje doperwten naar mijn schoonouders. Ja, deze schoonzoon wordt steeds idealer....
Via de Velostrada reed ik naar de Horstlaan, waar ik voor het eerst dit jaar over deze rustige weg door een prachtig landschap skeelerde. Bij de tunnel onder de A44 nam ik bij de afdaling de steile maar veilige afdaling door me aan de trapleuning vast te klampen.
Over de Via 44 skeelerde ik weer terug naar de Stevenshof, waar ik na een rondje Horstlaan van ongeveer 20 kilometer met volle teugen had genoten van deze toertocht. Technisch liep het geweldig. Ik kon redelijk diep blijven zitten en met lange slagen dit rondje volbrengen.
Met skeeleren is het net als met aardbeien: het smaakt naar meer!
Er zit namelijk een ander achterwiel in. In het oude achterwiel zaten in de velg wat scheurtjes. Vermoedelijk is het een fabricagefout, want na 15 maanden moet dat nog niet mogen.
Ik kocht ook nog een nieuwe regenbroek. Na 3 jaar was de oude wel aan vervanging toe.
Thuis gekomen trok ik mijn sportkleren en mijn skeelers aan en bracht via de Velostrada een bakje aardbeien en een zakje doperwten naar mijn schoonouders. Ja, deze schoonzoon wordt steeds idealer....
Via de Velostrada reed ik naar de Horstlaan, waar ik voor het eerst dit jaar over deze rustige weg door een prachtig landschap skeelerde. Bij de tunnel onder de A44 nam ik bij de afdaling de steile maar veilige afdaling door me aan de trapleuning vast te klampen.
Over de Via 44 skeelerde ik weer terug naar de Stevenshof, waar ik na een rondje Horstlaan van ongeveer 20 kilometer met volle teugen had genoten van deze toertocht. Technisch liep het geweldig. Ik kon redelijk diep blijven zitten en met lange slagen dit rondje volbrengen.
Met skeeleren is het net als met aardbeien: het smaakt naar meer!
woensdag 24 juni 2015
Skeelers in het gras
Nadat de skeelertraining voor G-schaatsers vorige week letterlijk in het water viel, mocht ik deze week opdraven op de skeelerbaan van Leiderdorp. De les had ik al voorbereid, dus dat was gemakkelijk.
In het avondzonnetje fietste ik naar Leiderdorp toe, waar een groepje van 6 skeeleraars een gevarieerde training kreeg. Er stond een zuidenwind pal op de baan, dus op een recht eind kon je flink wat vaart maken, terwijl je op het andere rechte eind tegen de wind in mocht rijden. Dit bood mogelijkheden.
Na een rondje inrijden volgde er een drietal Steigerungen met wind in de rug met aansluitend de bocht. De 200 meter tegenwind mocht je rustig aan doen. Daarna mocht de G-schaatsers juist uitrusten op het rechte eind met de wind in de rug, waarna ze tegen de wind in mochten slalommen.
De bedoeling was, dat alle G-schaatsers de zijwaartse afzet in het gras zouden oefenen, maar een tweetal van hen had daar geen zin in. Het voordeel van gras is, dat je de afzet kunt oefenen zonder dat je wegglijdt. Meteen daarna kun je deze oefening op het asfalt uitvoeren.
Datzelfde gold voor de bochtstappen. Eerst in het gras, daarna op de baan. Terwijl ik mijn aandacht op een paar G-schaatsers richtte, was er een andere, die de pilonnen op het rechte eind over de hele baan schopte. Kennelijk was hij bang, dat we nogmaals zouden gaan slalommen.
Dat was ik niet van plan. Met de wind over de baan kon je juist mooi oefenen, hoe je met natuurijs moet schaatsen: diep voorover gebogen met de wind tegen, rechter op bij de wind in de rug. Op skeelers kun je het verschil heel goed ervaren.
We sloten de training af met een paar starts. Kevin Wildschut genoot hier met volle teugen van. Kevin gaat trouwens steeds beter skeeleren, doordat hij veel meer rust in zijn slag heeft gekregen.
Nadat de G-schaatsers waren vertrokken, sloot ik me de laatste 20 minuten van de training aan bij de groep van Tjeerd Siersma. We hadden met de wind in de rug de slalom over de volle breedte van de 400-meterbaan, terwijl we tegen de wind in een glijstart moesten maken. Een rondje of 7 deden we dit.
Na afloop van de training namen we nog wat te drinken op het terras op deze lekkere zomeravond. Met Gera van Duijvenvoorde fietste ik naar de Sleutelstad terug. Door de regen van de laatste dagen zag het gras er weer aardig groen uit.
In het avondzonnetje fietste ik naar Leiderdorp toe, waar een groepje van 6 skeeleraars een gevarieerde training kreeg. Er stond een zuidenwind pal op de baan, dus op een recht eind kon je flink wat vaart maken, terwijl je op het andere rechte eind tegen de wind in mocht rijden. Dit bood mogelijkheden.
Na een rondje inrijden volgde er een drietal Steigerungen met wind in de rug met aansluitend de bocht. De 200 meter tegenwind mocht je rustig aan doen. Daarna mocht de G-schaatsers juist uitrusten op het rechte eind met de wind in de rug, waarna ze tegen de wind in mochten slalommen.
De bedoeling was, dat alle G-schaatsers de zijwaartse afzet in het gras zouden oefenen, maar een tweetal van hen had daar geen zin in. Het voordeel van gras is, dat je de afzet kunt oefenen zonder dat je wegglijdt. Meteen daarna kun je deze oefening op het asfalt uitvoeren.
Datzelfde gold voor de bochtstappen. Eerst in het gras, daarna op de baan. Terwijl ik mijn aandacht op een paar G-schaatsers richtte, was er een andere, die de pilonnen op het rechte eind over de hele baan schopte. Kennelijk was hij bang, dat we nogmaals zouden gaan slalommen.
Dat was ik niet van plan. Met de wind over de baan kon je juist mooi oefenen, hoe je met natuurijs moet schaatsen: diep voorover gebogen met de wind tegen, rechter op bij de wind in de rug. Op skeelers kun je het verschil heel goed ervaren.
We sloten de training af met een paar starts. Kevin Wildschut genoot hier met volle teugen van. Kevin gaat trouwens steeds beter skeeleren, doordat hij veel meer rust in zijn slag heeft gekregen.
Nadat de G-schaatsers waren vertrokken, sloot ik me de laatste 20 minuten van de training aan bij de groep van Tjeerd Siersma. We hadden met de wind in de rug de slalom over de volle breedte van de 400-meterbaan, terwijl we tegen de wind in een glijstart moesten maken. Een rondje of 7 deden we dit.
Na afloop van de training namen we nog wat te drinken op het terras op deze lekkere zomeravond. Met Gera van Duijvenvoorde fietste ik naar de Sleutelstad terug. Door de regen van de laatste dagen zag het gras er weer aardig groen uit.
Kaakoperatie
Ze zeggen, dat ouderdom met gebreken komt, maar vandaag kan ik vol overtuiging zeggen, dat ik me een stuk lekkerder voel dan 40 jaar geleden. Toen ging ik namelijk onder het mes.
Ik werd aan mijn kaken geopereerd. Er werden bij de bovenkaak 2 kiezen verwijderd en de kaak werd doorgezaagd en naar achteren geschoven. Bij de onderkaak werd de opstijgende tak doorgezaagd en naar voren geschoven. Probeer u vooral geen visuele voorstelling van deze operatie te vormen. Wim Sonneveld zou dan zeggen: “Daar gaan mijn kroketten!”
Voor de operatie maakte ik me sowieso al druk, maar anesthesist Bob Smalhout maakte het nog een tikkeltje erger door een half jaar eerder de publiciteit te zoeken met het verhaal, dat jaarlijks in Nederland 800 mensen in het ziekenhuis stierven door verkeerd gebruik van de narcose. Nee, dat was op voorhand al een lekkere opsteker.
Nadat ik bijgekomen was uit de verdoving, voelde ik mij zo ziek als een hond. Dokter Roorda vertelde me, dat de derde dag ergste was. Nog zo’n opsteker. En het klopte nog ook!
Ik verbleef in totaal 12 dagen in het ziekenhuis. Kom daar vandaag de dag eens om. Ik was, nadat het infuus was losgekoppeld, lopend patiënt. Nu ben ik wel zo eerlijk om te vertellen, dat ik meer weg had van een waggelend patiënt.
In die 12 dagen heb ik veel gelezen. Mijn favoriete boek was “Adriaan contra Olivier” van Leonhard Huizinga. Ik moest regelmatig schateren van het lachen. En dat viel bepaald niet mee met een rasterwerk van ijzerdraad in mijn mond.
Door dat rasterwerk was ik gedwongen om 6 weken vloeibaar voedsel tot me te nemen. Hét ultieme dieet. De kilo’s vliegen eraf. “Zomerslank met Sonja” van Sonja Bakker is hierbij vergeleken iets voor mietjes.
Nu was het trouwens niet alleen kommer en kwel in het ziekenhuis. Op zaal met een man of 8 hadden we best veel lol met elkaar. Galgenhumor pur sang. Zo was er een man, die bij de PTT als rechercheur werkte. Hij werd door ons omgedoopt in “Rataplan”.
De middagen luisterde ik iedere dag naar Radio Tour de France met de onovertroffen Theo Koomen, die zelfs wandeletappes spannend wist te maken.
Verder kreeg ik veel aanloop van familie en vrienden. Van de leden van jongerenkoor “Oktopus” kreeg ik de lp “Song of the marching children” van “Earth & Fire”.
Andere vrienden kwamen aanzetten met een boek van Remco Campert: “Alle dagen feest”.
Daar dacht ik dat op dat moment heel anders over....
Ik werd aan mijn kaken geopereerd. Er werden bij de bovenkaak 2 kiezen verwijderd en de kaak werd doorgezaagd en naar achteren geschoven. Bij de onderkaak werd de opstijgende tak doorgezaagd en naar voren geschoven. Probeer u vooral geen visuele voorstelling van deze operatie te vormen. Wim Sonneveld zou dan zeggen: “Daar gaan mijn kroketten!”
Voor de operatie maakte ik me sowieso al druk, maar anesthesist Bob Smalhout maakte het nog een tikkeltje erger door een half jaar eerder de publiciteit te zoeken met het verhaal, dat jaarlijks in Nederland 800 mensen in het ziekenhuis stierven door verkeerd gebruik van de narcose. Nee, dat was op voorhand al een lekkere opsteker.
Nadat ik bijgekomen was uit de verdoving, voelde ik mij zo ziek als een hond. Dokter Roorda vertelde me, dat de derde dag ergste was. Nog zo’n opsteker. En het klopte nog ook!
Ik verbleef in totaal 12 dagen in het ziekenhuis. Kom daar vandaag de dag eens om. Ik was, nadat het infuus was losgekoppeld, lopend patiënt. Nu ben ik wel zo eerlijk om te vertellen, dat ik meer weg had van een waggelend patiënt.
In die 12 dagen heb ik veel gelezen. Mijn favoriete boek was “Adriaan contra Olivier” van Leonhard Huizinga. Ik moest regelmatig schateren van het lachen. En dat viel bepaald niet mee met een rasterwerk van ijzerdraad in mijn mond.
Door dat rasterwerk was ik gedwongen om 6 weken vloeibaar voedsel tot me te nemen. Hét ultieme dieet. De kilo’s vliegen eraf. “Zomerslank met Sonja” van Sonja Bakker is hierbij vergeleken iets voor mietjes.
Nu was het trouwens niet alleen kommer en kwel in het ziekenhuis. Op zaal met een man of 8 hadden we best veel lol met elkaar. Galgenhumor pur sang. Zo was er een man, die bij de PTT als rechercheur werkte. Hij werd door ons omgedoopt in “Rataplan”.
De middagen luisterde ik iedere dag naar Radio Tour de France met de onovertroffen Theo Koomen, die zelfs wandeletappes spannend wist te maken.
Verder kreeg ik veel aanloop van familie en vrienden. Van de leden van jongerenkoor “Oktopus” kreeg ik de lp “Song of the marching children” van “Earth & Fire”.
Andere vrienden kwamen aanzetten met een boek van Remco Campert: “Alle dagen feest”.
Daar dacht ik dat op dat moment heel anders over....
dinsdag 23 juni 2015
Schaatsbenen
Van mijn trainingsmaat Hans Boers kreeg ik onlangs een artikel uit De Volkskrant over schaatsbenen. Het was geschreven door Lisette van der Geest met toepasselijke foto's erbij van Linelle Deunk. Ik heb het met veel plezier gelezen en daarom wil ik het ook onder uw aandacht brengen. Onder het kopje "Buitenbenen" is het hele artikel te lezen. KLIK HIER.
Enkele passages wil ik graag onder uw aandacht brengen.
Wie fanatiek schaatst, krijgt dikke dijen. Schaatsbenen zijn vaak grof, duidelijk gevormd en ogen zelfs in ontspannen toestand indrukwekkend. Benen van een schaatser bevatten uitstulpingen van spieren, die qua omvang kunnen wedijveren met een knie.
Er zijn verhalen van schaatsers waarbij onderling pochen eindigde met een meetlint in de hand. Een bovenbeen van Gary Hekman heeft op het flinkste punt een omtrek van 66 centimeter. Ter vergelijking: een model dat aan de ideale maten voldoet, heeft een taille die 6 centimeter smaller is dan één been van Hekman.
Ik was hier zo door gefascineerd, dat ik zelf de centimeter maar ter hand nam en mijn bovenbenen opmat. Ik kwam tot een toch niet geringe 54 centimeter. Nu ik toch bezig was kon ik meteen meten, of ik nog steeds voldeed aan het schoonheidsideaal. Welnu, dames, ik moet u teleurstellen. Mijn buikomvang bedroeg 93 centimeter.
Schaatsen is een inspanning met een hoge statische belasting. Een schaatser zit in een gehurkte houding, waardoor spieren vrijwel voortdurend zijn aangespannen. Vers bloed stroomt pas in de spier als het been ontspant. Het moment waarop dit gebeurt, is bij een schaatser extreem kort in vergelijking met een fietser of een hardloper. Het gevolg: "Een schaatser zet een spier eerder in zuurstofschuld", zegt bewegingswetenschapper Jos de Koning. Bij verzuring treedt automatisch krachtverlies op.
Bij het schaatsen worden uithoudingsvermogen en kracht gecombineerd. "Ik ken geen andere duursport waarbij je spieren op die manier belast", zegt De Koning. Bij hardlopen en fietsen zijn de krachten tijdens het bewegen namelijk veel lager, waardoor een schaatser sneller te maken heeft met verzuring. Bovendien zit een fietser ook nog eens op zijn zadel. "Doordat schaatsers in die houding zoveel kracht leveren én hun eigen gewicht dragen, hebben ze meer en dikkere spieren."
Zodra een schaatser stopt, verdwijnen de gespierde dijen vanzelf, dan kunnen ze weer moeiteloos hun spijkerbroeken kopen. Het afnemen van die spieren verklaart meteen waarom ex-schaatsers vrijwel nooit meer een rondje meerijden zodra ze trainer zijn: ze missen de kracht om langdurig diep te zitten.
Ik kan het hele artikel hier gaan kopiëren, want er staat genoeg interessante stof in. Mijn advies aan al mijn lezers is simpel: verdiep u in de schaatsbenen!
Enkele passages wil ik graag onder uw aandacht brengen.
Wie fanatiek schaatst, krijgt dikke dijen. Schaatsbenen zijn vaak grof, duidelijk gevormd en ogen zelfs in ontspannen toestand indrukwekkend. Benen van een schaatser bevatten uitstulpingen van spieren, die qua omvang kunnen wedijveren met een knie.
Er zijn verhalen van schaatsers waarbij onderling pochen eindigde met een meetlint in de hand. Een bovenbeen van Gary Hekman heeft op het flinkste punt een omtrek van 66 centimeter. Ter vergelijking: een model dat aan de ideale maten voldoet, heeft een taille die 6 centimeter smaller is dan één been van Hekman.
Ik was hier zo door gefascineerd, dat ik zelf de centimeter maar ter hand nam en mijn bovenbenen opmat. Ik kwam tot een toch niet geringe 54 centimeter. Nu ik toch bezig was kon ik meteen meten, of ik nog steeds voldeed aan het schoonheidsideaal. Welnu, dames, ik moet u teleurstellen. Mijn buikomvang bedroeg 93 centimeter.
Schaatsen is een inspanning met een hoge statische belasting. Een schaatser zit in een gehurkte houding, waardoor spieren vrijwel voortdurend zijn aangespannen. Vers bloed stroomt pas in de spier als het been ontspant. Het moment waarop dit gebeurt, is bij een schaatser extreem kort in vergelijking met een fietser of een hardloper. Het gevolg: "Een schaatser zet een spier eerder in zuurstofschuld", zegt bewegingswetenschapper Jos de Koning. Bij verzuring treedt automatisch krachtverlies op.
Bij het schaatsen worden uithoudingsvermogen en kracht gecombineerd. "Ik ken geen andere duursport waarbij je spieren op die manier belast", zegt De Koning. Bij hardlopen en fietsen zijn de krachten tijdens het bewegen namelijk veel lager, waardoor een schaatser sneller te maken heeft met verzuring. Bovendien zit een fietser ook nog eens op zijn zadel. "Doordat schaatsers in die houding zoveel kracht leveren én hun eigen gewicht dragen, hebben ze meer en dikkere spieren."
Zodra een schaatser stopt, verdwijnen de gespierde dijen vanzelf, dan kunnen ze weer moeiteloos hun spijkerbroeken kopen. Het afnemen van die spieren verklaart meteen waarom ex-schaatsers vrijwel nooit meer een rondje meerijden zodra ze trainer zijn: ze missen de kracht om langdurig diep te zitten.
Ik kan het hele artikel hier gaan kopiëren, want er staat genoeg interessante stof in. Mijn advies aan al mijn lezers is simpel: verdiep u in de schaatsbenen!
Touwtjespringen
De pittige droogtraining van gisterenavond had er toch meer ingehakt dan ik had verwacht. Vanmorgen voelde ik mijn achillespees toch weer. Ik had wat eigenwijzer moeten zijn en niet mee gaan doen aan het touwtjespringen. Het was toch belastender voor mijn pees dan ik had verwacht.
Maar goed, ik ken de oefening om de gevoelige pees weer vrij snel op te lappen en ik weer, wat ik er voor moet doen en nu helemaal wat ik er voor moet laten. Vanmorgen begon ik daar trouwens al mee. Ik zou mijn fiets wegbrengen voor een servicebeurt met het oog op de fietsvakantie. Ik reed naar fietsenmaker Van Vliet.
Mijn eerste plan was om hardlopend naar huis te gaan, maar ik had mijn plan aangepast. Wandelend liep ik naar "Het Kompas", waar mijn racefiets vanaf de herfst stond opgeslagen. De banden waren echter dermate zacht, dat ik er niet op kon rijden en daar men op school geen fietspomp had met een verloopstukje voor een Frans ventiel, zat er niets anders op dan om naar huis te wandelen met de Peugeot Avoriaz aan de hand.
Thuisgekomen pompte ik de banden op, waarbij de kop van het verloopstuk van de fietspomp krom werd. Daar ik meteen andere fietsbanden op wilde pompen, ging ik met het kromme verloopstuk verder, tot de kop afbrak. Op de racefiets reed ik naar Van Vliet terug voor een nieuw verloopstuk. Het bleek, dat ik het verloopstuk om ballen op te blazen had gebruikt....
Onderweg werd me wel duidelijk, hoe makkelijk je vaart kunt maken op een racefiets. Zonder al te veel inspanning kwam ik op een gemiddelde snelheid van 24 kilometer. Probeer dat maar eens te halen op een gewone fiets.
Met het juiste verloopstuk lukte het me om de banden van mijn ouwe trouwe Jakima weer hard te krijgen, zodat ik daarmee straks naar Katwijk kan fietsen.
Maar goed, ik ken de oefening om de gevoelige pees weer vrij snel op te lappen en ik weer, wat ik er voor moet doen en nu helemaal wat ik er voor moet laten. Vanmorgen begon ik daar trouwens al mee. Ik zou mijn fiets wegbrengen voor een servicebeurt met het oog op de fietsvakantie. Ik reed naar fietsenmaker Van Vliet.
Mijn eerste plan was om hardlopend naar huis te gaan, maar ik had mijn plan aangepast. Wandelend liep ik naar "Het Kompas", waar mijn racefiets vanaf de herfst stond opgeslagen. De banden waren echter dermate zacht, dat ik er niet op kon rijden en daar men op school geen fietspomp had met een verloopstukje voor een Frans ventiel, zat er niets anders op dan om naar huis te wandelen met de Peugeot Avoriaz aan de hand.
Thuisgekomen pompte ik de banden op, waarbij de kop van het verloopstuk van de fietspomp krom werd. Daar ik meteen andere fietsbanden op wilde pompen, ging ik met het kromme verloopstuk verder, tot de kop afbrak. Op de racefiets reed ik naar Van Vliet terug voor een nieuw verloopstuk. Het bleek, dat ik het verloopstuk om ballen op te blazen had gebruikt....
Onderweg werd me wel duidelijk, hoe makkelijk je vaart kunt maken op een racefiets. Zonder al te veel inspanning kwam ik op een gemiddelde snelheid van 24 kilometer. Probeer dat maar eens te halen op een gewone fiets.
Met het juiste verloopstuk lukte het me om de banden van mijn ouwe trouwe Jakima weer hard te krijgen, zodat ik daarmee straks naar Katwijk kan fietsen.
Labels:
Droogtraining,
Fietsen,
Wandelen,
Wielrennen
maandag 22 juni 2015
Een strekplek onder de dubbele regenboog
Onder een dreigend wolkendek fietste ik met Jos Drabbels naar het clubgebouw van Swift, waar Jaap de Gorter de IJVL-droogtrainingsgroep een stevige conditietraining zou gaan geven.
We liepen naar het grote veld in "Cronesteyn", waar we nog een rondje van 3 kilometer zouden lopen met telkens een minuut dribbelen en dan een halve minuut redelijk voluit. De eerste keren ben je nog fris, maar de laatste sprintjes ga je toch wel voelen.
Terug bij het grote veld begon het lichtjes te spetteren. We deden nog wat veldoefeningen zoals luchtfietsen en buikspieroefeningen. We zagen de felle regen dichterbij komen. Uit ervaring wist ik, dat je achter een bepaalde rij hoge bomen redelijk droog stond, dus daar liep ik als eerste naar toe.
(Foto: Ans Prinsen)
Met het zicht op een dubbele regenboog zoals op bovenstaande foto dezen we schaatsstappen en wat sprongen. De bui trok gelukkig redelijk snel over, zodat de regenboog al snel vager en vager werd.
Daarvan was geen sprake bij het volgende onderdeel van de training: touwtjespringen. In piramidevorm moesten we 30, 60, 90, 60 en weer 30 seconden springen.
Op de terugweg zouden we nog een paar oefeningen doen bij "de strekplek". Daar kwamen we dicht in de buurt. Bij de waterspeeltuin hadden we wederom een sprongoefening: afwisselend met links en rechts op de houten rand van een waterval springen.
Vanaf de waterspeeltuin dribbelden we terug naar het clubgebouw van Swift na een behoorlijk intensieve maar niet geheel droge droogtraining.
We liepen naar het grote veld in "Cronesteyn", waar we nog een rondje van 3 kilometer zouden lopen met telkens een minuut dribbelen en dan een halve minuut redelijk voluit. De eerste keren ben je nog fris, maar de laatste sprintjes ga je toch wel voelen.
Terug bij het grote veld begon het lichtjes te spetteren. We deden nog wat veldoefeningen zoals luchtfietsen en buikspieroefeningen. We zagen de felle regen dichterbij komen. Uit ervaring wist ik, dat je achter een bepaalde rij hoge bomen redelijk droog stond, dus daar liep ik als eerste naar toe.
(Foto: Ans Prinsen)
Met het zicht op een dubbele regenboog zoals op bovenstaande foto dezen we schaatsstappen en wat sprongen. De bui trok gelukkig redelijk snel over, zodat de regenboog al snel vager en vager werd.
Daarvan was geen sprake bij het volgende onderdeel van de training: touwtjespringen. In piramidevorm moesten we 30, 60, 90, 60 en weer 30 seconden springen.
Op de terugweg zouden we nog een paar oefeningen doen bij "de strekplek". Daar kwamen we dicht in de buurt. Bij de waterspeeltuin hadden we wederom een sprongoefening: afwisselend met links en rechts op de houten rand van een waterval springen.
Vanaf de waterspeeltuin dribbelden we terug naar het clubgebouw van Swift na een behoorlijk intensieve maar niet geheel droge droogtraining.
zondag 21 juni 2015
Tom Dumoulin en de Tourkoorts
Het is langzamerhand merkbaar in het land: over 2 weken is de start van de Tour de France in Utrecht. In de Domstad is op zaterdag 4 juli de proloog en de dag erop klinkt het startschot voor de etappe naar Neeltje Jans.
De Tourkoorts begint onder sportliefhebbers al aardig op te lopen. Deze wordt flink aangewakkerd door het fantastische rijden van Tom Dumoulin, die beide tijdritten in de Ronde van Zwitserland won en net tekort kwam om de Tour de Suisse ook nog op zijn naam te schrijven.
Wat dat aangaat kijkt sportminnend Nederland reikhalzend uit naar het moment, dat er een einde komt aan meer dan een kwart eeuw zonder Nederlandse gele trui, In 1989 was Erik Breukink de laatste, die het gele tricot over zijn schouders mocht trekken.
Na afloop van de Ronde van Zwitserland en de door Alberto Contador gewonnen Route du Sud wordt het langzamerhand tijd om na te gaan denken over de samenstelling van mijn Tourploeg bij de Tour de Kans.
Een belangrijk gegeven daarbij is het parcours van de Ronde van Frankrijk. Dit jaar zijn er veel beklimmingen en vermoedelijk wat minder massasprints. De voorlopige selectie van mijn wielerploeg, die in totaal 100 punten mag kosten, is na de bovengenoemde etappewedstrijden en het Criterium Dauphiné als volgt: Christopher Froome, Alberto Contador, Peter Sagan, Tom Dumoulin, Michael Matthews, Thibaut Pinot, Julian Arredondo, Louis Meintjes en Simon Yates. Er komen nog wat wijzigingen, daar pas volgende week definitief bekend wordt, welke renners aan de Tour meedoen. Zo twijfel ik bijvoorbeeld tussen de Franse klimmer Thibaut Pinot en de Noorse sprinter Alexander Kristoff, die beide 13 punten kosten.
Verder heb ik nog enkele renners op het oog, maar die zitten nog niet in de keuzemogelijkheden en dus is nog onbekend, hoeveel punten ze waard zijn.
Binnenkort kom ik, na raadpleging van procyclingstats.com met de definitieve ploeg van "De Elfsteden toch gereden" in de Tour de Kans.
De Tourkoorts begint onder sportliefhebbers al aardig op te lopen. Deze wordt flink aangewakkerd door het fantastische rijden van Tom Dumoulin, die beide tijdritten in de Ronde van Zwitserland won en net tekort kwam om de Tour de Suisse ook nog op zijn naam te schrijven.
Wat dat aangaat kijkt sportminnend Nederland reikhalzend uit naar het moment, dat er een einde komt aan meer dan een kwart eeuw zonder Nederlandse gele trui, In 1989 was Erik Breukink de laatste, die het gele tricot over zijn schouders mocht trekken.
Na afloop van de Ronde van Zwitserland en de door Alberto Contador gewonnen Route du Sud wordt het langzamerhand tijd om na te gaan denken over de samenstelling van mijn Tourploeg bij de Tour de Kans.
Een belangrijk gegeven daarbij is het parcours van de Ronde van Frankrijk. Dit jaar zijn er veel beklimmingen en vermoedelijk wat minder massasprints. De voorlopige selectie van mijn wielerploeg, die in totaal 100 punten mag kosten, is na de bovengenoemde etappewedstrijden en het Criterium Dauphiné als volgt: Christopher Froome, Alberto Contador, Peter Sagan, Tom Dumoulin, Michael Matthews, Thibaut Pinot, Julian Arredondo, Louis Meintjes en Simon Yates. Er komen nog wat wijzigingen, daar pas volgende week definitief bekend wordt, welke renners aan de Tour meedoen. Zo twijfel ik bijvoorbeeld tussen de Franse klimmer Thibaut Pinot en de Noorse sprinter Alexander Kristoff, die beide 13 punten kosten.
Verder heb ik nog enkele renners op het oog, maar die zitten nog niet in de keuzemogelijkheden en dus is nog onbekend, hoeveel punten ze waard zijn.
Binnenkort kom ik, na raadpleging van procyclingstats.com met de definitieve ploeg van "De Elfsteden toch gereden" in de Tour de Kans.
Labels:
Boeken,
Sportboeken,
Tour de France,
Wielrennen
Vaderdag
Het is genoegzaam bekend, hoe in het gemiddelde Nederlandse gezin Vader- en Moederdag verlopen. De kinderen komen 's morgens vroeg de ouders verwennen met ontbijt op bed, terwijl een toepasselijk versje wordt opgezegd door de kinderschaar.
Zo niet in huize Breed, waar ik het op deze Vaderdag moest doen zonder de culinaire kunsten en de poëtische gaven. Daar stond tegenover, dat een lang gekoesterde wens in vervulling ging. Terwijl Ada op de computer wat werk voor school afrondde, mocht ik het bed afhalen, het hele huis stofzuigen en de schone lakens in het trapgat ophangen.
Inderdaad een Vaderdag om nooit te vergeten. Temeer daar op deze eerste zomerdag van 2015 de hemelsluizen vanmorgen behoorlijk wijd open gingen. Voor de tuinen was dat trouwens hard nodig, want alles was kurkdroog.
Na de lunch fietste ik met Ada naar de volkstuin, waar ik aardbeien en doperwten mocht plukken en de planten in de kas water geven, terwijl mijn met groene vingers geboren vrouw broccoli, spinazie en sla oogstte.
Denk niet, dat er alleen groenten op onze volkstuin te vinden zijn.
Maar het mooist van al vond ik toch de lievelingsbloem van mijn moeder en mijzelf, de duizendschoon.
Onder een grauw wolkendek fietsten we naar Ada's ouders, om hen te laten delen in de rijke oogst. Zo beleefden wij de zonnewende van 2015 binnenshuis.
Twee gezellige uren later fietsten we onder een waterig zonnetje weer op huis aan voor een avondmaal, dat grotendeel van de eigen tuin afkomstig was.
Zo niet in huize Breed, waar ik het op deze Vaderdag moest doen zonder de culinaire kunsten en de poëtische gaven. Daar stond tegenover, dat een lang gekoesterde wens in vervulling ging. Terwijl Ada op de computer wat werk voor school afrondde, mocht ik het bed afhalen, het hele huis stofzuigen en de schone lakens in het trapgat ophangen.
Inderdaad een Vaderdag om nooit te vergeten. Temeer daar op deze eerste zomerdag van 2015 de hemelsluizen vanmorgen behoorlijk wijd open gingen. Voor de tuinen was dat trouwens hard nodig, want alles was kurkdroog.
Na de lunch fietste ik met Ada naar de volkstuin, waar ik aardbeien en doperwten mocht plukken en de planten in de kas water geven, terwijl mijn met groene vingers geboren vrouw broccoli, spinazie en sla oogstte.
Denk niet, dat er alleen groenten op onze volkstuin te vinden zijn.
Maar het mooist van al vond ik toch de lievelingsbloem van mijn moeder en mijzelf, de duizendschoon.
Onder een grauw wolkendek fietsten we naar Ada's ouders, om hen te laten delen in de rijke oogst. Zo beleefden wij de zonnewende van 2015 binnenshuis.
Twee gezellige uren later fietsten we onder een waterig zonnetje weer op huis aan voor een avondmaal, dat grotendeel van de eigen tuin afkomstig was.
zaterdag 20 juni 2015
Keen
Met het oog op de fietsvakantie waren we vanmorgen even gaan informeren bij de Treinreiswinkel over de mogelijkheden om in Engeland de fiets mee in de trein te nemen.
Tijdens het wachten praatten we met een van de sopranen van de Leidse Koorprojecten na over het concert van vorige week zaterdag.
Met de verkregen informatie fietsten Ada en ik een stukje verder de Breestraat op, waar Ada in de nieuwe winkel van Bever een blauw vest kocht en ik een paar sandalen van Keen.
Daarnaast kochten we een paar tankjes camping gaz en een opvouwbaar snijplankje.
Na vis gehaald te hebben op de markt reden we naar huis, waar we in de zonnige tuin konden lunchen. Ada ging op de fiets naar de volkstuin toe, terwijl ik hardlopend een doosje aardbeien uit de volkstuin naar mijn schoonouders bracht.
Over de Velostrada liep ik naar Voorschoten. Het was ideaal loopweer: zonnig, weinig wind en een temperatuur van een graad of 16. Voor het eerst sinds de marathon van Leiden liep ik weer een blokje van 10 kilometer. Het ging erg makkelijk en de achillespees hield zich goed. Ik durf te stellen, dat ik volledig hersteld ben van de marathon.
Tijdens het wachten praatten we met een van de sopranen van de Leidse Koorprojecten na over het concert van vorige week zaterdag.
Met de verkregen informatie fietsten Ada en ik een stukje verder de Breestraat op, waar Ada in de nieuwe winkel van Bever een blauw vest kocht en ik een paar sandalen van Keen.
Daarnaast kochten we een paar tankjes camping gaz en een opvouwbaar snijplankje.
Na vis gehaald te hebben op de markt reden we naar huis, waar we in de zonnige tuin konden lunchen. Ada ging op de fiets naar de volkstuin toe, terwijl ik hardlopend een doosje aardbeien uit de volkstuin naar mijn schoonouders bracht.
Over de Velostrada liep ik naar Voorschoten. Het was ideaal loopweer: zonnig, weinig wind en een temperatuur van een graad of 16. Voor het eerst sinds de marathon van Leiden liep ik weer een blokje van 10 kilometer. Het ging erg makkelijk en de achillespees hield zich goed. Ik durf te stellen, dat ik volledig hersteld ben van de marathon.
Abonneren op:
Posts (Atom)